WF interviewt Bulgac: “Misschien te kritisch voor mezelf”
maandag 24 december 2012 om 14:11

WF interviewt Bulgac: “Misschien te kritisch voor mezelf”

brian bulgac

foto: Sirotti

Erg zelfkritisch. Dat is wellicht de wijze waarop je Brian Bulgac het beste kan typeren. De 24-jarige Nederlander reed vorig jaar nog in het beloftecircuit, maar heeft inmiddels alle Ardennenklassiekers én de Giro in de benen. Toch blijft de renner van Lotto-Belisol steevast zoeken naar verbeteringen. Het talent begon pas op zijn achttiende aan de wielersport, nadat hij de duathlon vaarwel zei. Inmiddels is Bulgac bezig met een opmars. WielerFlits blikte met hem terug op zijn debuutseizoen bij de profs. Bovendien schijnt hij zijn licht op de toekomst.

Bulgac is gematigd tevreden over zijn seizoen. “Ik wil altijd meer. Ik ben daardoor misschien te kritisch voor mezelf, maar ik wil het altijd beter doen. Op sommige fronten ben ik tevreden, op andere weer niet. Op deze punten wil ik mij verbeteren. Het is een beetje dubbel voor mij. Ik wil uiteindelijk proberen om bij de absolute top te komen. Dan mag je nooit honderd procent tevreden zijn, denk ik. Je moet altijd beter willen,” zo zegt de ploegmaat van Greipel en Van Den Broeck stellig.

Dit seizoen heeft de 24-jarige renner zich op meerdere vlakken al kunnen verbeteren. “Ik heb dit jaar al veel geleerd over hoe ik slimmer kan koersen”, verklaart hij. “Bovendien ben ik nu veel met krachttraining bezig om wat meer power te krijgen. Op dat gebied was ik nog niet sterk genoeg. Ook bij het aanzetten bergop als er gedemarreerd wordt, ben ik een stuk sterker geworden. Automatisch wordt dan ook je tijdrit beter, maar ik denk dat ik op alle fronten nog beter kan.”

Voorjaar
De Nederlander begon zijn seizoen uitstekend met een 29e plaats in het eindklassement van de Ruta del Sol. Dat terwijl hij niet eens voor een goed klassement ging. “Ik was namelijk aan het knechten voor Jelle Vanendert. Ik heb sowieso het hele jaar veel geknecht. Als je een eigen klassement mag rijden, kan het nog stukken beter”, weet Bulgac. “Het zegt in ieder geval wel dat ik zeker heel goed was in het begin van het seizoen. Ik had absoluut een goede vorm daar.”

Deze vorm mocht de jongeling laten zien in grote wedstrijden als de Brabantse Pijl, de Amstel Gold Race en de Waalse Pijl. Later bleek dat Bulgac ook Luik-Bastenaken-Luik mocht rijden. “Dat is superleuk natuurlijk. Heel mooi om mee te maken. Ik was toen zeker goed in vorm. Het is dan leuk als je met deze goede vorm mooie wedstrijden mag rijden. Dan kan je het meeste laten zien. Of ik tevreden was met mijn prestaties daar? Zeker weten. Wat mij werd gevraagd, deed ik.”

“Dat betekent veel op kop rijden. In Luik-Bastenaken-Luik heb ik zo’n beetje de hele dag op kop gereden.” Ook in de Amstel Gold Race heeft Bulgac zijn kopmannen kunnen steunen. “Van Den Broeck kwam ten val en ik heb hem goed terug in het peloton kunnen brengen. Daarnaast ben ik de hele dag bij Jelle (Vanendert, red) gebleven. Als ie wat te eten of drinken wilde, zorgde ik daarvoor.” Het was de eerste keer dat Bulgac een wedstrijd van 260 kilometer aflegde. “Dat was weer heel wat anders.”

“In het eerste uur van de wedstrijd zat ik steeds gelijk op het wiel van de aanvallers, omdat ik graag in de kopgroep wilde zitten. Daar moest ik even van bekomen. Een ploegmaat kwam op een gegeven moment naast mij rijden. Hij zei: ‘Nu is het wel genoeg. De wedstrijd is niet maar 160 kilometer.’ Daar had hij natuurlijk helemaal gelijk in”, beseft de renner uit Almere. “Je moet ook aan jezelf denken. Anders rijd je jezelf helemaal kapot. Het is dan heel snel gedaan met zo’n wedstrijd.”

Bulgac

foto: Bulgac samen met Keizer en Cazaux in de aanval tijdens de Giro (Sirotti)

Bulgac denkt wel dat hij in de toekomst dergelijke grote afstanden aan moet kunnen. “Het was natuurlijk pas mijn eerste keer dat ik zoiets deed. Ik reed ook niet heel zuinig. Ik ben in ieder geval blij dat ik Jelle heb kunnen helpen. Dat is het belangrijkste geweest. Hij werd daar maar mooi tweede. Dat is natuurlijk een wereldprestatie. Dat was ook mede dankzij de hulp van de ploeg natuurlijk. Hìj moet het doen als kopman, maar wij zorgen ervoor dat het wat makkelijker voor hem wordt.”

Giro
Bulgac zag zijn goede prestaties worden beloond met een selectie voor de Ronde van Italië. “Er stond een aantal namen op de lijst. Ik reed op dat moment heel goed, dat hielp. Uiteindelijk belde mijn mentor Michiel Elijzen me rond de Amstel Gold Race op. Hij kwam met het nieuws dat ik de Giro mocht rijden. Dan spring je natuurlijk een gat in de lucht”, zo vertelt hij enthousiast. “Als eerstejaars prof was het een droom om een grote ronde te mogen rijden.”

De Nederlander is tevreden over zijn debuut in een grote ronde. Hij heeft veel aangevallen en daarnaast zijn kopman, Francis De Greef, goed kunnen helpen. “Bovendien was het extreem mooi dat onze Lars Bak een rit wist te winnen namens onze ploeg. Dat was heel mooi om mee te maken.” Bulgac zelf zat uiteindelijk twee keer in de goede ontsnapping. Meestal is zo’n aanval tot mislukken gedoemd. “Dat is altijd lastig natuurlijk. Het blijft een gok.”

“De een was echt een sprintersetappe en over die andere was ik niet helemaal zeker”, vertelt de coureur in Belgische dienst. “Je weet nooit wat een peloton doet. In mijn geval reed Team Sky achter ons aan. Dan weet je dat het niet heel makkelijk gaat zijn. Dan weet je eigenlijk dat het wel voorbij is.” Bulgac reed de volledige ronde uit. Hij verteerde naar eigen zeggen de drie weken goed. “Al moet ik wel bekennen dat ik op het einde een klopje kreeg.”

“Ik voelde me echter in het begin van de derde week beter dan in de eerste week. Ik heb de ronde dan wel goed verteerd, denk ik.” Daarnaast heeft Bulgac veel geleerd in deze drie weken. “Vooral om verstandiger te rijden door niet op alles mee te springen. Je moet niet als een dolle hond in elke rit overal mee willen zitten. Je moet ook eens een keer je in een rit rustig houden zodat je je kan sparen voor de dagen erna. Bovendien is het heel belangrijk om goed te eten en te drinken in een ronde.”

In eerste instantie was Bulgac deze dolle hond. Hij viel constant aan. “Vanuit de ploeg werd mij vervolgens verteld om het wat rustiger aan te doen. Van renners hoor je dat natuurlijk. Je leert van de grote mannen. Tijdens de voorjaarsklassiekers leerde ik extreem veel van Jelle Vanendert en Jurgen Van Den Broeck. In Giro waren De Greef en dat soort mannen daarvoor. Zo leerde Lars Bak mij om mezelf koest te houden zodat ik meer over heb voor de finale.”

De jonge Nederlander was onder de indruk van de entourage in de Giro. “Dat was echt extreem mooi. Al die camera’s en het publiek dat langs de kant stond. Dat had ik nog nooit meegemaakt.” Vorig jaar reed Bulgac nog in het beloftecircuit, nu rijdt hij plots met mannen als Basso en Rodriguez. “Dat zijn ook gewoon aardige mensen. Ze maken vriendelijk een praatje. Het was wel een beetje apart. Normaal kijk je tegen die mensen op. Nu nog steeds, maar nu zijn het deels collega’s, als ik het zo mag zeggen.”

Verstandskiezen
Na de Giro ging het wat minder met Bulgac. “Ik heb toen vier ontstoken verstandskiezen laten verwijderen. Daar heb ik heel veel last van gekregen. Ik heb er eerst drie weken mee rond gelopen. Toen begon het zo’n pijn te doen, dat ik dacht: Die moeten er nu echt uit. Ik kon van de pijn niet normaal meer eten. Daarna zitten de hechtingen erin en dat is dan ook een beetje irritant. Dat allemaal heeft nog wel een tijdje geduurd. Ik heb na de behandeling nog zeker drie à vier weken met die kiezen gezeten.”

“Je bent zodanig kapot van de Giro, dat je eigenlijk rustig moet trainen. Op dat moment was dat echter moeilijk voor mij. Doordat ik mijn verstandskiezen heb moeten laten wegsnijden, kon ik niet doen wat ik normaal zou moeten doen om echt honderd procent te zijn. Dat was grotendeels de reden waarom ik niet fit was op het NK. Verre van fit, eigenlijk”, verklaart Buglac. “Ik was toen niet de Bryan die ik in het voorjaar was. Dat was een tegenvaller. In het voorjaar heb ik me nog echt kunnen laten zien.”

Bulgac

foto: Bulgac komt uitgeput over de streep na een zware Girorit (Sirotti)

Toekomst
Bulgac is er nog niet helemaal uit waar zijn échte specialiteit ligt. “In ieder geval etappekoersen met heuvels en bergen. Ik kan nu nog niet echt zeggen of ik puur voor het hooggebergte of puur voor het tussengebergte ben. Dat vind ik te moeilijk. Daarvoor heb ik in dit ene jaar nog te weinig gedaan om dat te kunnen ondervinden.” Wellicht krijgt de Nederlander daar een beter beeld op als hij volgend jaar minder hoeft knechten. “Ik weet niet of dat gaat gebeuren. Het is te zien hoe de vorm dan is.”

“Ik kan nu niet zo een-twee-drie roepen dat ik volgend jaar meer voor eigen kans mag rijden. Dat is afhankelijk van hoe goed ik ga presteren. Als ik ga sukkelen zal ik zeker minder voor eigen kans mogen gaan, maar het is misschien een ander verhaal als ik supersterk blijk te zijn. Als ik dingen laat zien die de ploeg totaal niet van mij verwacht”, weet Bulgac. “Ik ga er in ieder geval kei- en keihard voor vechten om dat wel te mogen. Daar ben ik hard voor aan het trainen.”

De coureur van Lotto-Belisol moet zijn programma nog met de ploegleiding bespreken. “Ik heb geen idee of ik volgend jaar weer de Giro mag rijden. Ik zou in ieder geval heel graag starten in een grote ronde. Dan heeft de Giro absoluut de voorkeur. Ik vond de ronde supermooi, dus het is een droom om er weer te starten. Of ik er mag starten is afhankelijk van wat de ploeg wil en hoe goed ik ga rijden, denk ik.” Uit fysieke testen blijkt in ieder geval dat Bulgac progressie heeft geboekt ten opzichte van 2011.

Dit alles gebeurde in het shirt van Lotto-Belisol. “Ik vind dit écht een mooie ploeg”, aldus een enthousiaste Bulgac. “Iedereen is super voor elkaar. Ook het management is super. Ze hebben daarnaast een geweldige uitstraling. Alle renners zijn bereid om zich voor een ander op te offeren. Je ziet ook wel eens dat bijvoorbeeld Vanendert werk opknapt voor een ander. We zijn eigenlijk een vriendengroep. We zijn een soort familie van elkaar. Dat is ook waarom wij dit jaar zo goed hebben gepresteerd.”

Op lange termijn hoopt Bulgac zich te kunnen ontwikkelen tot een renner voor de grote rondes. Hij vertelt dat hij er alles aan doet om op dat vlak zo goed mogelijk te worden. Bulgac laat in het gesprek merken erg zelfkritisch te zijn om dat te bereiken. “Zeker weten. Je moet hard zijn om het beste uit jezelf te halen, denk ik. De sport zelf is niet zacht. Ik kan wel zacht voor mezelf zijn, maar dan word je misschien kapot gemaakt.” Wat er ook gebeurt, met de mentaliteit zit het bij hem wel goed.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.