Michael Woods is het schoolvoorbeeld van een laatbloeier. De Canadees reed in 2015 nog voor het bescheiden Optum, maar stond afgelopen september op het podium van het WK. “En ik denk dat ik nóg verder kan verbeteren. Ik begin het wielrennen nu pas te begrijpen”, zo vertelt Woods in een uitgebreid interview met Cyclingnews.

Woods koerst pas drie seizoenen op WorldTour-niveau, maar heeft al flink wat adelbrieven verzameld. Zo eindigde hij dit seizoen ook nog als tweede in Luik-Bastenaken-Luik, en won hij een etappe in de Vuelta a España. Een extra beladen zege, aangezien zijn zoon Hunter in juli dood werd geboren.

De puncheur van EF Education First-Drapac mag dan al 32 jaar oud zijn, hij ziet nog altijd ruimte voor progressie. “Ik heb nog zoveel te leren. Ik begin het wielrennen nu pas te begrijpen, maar ik maak nog altijd fouten. Ik voel dat ik nog lang niet ben uitgeleerd. Daarom kijk ik uit naar de komende jaren.”

Woods hoopt zich zowel in het rondewerk als in de klassiekers te onderscheiden. “De grote rondes, de Ardennenklassiekers en de Italiaanse wedstrijden: ik ben dol op deze koersen. Vooral Luik-Bastenaken-Luik is een gave wedstrijd. Je moet allround zijn om daar te kunnen winnen.”

Michael Woods op het WK in Innsbruck – foto: Sirotti

“Valverde geeft verkeerd signaal af”
Woods moest tijdens het WK in Innsbruck ‘genoegen’ nemen met het brons, achter wereldkampioen Alejandro Valverde en Romain Bardet. De Spanjaard liet na het behalen van de wereldtitel weten niet te willen ingaan op zijn betrokkenheid bij Operación Puerto. “Mensen die ernaar vragen, zijn onwetend”, zo gooide hij nog wat olie op het vuur.

Woods kan zich duidelijk niet vinden in houding van Valverde. “Ik vind het geen goed statement. Door het te ontkennen geef je een verkeerd signaal af aan de kinderen die opgroeien in deze sport. De boodschap moet niet zijn dat winnen het belangrijkste is. Mijn boodschap is dat je een goed persoon moet zijn.”

“Het is niet aan mij om te bepalen hoe iemand moet leven, maar ik denk dat er meer transparantie in het wielrennen moet zijn. Een wereldkampioen kan hieraan bijdragen.”