WF interviewt Van der Haar: “NK worden vóór Lars Boom”
Beloftenwereldkampioen in het veldrijden Lars Van der Haar maakt deze winter de overstap naar de profs. Daar zal hij met Kevin Pauwels, Niels Albert en Sven Nys een pak meer concurrentie krijgen dan bij de jongere categorie. WielerFlits polste hem over zijn verwachtingen bij zijn profdebuut.
De jongeling startte zijn seizoen in de cross van Las Vegas. “Ik opende in Las Vegas vooral omdat de ploeg me dat gevraagd heeft. Die heeft met Giant daar een belangrijke sponsor en die wil graag een mooie prestatie zien. Dit was al de derde keer dat ik daar mijn seizoen opende en ik voel me er goed bij. Het is ook al een test met het oog op het WK in Louisville in verband met hoe ik de jetlag verteer.” Ook de Amerikaanse fans vinden het veldrijden wel wat. “Ik denk zeker dat het veldrijden meer en meer een hype wordt in Amerika. Zo vaak wordt er niet gecrost in de VS en de mensen vinden het heel leuk. Ik reed in Vegas bijvoorbeeld met een nieuwe helm. De supporters riepen iedere ronde weer ‘Air Attack’, want zo heet de helm, naar me toe en ik schrok wel dat ze er zo veel van afwisten. Langs de andere kant is het voor hen een evenement als ieder ander: of ze nu naar een voetbalwedstrijd of naar een veldrit komen kijken interesseert hen niet.”
Het veldrijden blijft een Vlaamse sport bij uitstek, maar Van der Haar is een Nederlander. Wat vind hij van het veldrijden in zijn land? “De populariteit van het Nederlandse veldrijden is groeiende. Er zit volgens mij wel toekomst in. Bij de beloften hebben we een pak toppers, en ook bij de vrouwen zijn we wereldtop.” Maar in die categoriëen hoort Van der Haar niet (meer) thuis. Nu hij prof wordt heeft hij geen hoge verwachtingen van zichzelf. “Ik verwacht dat mijn overstap naar de profs niet makkelijk zal zijn. Het wordt vooral ook anders rijden. Ik was dan wel dé man bij de beloften, maar een categorie hoger rijden allemaal jongens die al meer gepresteerd hebben dan ik. Op een snotaap als mij zullen ze wel niet letten.” Bij de beloftencategorie won de Nederlander zowat alles wat er te winnen viel, waardoor we niet echt konden zien welke soort crossen hem het meeste liggen. “Ik ben meer het type dat snelle crossen goed verteert. Ik beschik dan ook over een behoorlijke spurt,” legde hij uit.
Als neoprof is ook in het veldrijden een volledig seizoen afwerken zwaar. Daarom koos Van der Haar er voor maat te houden in het aantal profwedstrijden. “Ik zal in mijn eerste profwinter de Superprestige helemaal betwisten, daarnaast zal ik ook, indien ik geselecteerd word, de wereldbeker rijden. De GVA-Trofee leek mij wat te lastig om er nu al bij te nemen. Ook mijn ploeg was van mening dat ik het beter wat rustig aan zou doen. Maar na het wereldkampioenschap zal ik wel alle klassementscrossen afwerken.” Daarnaast zal hij ook het Nederlands- en wereldkampioenschap betwisten. “Mijn doel is om nationaal kampioen bij de profs te worden. Ik denk dat ik een grote kans maak en enkel Lars Boom me kan verslaan. Van die laatste hoop ik dat hij start, dan zou het nog mooier zijn moest ik de titel kunnen grijpen. Anders krijg ik misschien een hele hoop gezeik over mij heen dat ik enkel nationaal kampioen kan worden als Lars Boom niet aan de start komt.”
Meerdere talentvolle veldrijders maakten tijdens hun veldritcarrière de overstap naar de weg. Zdenek Stybar was daar recent nog een voorbeeld van. De jonge renner wil hier echter niet over nadenken. “Zeg nooit nooit, maar ik denk dat het echt niets voor mij is. Er zijn ook genoeg veldrijders die niet overliepen naar het wegwielrennen. Ik vind veldrijden veel mooier dan de weg omwille van de diversiteit van de parcoursen. Maar vooral dat de wedstrijden feller worden gereden. Daar kan ik me met mijn karakter wel in vinden.” Sven Nys combineert de cross dan weer met een andere wielerdiscipline: het mountainbiken. Ook hier ziet Van der Haar niet echt muziek in. “Ook dat is niet voor mij weggelegd. Ik werkte twee jaar geleden al enkele moutainbike-races af en vond het niet echt fijn. Ik overweeg dan ook niet om in 2016 naar Rio de Janeiro af te zakken om daar mijn kunsten te tonen.”
In vergelijking met het merendeel van de jonge crossers beschikt de jongeling bij zijn team niet over ervaren ploegmaats. Het team mag dan wel minder belangrijk zijn in de veldritsport, toch kan een ploeg vaak van nut zijn. Beide kopmannen van vorig jaar, Aernouts en de Knegt, verlieten de Rabo Giant ploeg respectievelijk voor AA Drink en het Orange Babies Cycling Team. “Het vertrek van Gerben de Knegt bij het Rabo Giant-Offroad Team vind ik wel jammer. Het team is een vaste pilaar kwijt die rust binnen de ploeg bracht. Nu ook Bart Aernouts vertrekt, valt in mijn eerste profjaar al meteen wat druk op mijn schouders. Ik moet het team nu rechthouden.” Dit veldritseizoen zullen de crossers van het Rabo Giant team echter terug voor Rabobank Continental uitkomen.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.