foto: Sirotti

Maarten Tjallingii staat zaterdag aan de start van zijn derde Tour de France op rij. De Friese renner is blij dat hij er bij is en wil zich graag dienstbaar opstellen in de ploeg. De Rabobank-renner hoeft niet zelf te winnen, maar is onderdeel van de machine. WielerFlits sprak met hem.

De 34-jarige renner twijfelde zelf helemaal niet aan zijn deelname aan Le Grande Boucle. “Maar ik vind het vooral een mooi waardering dat ik er bij mag zijn. En als je kijkt naar welke renners we meenemen, dan is het een hele eer om daarmee de koers proberen binnen te slepen.”

Tjallingii is er ook van overtuigd dat er mogelijkheden zitten in de ploeg, en dan heeft hij het vooral over de samenwerking. “In de Tour of California ging het al heel goed binnen de groep. En dan heb je het gevoel dat er een synergie ontstaat, dat je voor elkaar door het vuur gaat en nog iets harder kan. En dan zie je ook dat dit doorwerkt in heel de ploeg. Iedereen heeft dat nodig, dat is synergie. Zeg maar, één plus één is drie.”

De voormalig mountainbiker weet ook wat zijn rol in de ploeg is. “Het zwaartepunt van de Tour is voor mij de eerste week. In dat nerveuze gedoe moet ik de kar trekken.” Tegelijkertijd haalt hij ook daar zijn voldoening uit. “Het mooist is om te zien dat je kopman het haalt. Je haalt dan de voldoening uit je werk wat je doet. Mijn doelstelling is dan ook altijd dat ik aan de basis wil staan van elke overwinning van de ploeg.”

foto: Sirotti

Tjallingii weet ook dat er niet alleen overwinningen zijn. “Maar ook een dankjewel van een ploeggenoot kan al voldoening geven. Die dankbaarheid heb ik nodig, maar ook af en toe een schop onder mijn kont. Maar zo kan je in samenhang je beste beentje voor zetten. Daar draait het allemaal om, om het geheel.”

De Rabobankrenner denkt ook zeker dat één van zijn ploeggenoten het podium kan halen. “Waarom niet? Het geeft ook vertrouwen dat we Californië gewonnen hebben en dat Robert erg goed was in Zwitserland. We hebben vertrouwen, en dat is erg belangrijk. Daardoor heeft ook iedereen hetzelfde doel voor ogen en dat is minstens net zo belangrijk.”