Interview Toon Aerts en Wout van Aert deden deze voormiddag hun stinkende best om te beklemtonen dat Mathieu van der Poel dé enige echte topfavoriet op de wereldtitel is. “Voor mij hoeft niéts meer”, aldus Aerts. “Zelfs een 17de plek zondag zou geen smet op mijn seizoen zijn. Anderzijds hoop ik dat ik nog één keer boven mezelf kan uitstijgen.”

De Nederlanders staan straks om 13u de media te woord in hun hotel in Ejby, een dorp in de buurt van Middelfart. De Belgische profs deden dat deze morgen om 9u al in Hotel Scandic, hun uitvalsbasis in Odense. Toon Aerts straalde rust uit. “Mijn seizoen is sowieso een sprookje”, opende de Belgische kampioen het gesprek. “Ik focuste deze winter op de Wereldbeker en ik heb die missie in Hoogerheide tot een goede einde gebracht. Daarnaast graaide ik in Kruibeke nog de Belgische titel mee, een geweldige extra. Voor mij hoeft dus echt niets meer.”

“Pas mijn tweede WK als prof”
“Stel dat in september iemand had gezegd dat ik op dit WK één van de favorieten zou zijn, dat had gewoon niemand geloofd. Ook ik niet”, deed Aerts er nog een schep bovenop. “Voor mij kunnen dit seizoen alleen nog maar leuke dingen gebeuren. Vorige zondag in Hoogerheide die eindzege afsnoepen van Wout van Aert, was de kers op de taart van een topseizoen.”

Aerts zet zichzelf wel op gelijke hoogte van Wout van Aert. “Ik merk wel dat Wout meer ervaring heeft in dit soort omstandigheden. Dit is ook pas mijn tweede WK bij de profs. Toch schat ik mij op dit moment even hoog in. Mocht dit een duel zijn tussen Wout en mezelf, geef ik mezelf misschien zelfs iets meer kans, maar we rijden zondag nu eenmaal tegen iemand die nóg een stuk beter is dan ons, en daardoor worden de verhoudingen tussen ons tweeën toch weer net iets anders. Net omdat de invloed van de aanwezigheid van Van der Poel zo groot is.”

Vijf Watt meer
Underdog of niet, toch start Aerts ook met een dosis zelfvertrouwen. “Ik begin meestal aan een cross met het gevoel waarmee ik mijn laatste wedstrijd heb beëindigd. Na Hoogerheide is dat dus super. Stel dat dit een gewone klassementscross is, dan weet ik vooraf dat ik voor de tweede plaats rijd. Maar dit is nu eenmaal een WK en dan gelden er toch andere wetten. Stel maar dat ik nog één keer boven mezelf uitstijg en een uur lang vijf Watt meer kan duwen dan in andere wedstrijden. Of stel dat Mathieu hier mentaal een of twee procentjes van zijn kracht verliest, net omdat die druk van het WK er bij komt. Dat kan er zomaar voor zorgen dat het verschil zondag kleiner is dan iedereen vermoedt. Daar moeten we in het Belgische kamp met zijn allen op hopen.”