Een grote ronde betekent voor wielrenners drie weken lang presteren onder vaak extreme omstandigheden. Tijdens de Giro d’Italia moeten Tom Dumoulin en zijn ploegmaten kunnen beschikken over topmateriaal. Bij Team Sunweb vertrouwen ze sinds dit seizoen op de kleding van Craft. Waar kunnen de profs uit kiezen en welke eisen stellen zij aan hun kleding? Wij gingen op zoek naar de antwoorden en bezochten de service course.

Team Sunweb staat bekend als een ploeg die zo min mogelijk aan het toeval overlaat. Ook op het gebied van de kleding gaat men constant op zoek naar verbetering. Namens het team houdt oud-renner Piet Rooijakkers zich bezig met het zoeken naar de optimale balans tussen snelheid, prestaties en comfort.

foto: Cor Vos

Aerolight is favoriet
De renners hebben de keuze uit vier verschillende type shirts, plus nog eens twee versies met lange mouwen. Het populairst is de Aerolight, een shirt met een strakke pasvorm. “Dit is over het algemeen het shirt dat de renners het vaakst dragen”, legt Rooijakkers uit. “Naast de Aerolight is er een shirt met een dichtere structuur. Hier wordt vaker in getraind. Daarnaast hebben we een luchtiger shirt, dat in de zomer vaker uit de kast zal komen en twee aero-shirts die met name in het voorjaar gebruikt worden.”

Het Aerolight shirt onderscheidt zich in de stofkeuze. “Onder de oksels en op de rug wordt er gebruikt gemaakt van mesh, een gaas-achtige stof die zorgt voor een betere ventilatie. Het koelt beter en droogt sneller op. Aan de voorkant en op de mouwen kiezen we dan weer voor een aerodynamische stof.”

Extra bescherming met Dyneema
Er is keuze uit drie verschillende broeken. “De renners beschikken over een Armor fietsbroek met extra bescherming aan de zijkant. De Dyneema-stof zorgt ervoor dat de broek niet scheurt bij een val, waardoor schaafwonden voorkomen kunnen worden. Voor de warme ritten hebben we een speciale zomerbroek. Daar wordt aan de zijkant gebruik gemaakt van een stof die beter ademt. “

De sokken zijn er in drie varianten. “Er is een dikke sok, een dunnere koele sok en een aero sok. In beginsel was die laatste er enkel voor een tijdrit, maar inmiddels zien we onze renners ook tijdens koersen waar ze een doel van hebben gemaakt met deze sokken rijden”, constateert Rooijakkers.

Voorkeur voor lichte materialen
“In de wedstrijden zullen de renners vooral kiezen voor lichte materialen. Ze starten aan een koers met verschillende laagjes kleding, zodat ze tijdens de wedstrijd iets uit kunnen doen. Door te wisselen, zitten ze dan niet vast aan een keuze die ze ’s morgens maken. Er wordt vaak gekozen voor armstukken, twee shirts en een vest. Tijdens een training zal eerder gekozen worden voor lange mouwen of een jack.”

Renners zijn in de loop van de tijd veeleisender geworden. “Vroeger moesten de shirts vooral kleiner en strakker, waardoor het aerodynamischer was. Vandaag de dag is de aandacht voor comfort weer terug. Een renner kiest niet meer voor een maatje kleiner, waardoor er meer aandacht komt voor de pasvorm.”

Op alles voorbereid
De renner bepaalt zelf welke kleding hij tijdens de wedstrijd draagt. “Dat is namelijk heel moeilijk voor te schrijven. De een heeft het wat sneller warm dan de ander, waardoor hij baat heeft bij vocht afdrijvend materiaal of een baselayer die daar meer op gericht is en wat minder isolerend werkt. We houden wel altijd scherp de weersomstandigheden in de gaten. Vooraf geven we dat dan mee als aandachtspunt. We raden altijd wel een ondershirt aan, omdat het ondershirt van Craft heel goed vochtregulerend werkt. Dat is vaak beter dan geen ondershirt.”

Richting de Giro is warmte een belangrijk thema. “Maar we zijn bijvoorbeeld ook druk met het regentasje”, legt Rooijakkers uit. Het weer in Italië kan immers wispelturig zijn. “Renners starten vaak in de regen, terwijl het ’s middags superwarm kan zijn. Of andersom. De belangrijkste uitdaging zijn de veranderende weersomstandigheden tijdens de koers. De avond van tevoren kijkt de renner naar het weerbericht om daar zijn kledingkeuze op te baseren. Wordt het warm, dan zal hij eerder kiezen voor zijn zomerkit met een baselayer die veel vocht af kan voeren. Wordt het fris, zoekt hij zijn isolerende baselayer en iets warmer tricot. Wordt er slecht weer voorspeld, gaat hij naar warmere en waterafstotende kleding.”

Flexibel
Wisselende weersomstandigheden dwingen tot flexibiliteit. “Wanneer het ’s morgens regent, maar ’s middags opklaart, dan moet je daar als renner op inspelen. Je onderste lagen pak je dan zoals je de finale wil gaan rijden. Daaroverheen komt de waterafstotende kleding die ze bij de start dragen. Je ziet dan ook vaak dat men halverwege de kleding komt afgeven bij de ploegleiderswagen.”

Met een regentasje zijn de renners ook op het omgekeerde voorbereid. “Voor de wedstrijd zorgt de renner zelf voor een tasje met kleding, zoals een regenjack of een vest. Die kunnen tijdens de koers echt wel het verschil maken. De inhoud van het tasje heeft wel een minimum richtlijn. Uiteindelijk zal de renner er voor kiezen om er zo veel mogelijk in te doen, zodat hij niet voor verrassingen komt te staan. ”

Outfit op maat
Bij de ontwikkeling van het tijdritpak is er veel gekeken naar aerodynamica. “We zijn de windtunnel ingegaan en kregen daar eigenlijk al hele goede resultaten. Dat maakte het al direct een uitdaging om te kijken waar we nog konden verbeteren. Door bijvoorbeeld het verplaatsen van een naad of aanpassen van een stofsoort hopen we toch nog stappen te kunnen zetten.”

Craft biedt de mogelijkheid om alle kleding – waaronder het tijdritpak – op maat te maken. ”We hebben een passessie gehad, waarna de renners feedback konden geven. In een tijdrit is er door de positie waarin ze zich wringen, toch vaak een aanpassing nodig. Gelukkig kunnen we dat nu per persoon doen.”

Kopman Dumoulin heeft zo zijn eigen voorkeur. “Tom wil altijd lange broekspijpen hebben. Dat vindt hij lekker zitten en uit tests in de windtunnel is gebleken dat die stoffen en compressie daar voordelen hebben. Maar hij vindt het ook comfortabel zitten.”

Innovatie als drijfveer
Stilstand is achteruitgang. Team Sunweb en Craft hebben daarom een intensief samenwerkingstraject opgezet met als doel van elkaar te leren, maar bovenal de kleding constant te verbeteren. “Zowel Team Sunweb als Craft willen bekendstaan als innovatieve partner. We vinden het belangrijk om net als onze renners producten naar een hoger niveau te brengen. Als uitgangspunt hebben we als uitgangspunt dat we iets goeds altijd kunnen verbeteren. Puntsgewijs bekijken we hoe we op vlakken als gewicht, aerodynamica en veiligheid iets kunnen toevoegen.”

De input van de renners vertaalt Rooijakkers naar productverbeteringen. “De reacties lopen uiteen van volledig tevreden tot enkele verbeterpunten. We moeten dan altijd wel de lichaamsbouw en de historie van de renner meenemen in de beoordeling. Bij het doorzetten van een idee kijken we of het iets individueels is of ook voor een grotere groep kan gelden.“

De samenwerking met Craft is nog jong, maar heeft toch al wat opgeleverd. “In de drie maanden dat we nu samenwerken hebben we al veel kunnen optimaliseren. De kracht van Craft ligt vooral in het flexibel produceren en gebruik van stoffen. We hebben richting de Giro vooral bestaande stoffen anders toegepast. Door ze anders te plaatsen hebben we winst kunnen behalen op vlakken als aerodynamica als comfort. Ik verwacht dat we daardoor de komende weken in de Giro enorm competitief kunnen zijn.”

Verantwoording:
Craft is mediapartner van WielerFlits en ondersteunt op deze manier ons platform. Het onderwerp is gekozen en geschreven door een redacteur van WielerFlits