Steven Kruijswijk schrijft geschiedenis met vierde plaats in Vuelta a España
Wat is na de Vuelta a España het verschil tussen Steven Kruijswijk en overige Nederlandse klassementsrenners als Jan Janssen, Joop Zoetemelk en Tom Dumoulin? De 31-jarige Brabander heeft – in tegenstelling tot de genoemde namen – nooit een grote ronde gewonnen. Met zijn vierde plaats in de Spaanse ronde is Kruijswijk wél de eerste Nederlander in de geschiedenis die in alle drie de grote rondes top vijf heeft gereden. WielerFlits blikt terug op deze opvallende prestatie.
Giro d’Italia 2016 – vierde
Na twee eerdere top 10-noteringen in de Italiaanse ronde, wist Kruijswijk in de Giro van 2016 zijn eerste top vijf te versieren in een drieweekse rittenkoers. Zijn uiteindelijke vierde plaats in het eindklassement voelt echter nog altijd aan als dé gemiste kans. De renner van LottoNL-Jumbo bleek die Giro namelijk oppermachtig. Na een bijzonder scherpe openingsweek, waar hij in enkele explosieve etappes verrassend tijd wist te pakken, veroverde hij in de veertiende rit naar Corvara de leiderstrui. Samen met de Colombiaan Esteban Chaves wist hij de concurrentie die dag de vernieling in te rijden. Aan de streep werd de buit verdeeld: Chavito pakte de ritzege, terwijl Kruijswijk La Maglia Rosa mocht aantrekken.
In de daaropvolgende etappes zwaaide hij als een ware Girovorst met zijn roze scepter. Op de Alpe Siusi en Andalo reed hij nog verder weg van zijn rivalen, waardoor hij de negentiende etappe naar Risoul mocht beginnen met een geruststellende voorsprong van drie minuten op naaste belager Chaves. Het kon niet meer misgaan. Toch? Een verraderlijke bocht en een sneeuwwand beslisten er anders over. Kruijswijk kwam – toen hij onder druk werd gezet door Vincenzo Nibali in de afdaling van de Colle d’Agnello – zwaar ten val. De Nederlander ging vol over kop en kwam op zijn rug terecht, maar zat in geen tijd weer op de fiets.
Wat volgde was een doldrieste achtervolging op de toch al ver uitgelopen concurrentie. In de eerste kilometers van de slotklim naar Risoul wist Kruijswijk – al dan niet door adrenaline – de schade nog te beperken. In de slotkilometers kraakte de leider echter definitief, waardoor hij uiteindelijk bijna vijf minuten verloor op ritwinnaar Nibali. In het klassement zakte hij naar plek drie, op ruim een minuut van leider Chaves. De beelden van een strompelende Kruijswijk op weg naar het hotel staan nog altijd op het collectieve netvlies. De vraag was of hij überhaupt de Giro zou uitrijden.
De rosse Brabander wist in de daaropvolgende zware bergrit naar Sant’Anna di Vinadio echter op karakter de schade te beperken. Het vasthouden van zijn podiumplek bleek te veel gevraagd, maar dankzij een heldhaftig optreden wist hij wél een vierde stek uit de brand te slepen. Na de finish in Turijn overheerste uiteraard de teleurstelling. “Ik sta hier nu toch wel met een teleurgesteld gevoel. Ik wist echter niet dat ik dit kon”, zo keek hij terug op zijn drieweekse optreden. “Hopelijk kan ik die ervaring in de toekomst gebruiken en het dan wél afmaken. Ik kom zeker terug”, klonk hij vastberaden.
Tour de France 2018 – vijfde
Na een ietwat teleurstellend 2017 – waarin hij moest opgeven in de Giro en ‘slechts’ negende werd in de Vuelta – stond het jaar daarop volledig in het teken van de Tour de France. In zijn drie voorgaande Franse optredens wist hij geen klassement te rijden. Daar moest dit jaar verandering in komen. Met slechts dertig koersdagen op de teller begon hij aan La Grande Boucle. “Deze benadering is nieuw voor mij”, zo liet hij voor de start weten. “Ik hoop dat ik door middel van een hoogtestage en intensieve trainingen mijn topniveau te pakken heb voor de Tour.”
Na de eerste week viel er nog weinig te zeggen over de nieuwe aanpak van Kruijswijk. Met een resem vlakke ritten en enkele explosieve finishes was het devies simpel: overleven. Dit deed de Nederlander dan ook met verve, al verloor hij met zijn ploeg LottoNL-Jumbo behoorlijk wat tijd in de ploegentijdrit. Het terrein van Kruijswijk – het hooggebergte – moest echter nog komen. Op dag tien doemden ze voor het eerst op: de hoge Alpentoppen. In de rit met aankomst in Le Grand-Bornand eindigde hij keurig in de buurt van de andere favorieten, terwijl hij in de felbetwiste etappe naar La Rosière de schade wist te beperken. Zijn moment de gloire moest echter nog komen.
Dat moment kwam er onderweg naar Alpe d’Huez, de Hollandse berg bij uitstek. Op de 13,8 kilometer lange Alpencol schreeuwt een massa hossende, in het oranje uitgedoste Nederlanders hun wielerhelden in bocht zeven naar boven. Alpe d’Huez: de plek waar Joop Zoetemelk, Hennie Kuiper, Peter Winnen, Steven Rooks en Gert-Jan Theunisse wisten te zegevieren. Lang leek de naam van Steven Kruijswijk aan dit rijtje te kunnen worden toegevoegd. De kopman van LottoNL-Jumbo trok al vroeg in de etappe ten aanval. De Col de la Croix de Fer bleek dé plek voor een gedurfde aanval, die de geschiedenisboeken leek in te gaan. Als een ware gems wist hij zijn medevluchters uit het wiel te rijden. Het verschil met de groep maillot jaune bleef maar stijgen: één minuut, twee minuten, drie minuten… De maximale voorsprong bedroeg op een gegeven moment zes(!) minuten, waarmee de Nederlander virtueel de nieuwe leider was. Kregen we een absolute sensatie?
Kruijswijk begon Alpe d’Huez uiteindelijk met een voorsprong van vier minuten op de favorietengroep. Zijn gele droom was inmiddels vervaagd tot de hoop op etappewinst. Dit bleek de Nederlander uiteindelijk ook niet gegund. Alle aanmoedigingen ten spijt, werd hij op minder dan vier kilometer van de streep ingerekend. In de slotkilometers verloor hij nog één minuut op ritwinnaar en gele trui Thomas, maar Kruijswijk had naam gemaakt met een fameuze solo. “Ik baal dat ik het niet heb kunnen afmaken, maar ik kon gewoon niet harder. Ik hou er echter van om op deze manier te koersen. Ik denk dat het een goede poging was, maar helaas heb ik het niet kunnen waarmaken”, zo meldde hij na afloop.
Het bleek niet het laatste wapenfeit van Kruijswijk in de Tour. In de Pyreneeën wist hij samen met zijn ijzersterke ploeggenoot Primož Roglič de koers te kleuren, waardoor hij ook wist op te schuiven in het klassement. In de laatste tijdrit naar Espelette verdedigde hij met succes zijn vijfde plaats in het klassement, goed voor zijn vijfde top 10-notering in zijn loopbaan.
Vuelta a España 2018 – vierde
Wie had gedacht dat Kruijswijk na de Tour op zijn lauweren zou rusten, kwam bedrogen uit. Het vizier werd al snel weer gericht op de Vuelta a España, de derde grote ronde van het jaar. De enige drieweekse rittenkoers waar de Nederlander nog geen top vijf wist te rijden. Tot dit jaar. Al leek een verbetering van zijn negende plaats van vorig seizoen geen sinecure. De 31-jarige renner kwam de eerste week weliswaar schadevrij door, maar verloor in de sleuteletappes tijd op de concurrentie. Na dertien ritten stond Kruijswijk op plaats tien, op 2’44” van leider Jesús Herrada.
De kentering kwam er echter in de veertiende etappe naar Les Praeres de Nava, een slotklim die verre van ideaal was voor de tempoklimmer uit Nuenen. De LottoNL-Jumbo-renner besloot om vroeg aan te gaan. Op de loeisteile stroken (ruim 20%) van Les Praeres zette hij de concurrentie flink onder druk, maar hij moest in de eindsprint toch het onderspit delven. Hij steeg in het klassement echter wel met stip naar plaats vijf, met zicht op het podium. In de daaropvolgende bergetappe naar de top van de Lagos de Covadonga wist hij zijn wagonnetje aan te haken, waardoor hij na de rustdag in een uitstekende positie begon aan de individuele tijdrit.
Kruijswijk stelde niet teleur in de 32 kilometer lange tijdrit van Santillana del Mar naar Torrelavega. Met een vierde plaats was hij de beste van de klassementsrenners, waardoor hij in het klassement steeg naar de derde plaats, op slechts 52 seconden van leider Simon Yates. Was er dan nog meer mogelijk dan het eindpodium? Het antwoord was: nee. De Brabander was de daaropvolgende etappes vooral bezig met stuivertje wisselen voor het podium. In de zeventiende etappe naar de steile Balcón de Bizkaia zakte hij naar plek vijf, om in de rit naar de Coll de la Rabassa weer naar positie drie te wippen. In de allesbeslissende bergetappe naar de Coll de la Gallina moest hij echter zijn meerdere erkennen in Enric Mas én Miguel Ángel López.
Kruijswijk doet ‘beter’ dan Dumoulin, Zoetemelk en Janssen
Het betekent dat hij in Madrid genoegen moet nemen met de vierde plaats. Een schrale troost: hij mag zich nu wél de eerste Nederlander in de geschiedenis noemen die bij de eerste vijf eindigt in alle grote rondes. Erik Breukink en Tom Dumoulin wisten weliswaar in de Giro én de Tour de top vijf te halen, maar slaagden er niet in om hetzelfde te bereiken in de Vuelta. Al kwam Dumoulin er in 2015 zeer dichtbij met een zesde plaats, na in extremis zijn leiderstrui te hebben verspeeld.
Grote ronderenners als Jan Janssen, Joop Zoetemelk en Hennie Kuiper wisten ‘slechts’ in twee van drie grote rondes de top vijf te halen, net als Johan van der Velde en Rini Wagtmans. Janssen en Zoetemelk reden in hun carrière nooit de Giro d’Italia, terwijl de beste prestatie van Kuiper in de Italiaanse ronde een 22e plaats is. Hierbij moet wel de kanttekening worden gemaakt dat de Giro en Vuelta lange tijd dicht op elkaar zaten. Pas in de jaren negentig werd de Spaanse ronde naar het najaar verplaatst.
Twee huidige vaandeldragers van het Nederlandse wielrennen, Bauke Mollema en Robert Gesink, hebben ook de nodige ervaring met het rijden van klassementen. Mollema eindigde zowel in de Giro, Tour als Vuelta bij de eerste tien, maar wist in de eerste twee rondes niet verder te komen dan een zevende en zesde plaats. Gesink wist in de Italiaanse ronde nooit een klassement te rijden. Hiermee onderscheidt Kruijswijk zich van de rest.
Nederlanders die in meerdere grote ronden top vijf reden
Erik Breukink
Giro d’Italia – 3e in 1987, 2e in 1988 en 4e in 1989
Tour de France – 3e in 1990
Tom Dumoulin
Giro d’Italia – winnaar in 2017 en 2e in 2018
Tour de France – 2e in 2018
Jan Janssen
Tour de France – 2e in 1966, 5e in 1967 en winnaar in 1968
Vuelta a España – winnaar in 1967
Steven Kruijswijk
Giro d’Italia – 4e in 2016
Tour de France – 5e in 2018
Vuelta a España – 4e in 2018
Hennie Kuiper
Tour de France – 2e in 1977, 4e in 1979 en 2e in 1980
Vuelta a España – 5e in 1975 en 5e in 1983
Johan van der Velde
Giro d’Italia – 5e in 1984
Tour de France – 3e in 1982
Rini Wagtmans
Tour de France – 5e in 1970
Vuelta a España – 3e in 1969
Joop Zoetemelk
Tour de France – 2e in 1970, 2e in 1971, 5e in 1972, 4e in 1973, 4e in 1975, 2e in 1976, 2e in 1978, 2e in 1979, winnaar in 1980, 4e in 1981 en 2e in 1982
Vuelta a España – winnaar in 1979
Edit redactie #2: Dat klopt.
Dumoulin zal trouwens nog wel een keer podium kunnen rijden in de Vuelta toch?
Dit had wel gemeld kunnen worden door het beperkte wielerflits.
Kruijswijk is een geweldige renner maar in deze Vuelta werden ook wel zijn beperkingen zichtbaar. Hij had natuurlijk een Tour in de benen maar hij bezit van nature niet over een vlijmscherpe demarrage waarmee hij zijn tegenstanders kan verrassen. Ook het bergop bluffen, hollen, stilstaan en wegsturen en schijnaanvallen zijn niet zijn sterkste kanten. Ik hoop van harte dat hij nog eens een keer een podiumplaats in een grote ronde op zijn palmares kan zetten. Dat hij een dijk van een tijdrit kan rijden werkt in ieder geval niet in zijn nadeel.
‘Heracles pakt meeste vrije worpen op de helft van de tegenstander in 2e helft van alle ploegen.’
maar het zou pas echt geschiedenis zijn als hij een keer podium rijdt, of een grote ronde wint. Als Dumoulin in de Vuelta zou starten en podium rijdt, staat hij boven Kruijswijk. Kruijswijk gaat geen grote ronde meer winnen, die kans heeft hij al laten liggen.
En zonder nu TLJ te willen bashen, want die zijn bezig met een heel sterk seizoen, vraag ik me toch af of hij niet gebaat zou zijn bij andere begeleiding. Nog sterker gericht op zijn specifieke sterke en zwakke punten. Het devies kijkt nu toch vaak "god zegene de greep", en er is deze ronden toch ook veel (net) niet gelukt.
Wat mij betreft terecht, goed gedaan WF!
Voor mij is Kruiswijk een grotere/betere renner dan Horner, Cobo en zelfs Aru (al hangt dat nog af van wat die de komende jaren nog gaat presteren).
Je moet altijd kijken naar het “HOE”!
HOE werd Kruijswijk 4e in de Giro van 2016? (val in sneeuwmuur)
HOE werd Kruijswijk 4e in de Tour? (oaEpische aanval in Alp d Huez etappe)
De fijnproevers snappen dit, Mc Donalds liefhebbers niet. ;-)
Zijn prestaties hebben zelf voldoende gewicht. Behoeven geen statistieken als deze om op waarde te schatten.
Dat gezegd hebbende, mooi rijtje.
Kruiswijk laat strijd zien i.t.t. Horner, Evans, Aru, Hesjedal, Cobo.
Contador zal ook herinnert worden om zijn eeuwige aanvallen, Hopelijk kan steven nog 2 a 3 jaar mooie dingen laten zien.
Enkele jaren terug waren we bijvoorbeeld al trots als iemand in de top regelmatig top twintig reed in een bergetappe en was Steven niet meer dan een degelijke klassementsrenner voor de Giro. Ik wens Steven volgend jaar heel hard een podiumplek toe in de Giro. De combinatie Giro en Vuelta lijkt me ideaal voor hem.
Maar inderdaad hulde voor dit eerbetoon en zelfs als hij nooit het podium haalt of een etappeoverwinning in een grote ronde, ik blijf fan.
Mooi voorbeeld vind ik Sastre en in mindere mate Cobo en Horner. Die konden het ook in hun nadagen.
Typefoutje...