Tour 2018: Vooruitblik op het parcours van de 105de Tour de France
Vanaf zaterdag 7 juli kunnen wielerliefhebbers en francofielen wederom hun hart ophalen aan het Franse landschap, dat drie weken het decor zal vormen van de strijd om het felbegeerde geel. WielerFlits neemt de route tussen Noirmoutier-en-l’Île en de Champs-Élysées in vogelvlucht met je door.
Tijdens de 105e editie van de Tour de France wordt er in 21 etappes 3.351 kilometer afgelegd. Het routeboek telt slechts 66 kilometers tegen de klok, waarvan meer dan de helft tijdens de ploegentijdrit. Er zijn slechts 31 individuele tijdritkilometers. Enkel in de Tour van 2015 waren er minder. De route gaat met de klok mee. In tegenstelling tot de laatste drie edities doet de Tour eerst de Alpen en dan de Pyreneeën aan. Er zijn echter maar drie echte bergritten met aankomst bergop (La Rosière, Alpe d’Huez en Saint-Lary Soulan). Voor de sprinters liggen er volop kansen: acht ritten worden aangemerkt als vlak.
Ouverture in het Westen
Na een jaar het westen van Frankrijk genegeerd te hebben, maakt organisator ASO dat in 2018 ruimschoots goed. Het Grand Départ vindt namelijk plaats in het departement Vendée aan de westkust van Frankrijk. Het is de vijfde keer dat de grootste wielerwedstrijd ter wereld in de Vendée van start gaat. De laatste keer was in 2011, toen Philippe Gilbert in Les Herbiers het geel pakte na een rit die bij het Passage du Gois van start ging.
Dit jaar wordt er niet ver van het Passage du Gois gestart. Op zoek naar aantrekkelijke locaties viel het oog op het eiland Noirmoutier, met de auto ongeveer een uur ten westen van Nantes. Het eiland wordt met het vasteland verbonden door middel van een brug en Passage de Gois, een vier kilometer lange weg die bij vloed in de zee verdwijnt. In 1999 werd de doorkomst over deze glibberige weg een waar slagveld met valpartijen waarbij onder meer Alex Zülle en Michael Boogerd betrokken waren. In 2011 reden de renners geneutraliseerd over deze bijzondere passage. Dit jaar wordt die weg in tegenstelling tot eerdere berichten vermeden en kiest de organisatie voor de veilige, 583 meter lange Pont du Noirmoutier. Het restant van de rit naar Fontenay-le-Comte voert de renners over een vlak parcours, dus de kans is groot dat een sprinter zich na de openingsdag in het geel mag hijsen. Of zullen waaiers in deze rit – die voor een belangrijk gedeelte langs de Atlantische kust voert – daar een stokje voor steken?
Ploegentijdrit en Muur
Ook etappes twee en drie voeren door de Vendée, over wegen die bekend voor kunnen komen uit de Chrono des Herbiers of de Tour de Vendée. Na een vlakke rit naar La Roche Sur Yon volgt op maandag de ploegentijdrit in en rond Cholet. Het 35 kilometer lange traject (de langste in een grote ronde sinds 2009) voert voornamelijk ten westen van de stad. Het parcours is met slechts tien bochten niet heel technisch en gaat over een golvend parcours van ongeveer 300 hoogtemeters. Gaan de topploegen hier de concurrentie op achterstand zetten?
Op dinsdag wordt de Vendéee ingeruild voor een andere wielergekke regio: Bretagne. Na wederom een vlakke rit tussen La Baule en Sarzeau, zien we in de etappe naar Quimper al het nodige hoogteverschil. Het peloton rijdt hier over het schiereiland Finistère, wat fin des terres (het einde van het land) betekent. Het profiel doet aan een rit door de Ardennen denken.
De rit van donderdag wordt afgesloten met een steile aankomst. De Mûr de Bretagne (twee kilometer aan 6,9%) moet in de finale twee keer beklommen worden. Bij de laatste Tourpassage in 2015 was het Alexis Vuillermoz die hier wist te zegevieren. Het feit dat er bij de eerste passage bonificatieseconden te verdienen zijn, zou de finale wel eens extra spannend kunnen maken. De dag erop staat op vrijdag de dertiende de vlakke rit naar Chartres op het menu. De langste rit van deze Tour wordt waarschijnlijk opnieuw een prooi voor de sprinters.
Vleugje Parijs-Roubaix
Na de rit naar Chartres trekt de Tour noordwaarts. In Amiens zal op quatorze juillet waarschijnlijk opnieuw gesprint worden, maar de dag erop mag er op vuurwerk worden verwacht. Op de dag van de WK-finale liggen er in de rit naar Roubaix in slechts 156,5 kilometer wedstrijd maar liefst 21,7 kilometer aan kasseistroken verdeeld over 15 sectoren. Hoewel de zware stroken uit de Helleklassieker ontbreken, zullen de klassementsrenner hier bij de les moeten zijn. De finale zou wel eens hectisch kunnen worden. Tegenslag kan er immers voor zorgen dat de gele droom opgeborgen kan worden.
Drieluik in de Alpen
Veel tijd om bij te komen van de kasseien, krijgen de renners niet. Na de rit naar Roubaix volgt een lange verplaatsing zuidwaarts. De Vogezen en de Jura worden overgeslagen en daags na de rustdag in Annecy staat de eerste van drie zware Alpenritten op het programma.
De eerste bergrit van deze Tour brengt de renners naar Le Grand-Bornand. Onderweg wachten er onder meer drie cols van de eerste en een van de buitencategorie. Ongeveer halfverwege rijden de renners tijdens de beklimming van de Plateau du Glières 1,8 kilometer over smalle gravelwegen. Aangezien de top op negentig kilometer van de aankomst ligt, is het niet de verwachting dat we hier al spektakel gaan zien. Hopelijk zien we dat wel in de finale. Dan wacht met de Col de Romme (8,8km aan 8,9%) en de Col de la Colombière (7,5km aan 8,5%) nog twee pittige beklimmingen. Vanaf de top van de laatste klim is het nog 14,5 kilometer in een snelle afdaling tot aan de finish.
Explosieve rit
De rit naar La Rosière is een kopie van de door Pello Bilbao gewonnen rit in de voorbije Dauphiné. De etappe is qua afstand met 108,5 kilometer kort te noemen, maar met twee cols van de buitencategorie en een aankomst op een col van eerste categorie mag hier het nodige vuurverk verwacht worden. ASO hoopt met deze korte rit het afwachtende patroon te doorbreken. Vrijwel vanaf de start gaat het omhoog en na 26 kilometer ronden de renners op de Montée de Bisanne de eerste top van de dag. Via een afdaling van de col des Saisies wacht met de Col du Pré de volgende hindernis. Deze onregelmatige beklimming kent meer dan vijf kilometer aan 9%, over smalle haarspeldbochten. Na de Cormet (dialect voor Col) de Roselend – met een prachtig uitzicht over het stuwmeer – volgt de afdaling en de slotklim naar La Rosière, dat deel uitmaakt van het skigebied Espace San Bernardo.
Op donderdag volgt er een klassieke Alpenrit, met maar liefst 71 kilometer bergop en een bezoek aan ‘de Nederlandse Berg’. Na vijf jaar doet de Tour de Col de Madeleine weer eens aan. Na de beklimming van de Croix de Fer wachten de fameuze 21 haarspeldbochten richting Alpe d’Huez, waar de Tour voor de dertigste keer finisht. Hoewel de laatste overwinning alweer dateert van 1989, bewaart de Nederlandse wielerfan met acht zeges goede herinneringen aan de Alpenreus. De laatste jaren waren het met Pierre Rolland (2011), Christophe Riblon (2013) en Thibaut Pinot (2015) echter vooral de Fransen die hier het zegegebaar maakten.
De relatief vlakke overgangsetappe naar Valence lijkt op papier niet al te lastig, maar de Monts du Matin en de mogelijk aanwezige Mistral kunnen deze rit verraderlijk maken. Op zaterdag volgt een etappe door het middengebergte naar Mende, waar met de beklimming van de Cote de la Croix Neuve het venijn in de staart zit. Drie jaar geleden wist Stephen Cummings hier in extremis de Franse favorieten Pinot en Romain Bardet nog te verschalken. Op zondag zouden de vluchters weleens voor succes kunnen gaan. De top van de laatste beklimming ligt op 41,5 kilometer van de aankomstlijn, die ligt in de middeleeuwse vestingstad Carcassonne. In de finale is het goed mogelijk dat de wind (bekend als de vent d’Autan) een rol van betekenis zal spelen.
Slotweek door de Pyreneeën
Na een welverdiende tweede rustdag volgt er wederom een bergetappe. Na een openingsfase door een glooiend landschap rijdt het peloton in het tweede gedeelte van de etappe over de Portet d’Aspet, de berg waar Fabio Casartelli in 1995 verongelukte. Na de Col de Menté rijdt de Tour een klein stukje door Spanje. Na de beklimming van de Col du Portillon volgt nog een afdaling van tien kilometer naar Bagnères-de-Luchon. Chris Froome bewaart goede herinneringen aan deze aankomstplaats. Twee jaar geleden wist hij hier enkele seconden op zijn concurrenten te winnen na een wel heel onorthodoxe afdaling.
Debuut van een bijzondere formule
Op woensdag volgt er een rit die nog korter is dan de Alpenrit van een week eerder. De zeventiende rit telt namelijk slechts 65 kilometer, maar voert desondanks over drie Pyreneeëncols. Van de 65 kilometer gaan er 38 kilometer bergop. De renners krijgen ruim 3000 hoogtemeters voorgeschoteld. Wat de etappe nog specialer maakt, is dat de rit volgens een speciale startformule wordt verreden. De renners zullen namelijk op volgorde van hun plaats in het klassement vertrekken. Door de renners in groepen te laten vertrekken, hoopt men een extra tactische uitdaging toe te voegen. De eerste twintig renners uit het klassement zullen als eerste starten. Vanuit de start is het klimmen geblazen met de beklimming van de Col de Peyresourde, maar de bergpunten worden enkele meters hoger verdeeld op de Montée de Peyragudes.
De slotklim maakt zijn debuut in de Tour, maar dat weerhield Tourdirecteur Christian Prudhomme er niet van om de Col de Portet (16 km aan 8,7%) te betitelen als een ‘Tourmalet bis’. De beklimming gaat voor een groot gedeelte over de gekende Pla d’Adet. Na zeven kilometer wordt er in plaats van richting Pla d’Adet via een smalle weg van acht kilometer koers gezet richting Saint-Lary-Soulan, waar op 2215 meter het hoogste punt van deze Tour wordt bereikt.
Zware test over de Tourmalet en de Aubisque
Vier dagen voor het einde volgt er nog een vlakke overgangsrit naar Pau, voordat er op vrijdag de laatste zware bergrit volgt. En wat voor een: een rit met maar liefst 4700 hoogtemeters. In de tweehonderd kilometer lange etappe van Lourdes naar Laruns is de Col d’Aspin (11,9 km aan 6,7%) na 66 kilometer de eerste serieuze klim van de dag. De legendarische Col du Tourmalet werd in 1910 voor het eerst opgenomen in de Tour en is anno 2018 toe aan zijn 83e passage. Na de afdaling naar Argelès-Gazost doet de Tour na 19 jaar weer eens de Col des Bordères (13,2 kilometer aan 5,2%) aan. De toen nog relatief onbekende Miguel Induraín kwam hier in 1989 als 24-jarige als eerste boven. Na een korte afdaling gaat het naar de Col de Soulor (7,2 km aan 8,4%). Als verlengde volgt de Col d’Aubisque (6km aan 5,5%). Ook deze rit eindigt niet bergop, vanaf de top is het nog twintig kilometer tot de finish. Er moet wel een kanttekening worden gemaakt. Vanwege de vele regenval en aardverschuivingen is het nog onzeker of de volledige route afgelegd kan worden.
Indien de top van het klassement nog niet in een definitieve plooi ligt, dan volgt daags voor het einde de apotheose met een 31 kilometer lange rit tegen de klok. Gezien het parcours zullen de klassementsrenners hier opnieuw op de voorgrond treden. De route in Frans Baskenland is immers allerminst vlak, waardoor de specialisten die graag op de grote molen rijden niet tot de favorieten behoren. Naast technische afdalingen met scherpte bochten vormt de Col de Pinodieta (900 meter aan 10,2%) in de slotfase nog een laatste hindernis. Aankomstplaats Espelette staat bekend om zijn pittige pepers. Volgens de legende nam Columbus het plantje mee uit Mexico dat nergens kon gedijen, behalve dan in de streek Aquitane. Krijgen we hier ook een pittige strijd voorgeschoteld?
Na een monsterverplaatsing van 800 kilometer wordt ook deze Tour traditioneel afgesloten met een avondetappe naar de Franse hoofdstad Parijs. In Houilles wordt er een begin gemaakt aan een rit van 116 kilometer. Na een passage door het Bois de Boulogne volgen acht rondjes rond de Arc de Triomphe, waarna een massasprint op de prestigieuze Avenue des Champs-Élysées de prijsuitreiking vooraf zal gaan.
Etappeschema Tour de France 2018
Etappe 1 – 7 juli: Noirmoutier-En-L’Ïle – Fontenay-Le-Comte (201 km)
Etappe 2 – 8 juli: Mouilleron-Saint Germain – La Roche-Sur-Yon (182,5 km)
Etappe 3 – 9 juli: Cholet (TTT) (35,5 km)
Etappe 4 – 10 juli: La Baule – Sarzeau (195 km)
Etappe 5 – 11 juli: Lorient – Quimper (204,5 km)
Etappe 6 – 12 juli: Brest – Mûr de Bretagne Guerlédan (181 km)
Etappe 7 – 13 juli: Fougères – Chartres (231 km)
Etappe 8 – 14 juli: Dreux – Amiens Métropole (181 km)
Etappe 9 – 15 juli: July 15, 2018 Arras Citadelle – Roubaix (156,5 km)
Rustdag (Annecy)
Etappe 10 – 17 juli: Annecy – Le Grand-Bornand (158,5 km)
Etappe 11 – 18 juli: Albertville – La Rosière (108,5 km)
Etappe 12 – 19 juli: Bourg-Saint-Maurice Les Arc – Alpe d’Huez (175,5 km)
Etappe 13 – 20 juli: Bourg d’Oisans – Valence (169,5 km)
Etappe 14 – 21 juli: Saint-Paul-Trois-Châteaux – Mende (188 km)
Etappe 15 – 22 juli: Millau – Carcassonne (181,5 km)
Rustdag (Carcassonne)
Etappe 16 – 24 juli: Carcassonne – Bagnères-de-Luchon (218 km)
Etappe 17 – 25 juli: Bagnères-de-Luchon – Saint-Lary-Soulan (65 km)
Etappe 18 – 26 juli: Trie-sur-Baïse – Pau (171 km)
Etappe 19 – 27 juli: Lourdes – Laruns (200,5 km)
Etappe 20 – 28 juli: Saint-Pée-sur-Nivelle – Espelette (31 km tijdrit)
Etappe 21 – 29 juli: Houilles – Paris (116 km)
Is dat ergens beschreven of gaat de organisatie dat tijdens de Tour nog bedenken?
Op zich verders een niet onaardig parcours.
Eigenlijk missen hier alleen Viviani, Ewan, Bauhaus, Ackermann, Bennett, Consonni en v. Poppel volgens mij.
De bergen tradiotioneel te laat in de Tour voor mij. Begin er eens aan in week 1.
In een aantal etappes wordt met extra boni’s gewerkt (3,2,1). Geen tijdsverschil tussen de groepen in die korte klimetappe. Graag wat meer duiding over beide noviteiten wellicht. De verhalen per etappe vind ik ook leuker (met kaartje inderdaad).
Verder hoop ik op een tour zoals vorig jaar, veel leuke etappes. Ben beetje bang dat het met al die sprintetappes weer een beetje zoals 2 jaar geleden is, wat was dat verschrikkelijk. Even afwachten nog.
reactie wf: We hebben de profielplaatjes eerder deze maand al eens gemeld in een bericht. De link hiernaar staat onder aan de voorbeschouwing
Denk wel dat de ploegentijdrit direct al een paar kopmannen flink op achterstand zal zetten bv Bardet, Mollema en Fuglsang.
Al met al een mooi parcours waarin ondanks de weinige hoogtemeters de eerste week enorm gevaarlijk is voor het klassement.
In zijn totaliteit moet de winnaar van deze editie echt de meest complete renner van het moment zijn. Sprintetappes, punch etappes, kassei etappes, een individuele tijdrit, lange en korte bergetappes, aankomsten bergop EN na een afdaling. Bovendien moet je een verrekte goed team meenemen, met zo'n lange TTT en een grote kans op waaiers in diverse etappes.
Goed gebalanceerd met andere woorden...
Ik begin mensen die zeggen dat de Giro leuker is steeds beter te begrijpen.
Is er ergens een linkje naar alle profielen? Want als de giro en afgelopen NK ons iets geleerd heeft is dat ogenschijnlijke sprintetappes niet per definitie in colonne naar de finish rijden betekend.
Ik heb verrassend veel zin in de editie van dit jaar, voornamelijk omdat op de dauphine en TdS na er redelijk attractief en agressief wordt gekoerst dit jaar.
De sprintetappes zijn vooral aan het begin geconcentreerd.
Ik hoop ECHT op waaiers in de eerste week. Anders vind ik het saai worden...