Steven Kruijswijk vertrekt aanstaande zaterdag in Brussel als de Nederlandse troef voor het klassement in de Ronde van Frankrijk. En de Brabantse klimgeit is zelf ook ambitieus, want hij mikt op een podiumplaats in Parijs. In gesprek met De Telegraaf taxeert hij zijn kansen: “Ik heb niet in de hand hoe goed de concurrentie of die nieuwe jongens zullen zijn. Wat ik wel weet, is dat dit parcours ideaal voor mij is.”

Door de afwezigheid van Tom Dumoulin, Chris Froome en Primoz Roglic – de nummers twee tot en met vier in de Tour van 2018 – lijkt een podiumplaats in de maak voor Kruijswijk. Maar de man uit Nuenen vindt dat zelf te kort door de bocht: “Er gaan nu weer andere renners opstaan”, is de Brabander realistisch in gesprek met de krant. “Egan Bernal, Jakob Fuglsang, Adam Yates, Thibaut Pinot en Romain Bardet stonden vorig jaar niet in de top-5, maar gezien hun prestaties zouden ze daar zeker niet misstaan.”

Bij Kruijswijk, die een maand geleden 32 werd, gaan de jaren onderhand tellen en een nieuwe generatie ronderenners hijgt in zijn nek: “Toch sta ik niet aan de start met het idee dat dit misschien wel mijn laatste kans is om op het podium te eindigen”, vervolgt Kruijswijk. “Ik zie over vier of vijf jaar wel of ik het podium een keer heb gehaald.”

“Ik heb niet in de hand hoe goed de concurrentie of die nieuwe jongens zullen zijn. Wat ik wel weet, is dat dit parcours ideaal voor mij is”, blikt hij vooruit. “Meer dan voorgaande jaren is de route op het klimwerk toegelegd. Zeker de slotweek met veel cols boven de 2000 meter is loodzwaar. En laat ik nu meestal het sterkst zijn in de laatste week en ook nog het best tot mijn recht komen op grote hoogte.”