Van Kessel en ploegmaats geklopt in Waterloo: “Heel aparte situatie”
Corne van Kessel en zes ploegmaats van Telenet-Fidea waren zaterdagavond tijdens de Trek CXC Cup geen partij voor Steve Chainel. Sommigen zouden het een blunder of een gebrek aan tactisch vermogen noemen, maar de gelaten reactie van Van Kessel (vierde) spreekt boekdelen: “We zijn vandaag echt op onze waarde geklopt. We hebben er alles aan gedaan om hem te nekken, maar er was er eentje sterker.”
Een vreemd, maar voor sportief manager Sven Nys ongetwijfeld prachtig zicht voor het vertrek: liefst zes van de acht plekjes op de eerste startrij werden ingevuld door de renners van Telenet-Fidea, die in Waterloo op de terreinen van hun gloednieuwe fietssponsor Trek kwamen rijden. Toch was er niet echt sprake van druk, vertelt Van Kessel aan WielerFlits. “Het was wel gewoon een heel aparte situatie. Als je met zeven man van dezelfde ploeg vooraan zit, kan je er niet onderuit dat je de koers zal moeten dragen. Dat hebben we gedaan. We hebben er alles aan gedaan om Steve Chainel te nekken, maar we raakten nooit verder weg dan een paar meter. Hij kwam telkens terug, dus zijn we op onze waarde geklopt.”
Speelde de schijnbaar lage moeilijkheidsgraad van de omloop in Waterloo hen misschien parten? “Het klopt dat de omloop niet echt in ons voordeel was. Als je in het wiel zat, had je een heel groot voordeel, omdat je echt kon profiteren van de slipstream van je voorganger. Verder zag het er misschien wel licht lopend uit, maar dat was het zeker niet. Het heeft hier gisteren stevig geregend, waardoor er veel vocht in de ondergrond zat. Dat maakte het toch best lastig, maar net niet lastig genoeg. Let op, morgen zullen we misschien blij zijn dat je een voordeel hebt in het wiel, want dan is Wout van Aert van de partij. De opdracht is dan simpel: hij moet de koers dragen, wij het wiel proberen te houden.”
Het zevental van Telenet-Fidea, met naast Van Kessel ook Jim Aernouts, Toon Aerts, Quinten Hermans, Daan Soete, Tom Meeusen en Thijs van Amerongen, pakte wel uit met enkele stevige aanvallen om het Chainel moeilijk te maken, maar speelde het verder heel braaf. “Misschien wel te braaf. Je kan zo ver gaan als je zelf wil, door je tegenstander bijna in de hekken te gaan rijden of het heel link te spelen, maar daar bereik je meer kwaad dan goed mee. Het is nog een lang seizoen, waarin we elkaar nog vaak zullen tegenkomen, dus zou het niet slim zijn om haat te gaan zaaien. We hebben het heel gemoedelijk aangepakt. Ik weet dat het soms anders is, maar dan hangt er misschien ook meer van af dan in de cross van vandaag.”
Wereldbekers
Met de wedstrijd van zaterdag in Waterloo is voor de Telenet-troepen de eerste van vier crossen op Amerikaanse bodem, waaronder de Wereldbekers in Las Vegas en Iowa, achter de rug. Mathieu van der Poel stelde zich eerder afkeurend op tegen de Wereldbekers in de VS, Van Kessel treedt zijn landgenoot niet bij. “Een mix van de Europese crossen en deze is perfect mogelijk. In Europa zijn er maar twee landen, waar de cross écht leeft: België en Nederland. Dan wijk je voor de Wereldbeker beter uit naar hun buurlanden als Frankrijk, Italië en Duitsland én dus de VS, waar de beleving niet minder is dan bij ons. Je zou ook regio’s als Scandinavië kunnen opzoeken, maar het probleem is dat daar totaal geen animo is voor de cross.”
En dat is in de Verenigde Staten dus wel het geval, aldus van Kessel, die het heel fijn vindt om aan de andere kant van de grote plas te crossen. “Alle mensen langs de kant van het parcours zijn enthousiast. De fans kennen iedereen van ons bij naam en laten het niet na om ons toe te juichen. Dat zorgt voor een bijzonder fijne sfeer. Ik heb al crossen in Nederland gereden waar er veel minder mensen waren om de renners aan te moedigen. Daarom kijk ik extra uit naar de Wereldbekers, waar ik zeker top 10 wil rijden. Dat moet gewoon het doel zijn. Als ik daar uitpak met een supersterke wedstrijd en ik finish alsnog als tiende, dan zal ik natuurlijk niet blij zijn, maar in normale omstandigheden is er weinig aan Van Aert te doen.”
Als een sponsor alleen belangen heeft in Nederland en Belgie dan is de huidige situatie qua exposure OK omdat veel crossen op Tv zijn. Maar ik ben het met je eens dat je dan niet zo makkelijk grote of buitenlandse sponsoren kunt aantrekken. Daardoor zal het veldrijden dan dat kleine wereldje blijven. Verder heb je ook goede buitenlandse renners nodig die mee kunnen strijden. Als er geen goede buitenlandse renners zijn, dan zal een buitenlandse sponsor ook niet gauw interesse hebben. In het buitenland is het vaak een tijdje goed qua crossers, maar zakt het dan weer in als de goede renners stoppen. Zwitsers deden het in het verleden goed en ook de Tsjechen (Simunek en Stybar), maar daar is nu niet zo veel meer van over, helaas.
In Amerika is er gelukkig veel animo voor cyclocross, ook op recreatief niveau. Er worden daar meer cx fietsen verkocht dan in Europa en een hoop leuke wedstrijden georganiseerd. Die scene zou best hier naar toe mogen overwaaien.
tja.