Tadej Pogačar verbindt toekomst aan UAE Emirates
UAE Emirates is erin geslaagd om toptalent Tadej Pogačar vast te leggen voor 2019, weet WielerFlits. De Sloveen viert op 21 september pas zijn twintigste verjaardag, maar de jongeling bulkt van het talent. Samen met Robert Stannard en Jasper Philipsen, hoort de renner van Ljubljana-Gusto-Xaurum op dit moment bij de grootste drie beloftenrenners ter wereld.
Pogačar komt vooral goed tot zijn recht in zware eendagswedstrijden en de zwaardere rittenkoersen. Zo werd de Sloveen vorig jaar zevende in de Ronde van Lombardije voor beloften en werd hij dit jaar vijftiende in de Ronde van Vlaanderen U23. In mei wist hij na een indrukwekkende solo in de laatste rit de Vredeskoers U23 (Nation’s Cup) op zijn naam te schrijven.
Ook tussen de profs wist Pogačar zich al te tonen. Dit jaar werd hij onder meer dertiende in de Ronde van Kroatië. Tijdens de Ronde van Slovenië maakte hij het zelfs de WorldTour-renners lastig. De jongeling werd knap vierde, na Primož Roglič, Rigoberto Urán en Matej Mohorič. Hoewel het toptalent dus nog erg jong is, heeft hij de potentie om uit te groeien tot een sterke coureur. Als neoprof tekent de renner van Ljubljana-Gusto-Xaurum in ieder geval een contract voor twee seizoenen bij UAE Emirates.
Ploegleider Joxean Matxin Fernández van de ploeg uit de Emiraten speelde een grote rol in het aantrekken van Pogačar. De Spanjaard was de voorgaande drie seizoenen als scout actief voor Quick-Step Floors en struinde voor die ploeg het beloftencircuit af. Sinds afgelopen winter is hij werkzaam voor UAE Emirates. In de eerste maanden van dit jaar bood die formatie de jongeling een voorcontract aan. De Sloveen heeft deze geaccepteerd. Voor Pogačar is het te hopen dat hij verder kan groeien bij de ploeg uit het Midden-Oosten. Talenten als Simone Petilli, Simone Consonni en Oliveiro Troia lijken namelijk al eventjes stil te staan in hun ontwikkeling.
Kruijswijk was geen toptalent, Kelderman werd beter bevonden dan Dumoulin, Boom is een eeuwig toptalent, Thomas Dekker was dat ook.
Belofte Jevgeni Petrov heb ik in Plouay WK zien worden op de weg en in de tijdrit, ik dacht dat er nooit een betere zou komen.
Wie kent hem nog?
Renners net onder de top, die bereid zijn om keihard te werken komen vaak het verst..!
Consonni doet het de laatste maanden zeker niet onaardig. Maar als je ziet waartoe hij als U23-renner toe instaat was, dan moet je vaststellen dat Riccardo Minali, Pascal Ackermann en dit seizoen Fabio Jakobsen en José Álvaro Hodeg zich sneller ontwikkelen. Heeft niets met mijn persoonlijke verwachtingspatroon te maken ;-)
@Arry1337
Wat is er slecht aan? En hoe zo is dit volgens jou uit mijn perspectief geschreven? Fernández werkte de voorbeide drie seizoenen als scout van QSF. Sinds dit jaar ploegleider bij UAE Emirates. Voor de duidelijkheid heb ik nu een zin toegevoegd.
Je noemt een belangrijke factor. Een andere is m.i. dat renners het plafond van hun mogelijkheden op verschillende tijdstippen bereiken. Sommigen zijn jong volgroeid. Het zou me niet zo erg verbazen als dat het geval is bij renners als Bernal en Evenepoel. We zullen het wel zien.
Dat Ackermann zich stormachtig ontwikkelt ben ik 't volledig mee eens. En beide QS-mannen profiteren ook van een geweldige trein natuurlijk. Al zullen ze qua topsnelheid ook wel voor liggen op Consonni. Ik vind alleen Consonni wel raar staan in een rijtje met Petilli en Troia
Kan ik me enigszins iets bij voorstellen. Maar het is puur als duiding. Consonni (Petilli en in mindere mate Troia ook) toonde zich heel sterk in de U23-scene, net als Pogacar nu. That's all.
Klopt wat je zegt, Romain Sicard is ook zo'n geval. En Louis Vervaeke gaat ook stilaan het etiket van eeuwige belofte opgespeld krijgen.
@Girardengo
Zou kunnen van Bernal en Evenepoel. Van Quintana hadden we ook gedacht dat hij 27 keer de Tour zou winnen.
@Arry1337
Zo'n stukjes zijn altijd vanuit éen of ander oogpunt geschreven. Op zich is daar niets mis mee.
McNulty vind ik ook wel een aardig talent overigens. Maar zo zijn er nog wel een hele hoop te noemen.
Ik denk dat van de huidige top-5 in de Tour niemand op hun 20e had gezegd dat ze ooit maar in de buurt van het podium zouden komen. Inderdaad, resultaten bij de beloften zeggen lang niet alles.