foto: Il Piccolo Airone

Met een val in de uiterste slotfase verliep de eerste etappe in lijn van de Giro d’Italia niet zoals Theo Bos en zijn ploeg Rabobank het hadden gehoopt. De sprinter zelf hoopt vooral geen blijvende last te ondervinden, ploegleider Jan Boven was duidelijk: “Zwaar klote”.

“Onze vier man zaten in de laatste kilometers goed van voren, Tom heeft de drie goed afgezet. En toen kwam de laatste bocht”, blikt Boven bij Rabosport terug. Bos zat te dicht op lead-out Mark Renshaw en tikte het wiel van de Australiër aan, met als gevolg een val in de hekken. “Mark probeerde het vervolgens wel, maar als je een sprint gangmaakt en vervolgens zelf moet afmaken, is dat eigenlijk een onmogelijke opdracht. Natuurlijk probeer je het nog, maar meer dan dit zat er niet meer in.”

Bos zelf weet niet precies hoe het gebeurde. “Ik merkte dat een renner (William Bonnet) onderdoor probeerde te komen, maar daar lag het volgens mij niet aan. Mark moest op een gegeven moment enorm corrigeren en ik kon dat niet meer. We zaten echt goed. In die bocht precies in de positie waar we wilden zijn. Het zag er allemaal goed uit. We waren er klaar voor en ik had goede benen. Maar het mocht helaas niet zo zijn. Toen ik opstond, voelde ik meteen mijn rug. We moeten even afwachten hoe dat morgen is. Ik hoop dat de schade morgen mee valt, want er komen echt nog wel kansen.”

Bos was niet de enige die gekwetst uit de strijd kwam, vertelt Boven. “Dankzij de combinatie tussen wind langs de kust en het feit dat in de eerste etappe van een grote ronde iedereen vooraan wil zitten, was het erg hectisch. Hier waren we op voorbereid, maar helaas waren we toch bij enkele valpartijen betrokken. Vooral Dennis van Winden heeft er nog last van, zijn knieën zijn stuk. Het is nu afwachten hoe Dennis en Theo ervoor staan en dan zullen we wel zien wat morgen brengt. Het zal dan echter vast weer een hectische rit worden.”

Bekijk hieronder de beelden van de val (rond 5:00).