Voorbeschouwing: Giro 2013 – Het parcours
donderdag 2 mei 2013 om 07:58

Voorbeschouwing: Giro 2013 – Het parcours

girocol

foto: Sirotti

Komende zaterdag gaat de Giro d’Italia van start in Napels. Over een lastig parcours moet het peloton zich drie weken lang inspannen om aan het eind te finishen in Brescia. In de tussentijd zullen er een aantal etappes gewonnen worden door sprinters, aanvaller, tijdrijders en klimmers. WielerFlits blikt hier vooruit op de route van de ronde.

Giro d'Italia

foto: Het overzicht van de Giro d’Italia

Sprintetappes
Op het eerste gezicht zijn er zes etappes die waarschijnlijk in een massasprint gaan eindigen. De eerste is voor de sprinters de belangrijkste, want met de openingsetappe in Napels kan de roze trui veroverd worden. Er wordt in de Zuid-Italiaanse plaats twee plaatselijke rondes afgelegd. Eerst wordt vier keer zestien kilometer gedaan met een klein klimmetje, de Posillipo. Daarna is er een ronde van acht kilometer die acht keer verreden moeten worden.

Giro d'Italia

De openingsetappe van de Giro d’Italia

De andere etappes die in aanmerking komen voor een sprint zijn de vijfde, zesde, twaalfde, zeventiende en de slotetappe. Rit vijf is voor de sterke sprinters, omdat er vlak voor Matera nog een klimmetje ligt. Het parcours van de zesde etappe naar Martherita dit Savoia is biljartvlak. De twaalfde etappe naar Treviso begint nog een beetje lastig, maar het slot is eenvoudig. De zeventiende rit naar Vicenza is weer wat lastiger met nog een beklimming in de laatste twintig kilometer.

De slotrit in Brescia aankomt is opvallend, omdat de Giro niet eindigt in Milaan. Het is wel een soort van slotakkoord dat we ook kennen uit de Tour de France. Er wordt gestart in Riese Pio X, en na een vlakke aanloop van ruim 160 kilometer wordt Brescia binnen gereden. Daar worden dan zes plaatselijke rondes van 4,2 kilometer afgelegd totdat de Giro van dit jaar definitief tot het verleden behoort.

Overgangsetappes
In elke grote ronde zijn een aantal etappes die waarschijnlijk niet gewonnen zullen worden door een topsprinter, maar waar ook de klassementsrenners niet aan de bak hoeven. Het lijken er dit jaar in de Ronde van Italië vijf te zijn. Drie daarvan liggen er ook al in de eerste week: etappe drie, vier en zeven. Twee in het slot: etappe dertien en zestien.

In rit drie wordt gestart in Sorrento en eindigt in Marina di Ascea. In de laatste zestig kilometer gaat het flink op een neer met twee beklimming, één van tweede en één van derde categorie. De aankomst is in dalende lijn. Ook een dag later, in de rit van Pollicastro Bussentino naar Serra San Bruno wordt geëindigd in dalende lijn. Er liggen weer twee beklimming in de slotfase. De laatste van tweede categorie heeft zijn top op minder dan zeven kilometer van het einde. In rit zeven naar Pescara gaat het de hele dag op en neer, zonder echt lange beklimmingen. Een aanvaller is hier in zijn sas.

De voorlaatste ‘overgangsetappe’ gaat van Busseto naar Cherasco, met maar één echte klim van derde categorie. Maar de slotfase lijkt te lastig voor een sprinter. De zestiende etappe gaat van het Franse Valloire naar Ivrea, terug in Italië. In het begin van de dag moet nog een zware beklimming van eerste categorie, de Col du Montcenis, gedaan worden. Daarna wordt het eenvoudige, maar in de slotfase ligt nog de Andrate van derde categorie.

Tijdritten
Er zijn tijdens de 96e Giro d’Italia drie tijdritten opgenomen in het wedstrijdparcours. Alle drie zijn van heel verschillende aard. Er wordt op dag twee begonnen met een ploegentijdrit op het eiland Ischia, dat voor de kust van Napels ligt. Er wordt van oost naar west gereden van de plaats Ischia naar Forio. Het 17,4 kilometer is licht glooiend, wat het niet makkelijker maakt.

De tweede tijdrit is op de tweede zaterdag van de ronde. Er wordt van Gabicce Mare naar Saltara in het Zuidoosten gereden. Het is een hele klus, want er zal maar liefst 54,8 kilometer solo verreden moeten worden. De eerste 25 kilometer is het veel draaien en keren, daarna worden het meer rechte stukken. De laatste vijf kilometer loopt licht bergop.

Giro d'Italia

De klimtijdrit over de Monte Baldo

De laatste tijdrit is wel een stuk korter, maar ook erg zwaar. Het is namelijk een klimtijdrit van Mori naar Polsa over de Monte Baldo. De eerste 8,1 kilometer heeft een stijgingspercentage van gemiddeld 6,1 procent, daarna wordt het iets minder. De laatste 6,3 kilometer gaan echter weer aan gemiddeld 6,8 procent.

Klimetappes
Dan blijven er nog maar liefst zeven bergetappes over waar het verschil gemaakt kan worden door de klimmers. De eerste echte bergrit ligt wel pas in week twee, wanneer er van Sansepolcro naar Firenze gereden wordt. Onderweg is er één van eerste categorie en in de slotfase wordt de Fiesolo aangedaan, die dit najaar ook in het WK-parcours opgenomen is.

Twee dagen later ligt de eerste echte aankomst bergop op de Altopiano del Montasio. Op weg daar naartoe moeten de renners nog de Passo Cason di Lanza beklimmen. Ook een dag later is het weer raak met een finish in Vajont bovenop een bergje van tweede categorie.

Giro d'Italia

De etappe naar de top van de Galibier

Het volgende zware klimwerk volgt in rit veertien en vijftien. In de veertiende rit is er eerst de lange klim naar Sestrière van tweede categorie gevolgd door de steile slotklim naar Bardonecchia met percentage tot maximaal veertien procent. Een dag later wordt Marco Pantani geëerd. Er wordt namelijk naar Frankrijk getrokken waar een lastige slotfase volgt met de Col du Télégraphe en de legendarische Col du Galibier.

Giro d'Italia

De laatste bergrit van de Giro d’Italia

Het zwaartepunt van deze Ronde van Italië ligt in de slotdagen. Eerst de klimtijdrit op donderdag en daarna twee loodzware bergritten op vrijdag en zaterdag. Op vrijdag start men in Ponte di Legno. Na de passages van de Passo di Gavia, de Passo dello Stelvio eindigt men op de klim van de Val Martello. Deze relatief onbekende klim is ruim 22 kilometer lang met vooral een steile slotkilometer. Een dag later wordt de Giro definitief beslist in de rit van Silandro naar de top van de Tre Cime de Lavaredo. Voor de slotklim worden ook al de Passo Castalunga, de Passo di San Pellegrino, de Passo Giau en de Passo Tre Croci bestegen.

Er zitten dus veel bergen in deze Giro d’Italia, maar er moet ook drie keer tegen de klok gereden worden. Zonder klimcapaciteiten ga je er zeker niet komen in deze editie, maar door de lange vlakke tijdrit kan je ook heel veel tijd verliezen in deze discipline. Door de zwaarte dit jaar zal de winnaar dus zeker van goede huize moeten komen.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.