Tour 2019: Dit kunnen de renners verwachten van de etappes in de Alpen
Overzicht De Tour de France nadert zijn ontknoping. Dit jaar is die in de Alpen, met drie serieuze bergetappes die de renners tot ver boven de 2.000 meter hoogte brengen. Zeker nu het zo spannend is in de top van het klassement, is het goed om even de laatste etappes op een rij te zetten. Dit kun je verwachten van de drie Alpenritten.
Na zeventien etappes zijn ze eindelijk daar: de Alpen. Op de hoogste bergtoppen van deze bergketen zal het klassement worden opgeschud, tot we de winnaar kennen van de 106e Tour de France. Het begint op donderdag 25 juli met een zware bergetappe van Embrun naar Valloire, over drie Alpenreuzen. Het voorgerecht bestaat ditmaal uit de Col de Vars (9,3 km aan 7,5%), met de top op maar liefst 2.109 meter. We gaan echter nog hoger, met dank aan de gevreesde Col d’Izoard (14,1 km aan 7,3%, 2.360 meter). Twee jaar geleden finishte de Tour nog op de flanken van deze klim en was het Warren Barguil die naar de zege wist te fladderen. Ditmaal nemen de renners echter ook de duik naar beneden, want er zijn nog ruim zestig kilometer af te leggen.
Het loopt vervolgens vanuit wintersportplaats Briançon (waar de Tour al verscheidene malen finishte, wanneer de renners de Galibier van de andere kant namen) al zoetjesaan omhoog richting de voet van de mythische Col du Galibier (23 km aan 5,1%). De eerste veertien kilometer worden ook wel de Col du Lautaret genoemd. Dit is een echte loper, met constante stijgingspercentages van 5-6%. De laatste negen kilometer zijn dan weer loodzwaar, met een gemiddeld percentage van minstens 6%. Met het verstrijken van de kilometers, nemen de renners steeds minder zuurstof op. De arme stakkers koersen namelijk naar een hoogte van 2.642 meter, gek genoeg niet het hoogste punt van deze Tour. En alsof dat nog niet zwaar genoeg is, stijgt de slotkilometer aan maar liefst 9%.
Na de top van de Galibier staat er nog een ziedend snelle afzink naar Valloire op het menu. Na achttien kilometer dalen loopt de laatste kilometer richting Valloire nog lichtjes omhoog. Dit skidorpje was al enkele keren het vertrekpunt van een Touretappe, maar diende slechts één keer als aankomstplaats. Dit geldt overigens niet voor de aankomstplaats van de laatste vrijdagetappe: Tignes. Het is alweer twaalf jaar geleden dat de veelbesproken Michael Rasmussen hier een dubbelslag wist te slaan. De Deense klimmer van Rabobank mocht op de top van deze Alpencol de gele trui aantrekken. Maar Michael Rasmussen zou die Tour van 2007 niet winnen. U weet vast nog wel waarom.
Voordat we aan de voet van Tignes komen, vertrekt het peloton vanuit Saint-Jean-de-Maurienne voor een slechts 126,5 kilometer lange etappe. Maar dit zegt niks over de zwaartegraad van deze negentiende rit, aangezien de coureurs na aardig wat hoogtemeters beginnen aan de Col d’Iseran, een schitterende maar ook wat onderbelichte Alpenreus. De klim is volgens de Tourorganisatie 12,9 kilometer lang aan 7,5%, maar eigenlijk klimmen de renners onophoudelijk voor 33 kilometer, waardoor we uitkomen op een gemiddelde stijging van 4,2%. Het ‘lekkerste’ is voor het laatst bewaard, met drie kilometer aan 8%.
De top van de Iseran ligt op een duizelingwekkende hoogte van 2.770 meter, waardoor we kunnen spreken van het dak van deze Tour. Vervolgens gaat het in dalende lijn naar Val d’Isere en wintersportdorp Les Brévières, alwaar de slotklim begint. De afsluitende col (7,4 km aan 7%, maximaal 10%) is niet heel erg zwaar, maar aan het einde van de Tour kun je niet meer spreken van eenvoudige beklimmingen. En dus zullen in de voorlaatste etappe – de laatste bergrit – nog serieuze verschillen ontstaan. De etappe is opnieuw erg kort, maar met drie serieuze cols en ruim vierduizend hoogtemeters niet minder zwaar. De renners vertrekken vanuit Albertville, bekend van de Olympische Winterspelen van 1992.
De Tour startte vorig jaar ook in Albertville, maar toen ging de etappe naar La Rosière. Nu trekt het vermoeide peloton naar Val Thorens, maar eerst gaat het over de Col du Méraillet en aansluitend de Cormet de Roselend (19,9 kilometer aan 6%) richting de niet al te lastige Côte de Longefoy (6,6 km aan 6,5%). Op de top zijn de renners voorbij halfkoers, maar de laatste 55 kilometer zullen als een eeuwigheid aanvoelen. Dat komt door de slotklim naar skioord Val Thorens. De cijfers: bijna 34 kilometer klimmen aan 5,5%. Laat u niet in de maling nemen door de gemiddelde hellingsgraad, aangezien er enkele dalende stukken zijn. Zo piekt het wegdek geregeld aan 8-9%. Bovendien lopen de laatste negen kilometer omhoog aan 7%.
Wie klimt in de voetsporen van de Colombiaanse pocketklimmer Nélson Rodríguez, die hier in 1994 als eerste en tot nu toe enige wist te winnen? Op de top van Val Thorens weten we ook wie de Tour de France 2019 heeft gewonnen, aangezien de slotetappe – uiteraard – finisht op de steentjes van de Champs-Elysées in hartje Parijs. Na flink wat grappen en grollen, nippen aan een glaasje champagne en de groetjes aan het thuisfront, wordt het tempo nog één keer de hoogte ingejaagd. En gaan we nog één sprinten. En roepen we na afloop weer in koor: Vive le Tour!
Etappe 18 – donderdag 25 juli: Embrun – Valloire (208 km)
Etappe 19 – vrijdag 26 juli: Saint-Jean-de-Maurienne – Tignes (126,5 km)
Etappe 20 – zaterdag 27 juli: Albertville – Val Thorens (130 km)
Etappe 21 – zondag 28 juli: Rambouillet – Parijs (128 km)
Om te reageren moet je ingelogd zijn.