Aanstaande zaterdag vertrekt in Benidorm de Vuelta a España. Met deze grote ronde in het vooruitzicht blikt WielerFlits vooruit naar dit evenement. In drie delen zal de Ronde van Spanje voorgesteld worden. Vandaag deel 1: Het Parcours.

bron: Unipublic

Dit jaar start de drieweekse rittenkoers in Benidorm met een ploegentijdrit. De klassementsrenners zullen gelijk aan de bak moeten om geen tijdsverlies op te lopen in deze rit tegen de klok. De mindere tijdrijders zullen dan ongetwijfeld wel blij zijn dat het maar om 13.5 kilometer gaat in de Zuid-Spaanse vakantieplaats.

De tweede etappe is er dan eentje voor sprinters. Tussen La Nuncía en Playas de Orihuela bevat alleen in de beginfase wat klimwerk. Een dag later is het helemaal anders als in de rit van Petrer naar Totana in de slotfase nog de Alto de la Santa beklommen moet worden. Zullen er nog sprinters bij zijn op de eindmeet?

bron: Unipublic

In de vierde etappe zijn de snelle mannen bij voorbaat kansloos. Er staan namelijk twee flinke beklimmingen op het programma. Eerst de eerste categorie-klim van de Alto de Filabres in het begin van de koers. Na een vlak middenstuk komt echter ook nog de inmiddels bekende klim naar Sierra Nevada (buiten categorie). Een dag later is het ook zeker geen gemakkelijke dag. Richting Valdepeñas de Jaén gaat het de hele dag op en af met twee keer (één keer vlak voor de meet) de lastige Alto de Valdepeñas.

Naar Córdoba in de zesde etappe is het weer een stukje eenvoudiger, maar ook zeker nog niet gemakkelijk met de Alto del Catorce por Ciento op ruim twintig kilometer van de streep. Vrijdag in de zevende rit naar Talavera de la Reina is het dan echt een ritje voor de sprinters met geen enkele gecategoriseerde klim in de rit.

De tweede zaterdag van de ronde is dan weer niet gemakkelijk. In het begin van de rit ligt de Puerto de Mijares, een klim van eerste categorie. En in de slotfase liggen dan nog vier klimmetjes, waaronder de aankomst naar San Lorenzo de El Escorial. De zondag daaropvolgend is een relatief makkelijke etappe, maar met een lastige slotfase. In de laatste 18 kilometer moet naar het Covatilla-skistation nog ruim duizend hoogtemeters overwonnen worden.

Nog voor de eerste rustdag op het programma staat zal er in Salamanca op maandag 29 augustus een individuele tijdrit verreden worden. Het is de enige rit tegen de klok in de Vuelta en hier moeten de betere tijdrijders dan ook hun slag slaan na een zware eerste week. De route over 47 kilometer is relatief vlak en heeft weinig bochten.

Na de rustdag mogen de renners gelijk weer aan de bak. De aankomst is namelijk bergop naar het skistation: La Manzaneda. Het is voor de eerste keer dat de Vuelta hier komt. Een dagje later is waar de niet-klimmers op wachten, de etappe naar Pontevedra. Weer een dag later is het echter minder plezierig naar Ponferrada. De slotfase gaat wel, maar onderweg liggen er twee klimmen van eerste categorie.

De veertiende etappe heeft de tweede nieuwe aankomst bergop van deze Ronde van Spanje. De eerste honderd kilometer van de rit zijn relatief eenvoudig, maar het tweede deel van de rit is loeizwaar met de Puerto de San Lorenzo en de slotklim naar La Farraspona.

bron: Unipublic

De korte vijftiende rit is een rit waar veel renners tegenop zien, maar veel supporters naar uitkijken. Eerst komt al de Alto del Cordal (5.3 kilometer aan 8,9 procent) en iets verderop volgt de legendarische Alto de l’Angliru. Deze speciale berg is 12.2 kilometer lang met een verschrikkelijk stijgingspercentage van meer dan tien procent. Vergelijkbaar dus met de Monte Zoncolan uit de afgelopen Giro d’Italia.

Een rustdag is dus welkom voor het peloton, en daar mogen ze op de laatste maandag dan ook van genieten. Ook de dag later is een welkome verrassing, met de vlakke etappe naar Haro. Een dag later moeten ze echter wel weer aan de bak. Op zich niet de zwaarste etappe, maar de slotklim van Peña Cabarga is kort en krachtig. De klim is zes kilometer lang met gemiddeld 9,4 procent aan stijgingspercentage. De laatste kilometer is echter zelfs aan 14,6 procent.

bron: Unipublic

De ritten die nog volgen zijn aparte ritjes. Er moet aardig wat geklommen worden, maar de slotfase is niet al te moeilijk. Hierin kan dus veel gebeuren. Dit geldt voor de ritten naar Noja, Bilbao en Vittoria. Hierbij moet wel gezegd worden dat het opvallend is dat de Vuelta het Baskenland aandoet.

De slotrit in Madrid is net zoals de afsluitende rit van de Tour de France een Parijs een show-etappe. Hierin zal niets meer gebeuren voor het algemeen klassement en mogen de sprinters het waarschijnlijk uitzoeken vlakbij het stadion van Real Madrid.

Meer informatie over het parcours

Morgen: De Nevenklassementen