Interview Lotto Soudal-kopman Tim Wellens en sportief manager Marc Sergeant stonden aan de vooravond van de Amstel Gold Race nog even de pers, waaronder WielerFlits, te woord in hotel NH Maastricht. Wellens had het onder meer over de boost die de uurrecordpoging van ploegmaat Victor Campenaerts met zich meebracht, zijn aparte voorbereiding en hoe hij Mathieu van der Poel wil bestrijden in de eerste van de drie klimklassiekers.

Met een podiumplek van Wellens in de Brabantse Pijl bewees Lotto Soudal in ieder geval dat het klaar is voor een van de belangrijkste weken van het seizoen. Op de kasseien moest de Belgische WorldTour-formatie het doen met een derde plaats van Wellens in de Omloop het Nieuwsblad, een vijfde van Tiesj Benoot in de Strade Bianche en Dwars door Vlaanderen en een negende van diezelfde Benoot in de Ronde van Vlaanderen. Allemaal iets te mager voor een Belgische equipe van het hoogste niveau. En dus moet het de komende weken beter. Wellens, Jelle Vanendert en Bjorg Lambrecht zullen de speerpunten zijn in de Amstel Gold Race, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik.

Eerst en vooral: Lotto Soudal heeft deze week heel wat media-aandacht gekregen dankzij het nieuwe werelduurrecord van Victor Campenaerts. Wat doet dat in aanloop naar deze klassiekers met de rest van de ploeg?
Wellens: “Ik denk dat iedereen enorm naar zijn werelduurrecordpoging heeft toegeleefd en uitgekeken, mezelf inclusief. Iedereen had vertrouwen dat hij het ging halen, maar met zo’n voorsprong… dat niet. Het is allemaal een beetje surreëel en dit zorgt ook voor een boost in het team.”

Victor Campenaerts na zijn werelduurrecord – foto: Cor Vos

Sergeant: “Absoluut. Al was het vanaf het begin niet allemaal rozengeur en maneschijn. Vanaf hij in de ploeg kwam, was hij een beetje een rare vogel. Hij stond ’s morgens maniakaal vroeg op om op de rollen te rijden. Dan ging hij terug op zijn sloffen naar het ontbijt. In het begin was dat een beetje vreemd voor iedereen. Maar anderzijds was hij wel heel sociaal en deelde hij veel van zijn kennis. Ik weet nog dat Tim me een aantal keer verbaasd aansprak: ‘Wat heeft die mij veel te vertellen en bijgeleerd, zeg.’ Nu zal hij misschien nog wel veel meer te vertellen hebben, want de afgelopen vier maanden heeft hij speciale dingen gedaan. Daar kan de rest van het team alleen maar wel bij varen.”

Wellens: “In het begin kreeg iedereen het zelfs een beetje op zijn heupen van Victor. Het is niet dat hij echt moeilijk deed, maar het leek alsof hij altijd speciaal wilde doen. Dat werd hem niet altijd in dank afgenomen. Maar als je dan tijdritten wint en bewijst dat het allemaal opbrengt, dan groeit het respect vanzelf. Wat ik ook leuk vind, is dat hij zoveel af weet van materiaal. Op het aerodynamisch niveau heeft hij bijvoorbeeld letterlijk alles uitgetest. En hij deelt die kennis zonder verpinken met de ploegmaats.”

Het moet gezegd: tot nu toe is het voorjaar niet wat het moet zijn voor Lotto Soudal. Is een overwinning nu een must voor de ploeg of heeft Campenaerts met zijn werelduurrecord al veel druk weggenomen?
Wellens: “Ik denk dat Victor toch een groot deel van die mindere weken heeft rechtgetrokken in dat ene uur tijd. Dat is een grote luxe voor de ploeg. Maar dat neemt niet weg dat we snakken naar een hoofdvogel. Voor mij zijn deze Waalse klassiekers traditioneel een van de hoogtepunten van mijn seizoen, wedstrijden die ik heel graag rijd ook. Natuurlijk wil je dan winnen. Anderzijds: de klassiekers kunnen ook geslaagd zijn zonder een overwinning. Het is niet van moeten. Als we nu bijvoorbeeld driemaal op het podium staan, dan heb ik niet het gevoel dat we als ploeg mogen klagen.”

Tim Wellens op de Muur van Geraardsbergen – foto: Cor Vos

Sergeant: “Je vraagt je op den duur ook af wanneer het dan wél goed is. Kijk naar vorig jaar, toen wonnen we de Brabantse Pijl met Tim en was Tiesj de beste in de Strade Bianche. Zelfs dan werd er na Luik-Bastenaken-Luik al in de pers gezegd: het voorjaar van de ploeg was toch niet echt goed. Wat moet je dan doen? Liefst dan een van de komende drie koersen winnen zeker? Pas dan is iedereen overtuigd.”

Tim, jij kende in aanloop naar de klassiekers geen traditionele aanloop met de Ronde van het Baskenland of een andere zware rittenkoers. In de plaats daarvan reed jij de Ronde van Vlaanderen. Hoe heb jij die voorbereiding ervaren?
Wellens: “Heel goed eigenlijk. Na de Ronde van Vlaanderen heb ik nog een weekje redelijk goed getraind. Voornamelijk achter de brommer. Maar je mag niet vergeten dat mijn voorbereiding verder een exacte kopie is van vorig jaar, behalve dan de Ronde van Vlaanderen die ertussen gekomen is. Toen reed ik geen Baskenland door ziekte, maar eigenlijk vind ik die rittenkoers voor mij sowieso overbodig. Je ziet ook dat meer en meer renners het Baskenland skippen en training steeds belangrijker wordt. Trainen is het nieuwe koersen. Kijk naar Wout van Aert in Milaan-San Remo. Het is een ongeschreven wet dat je Parijs-Nice of Tirreno-Adriatico in de benen moet hebben om daar mee te doen voor de prijzen, maar hij was beter dan veel renners die wél koersritme hadden.”

Sergeant: “Als je ook ziet hoe zwaar de Ronde van het Baskenland is geworden, is dit geen onlogische evolutie. Iedereen breekt daar persoonlijke records op die hellingen, het is voor die klimmers een doel op zich en de etappes zijn bijna onmenselijk zwaar. Daar ga je toch zwaar in de reserves, denk ik dan. Er zullen er natuurlijk wel weer zijn die goed zijn, maar of iedereen daar beter van wordt, betwijfel ik.”

Tim Wellens met Mathieu van der Poel na de Brabantse Pijl – foto: Cor Vos

Wellens: “Helemaal mee eens. Het zal een beetje van renner tot renner afhangen. Sommige mensen hebben absoluut competitie nodig in aanloop naar een groot doel, maar ik persoonlijk zeker niet. Je zag ook in de Brabantse Pijl dat ik meteen goed in vorm was, dat is dus zeker geen probleem voor mij.”

Na de Brabantse Pijl hebben we in de persoon van Mathieu van der Poel een torenhoge favoriet voor de Amstel Gold Race. Hoe moet hij zondag bestreden worden en durf je nog met hem naar de streep, Tim?
Wellens: “Ik denk dat niemand nog met hem naar de streep durft. Juist dat zou weleens in zijn nadeel kunnen werken. Mathieu zal op alles moeten reageren en dat wordt een zware opdracht. Zeker omdat hij niet de allersterkste ploeg heeft. Toch geef ik hem een goede kans. Ik heb wel gemerkt dat hij de koers altijd goed aanvoelt, al is dat misschien niet supermoeilijk als je zulke goede benen hebt.”

“Mijn persoonlijke troef is dat ik de wegen heel goed ken en me ook supergoed kan positioneren in het peloton. Dat doet in koersen als deze enorm veel. Zo kan ik aanvallen waar ik wil en kom ik niet voor verrassingen te staan. Je verliest bovendien weinig extra energie. Jelle Vanendert moet in principe nog vroeger aanvallen dan ik, zodat we alvast een mannetje vooruit hebben en niet in het defensief worden gedwongen. En Bjorg Lambrecht kunnen we misschien achter de hand houden voor de sprint.”

Selectie Lotto Soudal voor de Amstel Gold Race 2019
Sander Armée
Bjorg Lambrecht
Maxime Monfort
Tomasz Marczynski
Tosh Van der Sande
Jelle Vanendert
Tim Wellens