Eindejaarslijstjes: De beste belofte van 2016
Heel de maand december blikt WielerFlits terug op het wielerjaar 2016. Iedere werkdag een nieuwe terugblik met een bijbehorende poll. Vandaag bespreken we de beste belofte van 2016.
Beloften zijn de toekomst van het wielrennen. Wie in de U23-categorie niet op de voorposten van het peloton voorkomt, zal in het profpeloton niet heel snel zijn plekje vinden. Uitzonderingen daargelaten, want Chris Froome was in deze categorie bijvoorbeeld geen wereldtop. Toch vinden de wielervolgers in het beloftencircuit de helden van morgen. Mede daarom hebben we op WielerFlits het voorbije seizoen meer aandacht besteed aan de U23-categorie.
Adrien Costa
De nieuwe rising star van het wielrennen heet Adrien Costa. De piepjonge Amerikaan (19) zijn roots liggen in Europa, want Costa’s ouders zijn beiden Frans. Costa draagt beide nationaliteiten en spreekt vloeiend Engels en Frans. Afgelopen winter maakte hij de overstap van de junioren naar de beloften, nadat hij 2015 afsloot als beste junior van de wereld. Normaal gesproken hebben renners een jaar of twee nodig om te wennen aan het U23-niveau, maar daar had Costa ogenschijnlijk weinig moeite mee.
De ranke Amerikaan uit Los Altos kwam het afgelopen seizoen uit voor Axeon-Hagens Berman, de opleidingsploeg van Axel Merckx. Zijn seizoen begon voortvarend in de lastige Belgische rittenkoers Le Triptyque des Monts et Châteaux, waarin hij vijfde werd. In de daarop volgende Ronde van Vlaanderen voor beloften trok hij in de finale ten aanval, maar moest hij uiteindelijk toezien dat hij werd teruggepakt. In een sprint met zeven zou hij uiteindelijk als laatste over de meet bollen.
Dat Costa het vooral moet hebben van rittenkoersen, bleek niet veel later. In mei won hij namelijk de Tour de Bretagne, voor sterke renners als Lennard Hofstede en Jeroen Meijers. In de Rhône-Alpes Isere Tour werd hij na Hofstede en prof Jérômd Baugnies derde. Ook op eigen bodem liet de Amerikaan zien dat hij barst van het talent. In de Tour of Utah werd hij na een driestrijd tussen hem, Lachlan Morton en Andrew Talansky namelijk tweede. In de Tour de l’Avenir was hij op het einde van het seizoen een van de favorieten. Costa won er de individuele tijdrit, maar kwam bergop nog iets tekort ten opzichte van wat oudere generatiegenoten. Hij werd uiteindelijk derde, waardoor hij meedingt naar de ‘Beste belofte van 2016’.
David Gaudu
Frankrijk produceert de laatste jaren het ene na het andere talent. Thibaut Pinot, Romain Bardet, Arnaud Démare, Nacer Bouhanni, Bryan Coquard en Julian Alaphilippe zijn daar allemaal voorbeelden van. Ook in 2016 stond er weer eentje op. De 20-jarige David Gaudu hield in twee van de zes UCI Nation’s Cup U23-koersen namelijk stevig huis.
In de Vredeskoers in juni was hij bij de pinken. In de tweede rit, met aankomst bergop, bleef hij met de beste drie klimmers – Costa was daar ziek – uit de U23-categorie over. Het deerde de Fransman niet, want in de slotkilometers dartelde hij vrolijk bij hen weg. Daarna nam hij twee maanden niet deel aan UCI-koersen, maar in de Tour de l’Ain stond hij er weer. Tussen de profs hield hij zich knap staande: Gaudu werd uiteindelijk vijfde in het eindklassement, op slechts elf seconden van winnaar Sam Oomen.
Gaudu’s definitieve ‘doorbraak’ bij de beloften volgde uiteindelijk in de Ronde van de Toekomst. Samen met Costa, Edward Ravasi en prof Egan Arley Bernal was hij een van de topfavorieten. Op eigen bodem liet hij daar geen gras over groeien. In de bergetappes maakte hij het verschil, al had de Fransman pech dat in drie van de vier ritten de vroege vlucht vooruit bleef. De ene etappe waarin dat niet gebeurde, wist hij te winnen. Met de eindzege in de Tour de l’Avenir op zak, kan Gaudu natuurlijk niet ontbreken in de verkiezing ‘Beste belofte van 2016’. Komend seizoen is hij bovendien prof bij FDJ.
Tao Geoghegan Hart
Tao Geoghegan Hart staat al jaren te boek als een groot talent, die op veel terreinen uit de voeten kan. Mede daarom wilde Sky hem eind 2015 al naar de ploeg halen, maar vond de Brit zelf dat hij beter nog een jaar bij Axeon-Hagens Berman kon blijven. Zijn seizoen begon goed met ereplaatsen in Portugese rittenkoersen en Italiaanse eendagswedstrijden. Toen hij zich in de Ronde van Vlaanderen en Luik-Bastenaken-Luik ging meten met zijn leeftijdsgenoten, bleven de topresultaten aanvankelijk uit.
Toen zijn Amerikaanse ploeg in de Verenigde Staten wedstrijden ging rijden, kwam Geoghegan Hart bovendrijven. In de Tour of Gila (zesde) en de Amgen Tour of California (twaalfde), zette hij mooie ereplaatsen neer. Terug in Europa kon hij in de Vredeskoers wel met de besten mee, maar moet daar opboksen tegen een te sterke Gaudu. In de zware klimkoers Tour de Savoie Mont Blanc was hij in een hevig duel de mindere van het Spaanse talent Enric Mas.
Na een rustperiode hervatte de Brit in de Tour of Utah zijn seizoen. Hij werd daar twaalfde in het eindklassement, waarna de Tour de l’Avenir volgde. In Frankrijk behoorde hij vooraf tot de outsiders en dat bleek: een zesde plek in het eindklassement was het verdict. Nadien betwistte Geoghegan Hart de Tour of Britian met de Britse nationale ploeg, waarin hij als twaalfde eindigde. Nog altijd was Sky geïnteresseerd en nu hapte het 21-jarige talent wel toe: volgend jaar is hij prof bij de brigade van Sir David Brailsford.
Amund Grøndahl Jansen
Een van de meest constant presterende beloften van 2016, is LottoNL-Jumbo-aanwinst Amund Grøndahl Jansen. De 22-jarige Noor reed een aantal mooie uitslagen in de eerste maanden van het jaar, wat resulteerde in een vierde plek tijdens de Ronde van Vlaanderen U23. Alleen David Per, Jonathan Dibben en Corentin Ermenault waren daar sneller. Nog geen week later wist hij voor het eerst te winnen. Na een goede ploegentijdrit met Noorwegen, schreef Grøndahl Jansen de ZLM-Roompot Tour op zijn naam.
Daar bleef het niet bij. Na een opgave in de Tour de Bretagne en een vrij onzichtbare Tour of Norway, wist de Noor eind mei de Tour de Gironde op zijn naam te schrijven. Een klein maandje later werd hij bovendien Noors beloftenkampioen op de weg, door net uit de greep van het sprintende peloton te blijven. Na de Arctic Race of Norway, liet de renner van Joker-Byggtorget in de Tour de l’Avenir weer van zich spreken. In de eerste rit zat hij mee in de vroege vlucht, maar moest hij zijn meerdere erkennen in Vincenzo Albanese.
De Noor kan zijn nederlaag maar moeilijk verkroppen en wilde de dag nadien koste wat kost wederom mee met de vlucht van de dag. Dat lukte en de vluchters bleven vooruit: in een sprint met drie liet hij Dibben en Nico Denz vervolgens kansloos, waardoor Grøndahl Jansen. de leiderstrui een aantal dagen om zijn schouders had. In het hooggebergte moest hij vervolgens passen. In Olympia’s Tour was hij daarna ook goed bezig, al verloor Grøndahl Jansen veel tijd tijdens de tweede etappe. Uiteindelijk werd hij elfde in het eindklassement, alvorens hij Kristoffer Halvorsen naar de wereldtitel hielp in Doha. Zelf werd hij vijfde. Reden genoeg om Grøndahl Jansen tot ‘Beste belofte van 2016’ uit te roepen?
Kristoffer Halvorsen
Noorwegen heeft de laatste decennia over talent niet te klagen gehad. Thor Hushovd, Alexander Kristoff en Edvald Boasson Hagen hebben dat reeds bewezen. Naast Grøndahl Jansen, kan daar op termijn mogelijk ook Kristoffer Halvorsen bij komen. De 20-jarige Noor werd in maart verrassend tweede in Nokere Koerse. Tijdens de beloftenkoersen Gent-Wevelgem U23 (negende) en de ZLM-Roompot Tour (vierde in het eindklasement) liet hij zien dat hij goed tot z’n recht komt in wedstrijden door de Lage Landen.
Na een aantal ereplaatsen liet Halvorsen in de Ronde van de Toekomst weer van zich horen. Na twee succesvol afgeronde vluchtpogingen, was de Noor in de eerste echte massasprint van de Tour de l’Avenir de snelste. In de bergen hield hij het daarna snel voor gezien, maar dat was gezien zijn programma niet gek. Halvorsen ging na de Toekomstronde namelijk een paar profkoersen aandoen en won er en passant ook nog een. Tijdens de GP d’Isbergues-Pas de Calaus verschalkte het sprinttalent Romain Feillu, Baptiste Planckaert en Daniel McLay.
Die zege bleek een opmaat voor een bijzonder succesvol naseizoen. In Olympia’s Tour was hij de te kloppen sprinter. In de twee enige ritten waar het echt op een pure massasprint aankwam, bleek Halvorsen de snelste te zijn. Het gaf hem vertrouwen met en oog op het WK. Daar wilde hij namelijk groots uitpakken. En zo geschiedde. Grøndahl Jansen zette Halvorsen uitstekend af, waarna de jonge Noor het klusje klaarde. En een wereldkampioen mag in deze verkiezing natuurlijk niet ontbreken.
Outsiders
Een uitgesproken favoriet voor de ‘Beste belofte van 2016’ is er niet. Het lijstje met outsiders is daarom best wel lang. Denk bijvoorbeeld aan David Per, winnaar van de Ronde van Vlaanderen voor beloften. Maar ook Pascal Ackermann (zilver op het WK) en Neilson Powless (negende in de Tour of California) staken hun neus aan het venster. Bjorg Lambrecht en Michael Storer lieten bovendien zien dat zij over veel talent beschikken.
Naast Costa, Gaudu en Geoghegan Hart, zijn er meerdere beloftes geweest die in de zwaardere rittenkoersen kwamen bovendrijven. Denk dan aan jongens als Edward Ravasi, Enric Mas en Kilian Frankiny. Maximillian Schachmann en Mads Würtz Schmidt maakten minder grote stappen als de jaren ervoor, maar waren in 2016 ook op dreef. Daarom mag ook Cees Bol niet ontbreken, die Olympia’s Tour won. Mocht je nu denken: ‘Ja, maar waar is Mads Pedersen dan?’ Dat antwoord is heel simpel. Pedersen was het voorbije jaar prof bij Stölting Service Group en dingt daarom niet mee naar deze titel.
[poll id=”374″]
Voor mij is MvdP trouwens nog steeds de beste belofte.
Lambrecht wordt wel degelijk genoemd. Zijn maatje Harm Vanhoucke had misschien nog een vermelding verdiend. Kleine ronde van Lombardije winnen en een rit in Savoie Mont Blanc als eerstejaars is ook niet niks.
Geboortejaar zou geen rol moeten spelen, het moet gewoon gaan om wie het beste heeft gepresteerd, niet over wie de meeste potentie heeft.
Het lijstje is op alfabetische volgorde.
Ik doelde op de poll.
Ga je voor 'belofte waar je het meest van verwacht in de toekomst' dan spelen leeftijd en ervaring een hele grote rol in je keuze.
Ik ga voor de 2e benadering en kies daarom Costa. Omdat hij in sittard traint mogen we hem natuurlijk een halve Nederlander noemen: Adriaan Koster.
Hij hoort tenminste naar mijn idee op elk facet wel bij de besten (klimmen, tijdrijden, klassiekerparcoursen)
Als je voor het tweede gaat dan klopt de vraag van de poll niet.
Het is een verkiezing voor beste belofte van het jaar en dan moet je volgens mij kijken wie het beste gepresenteerd heeft in die categorie.
Ik denk dat iedereen het erover eens is dat Costa het grootste talent is.
leuke discussie, belooft veel!!!
Overigens is Albanese wel een gemis, ja. Wint o.a. een Italiaanse semiklassieker door o.a. Belletti te verschalken in de sprint. Wordt ook pas volgend jaar prof.