Voorbeschouwing: Tour de l’Avenir 2019
foto: Cor Vos
donderdag 15 augustus 2019 om 08:00

Voorbeschouwing: Tour de l’Avenir 2019

De grootste talenten hebben zich al in de kijker kunnen rijden in rondes als de Giro d’Italia U23, de Ronde de l’Isard en de Giro Valle d’Aosta. Maar het grootste podium blijft toch de Tour de l’Avenir (15-25 augustus). Wie mag zich straks de opvolger noemen van Tadej Pogačar? WielerFlits blikt uitgebreid vooruit!

Historie

Nee, het verhaal van Egan Bernal is niet representatief voor de gemiddelde belofte. De Colombiaan was twee jaar geleden de beste in de Toekomstronde, door de betreurde Bjorg Lambrecht en Niklas Eg te verslaan. En nu, amper twee seizoenen later, is de 22-jarige klimmer een Tourwinnaar. En mag hij zich al in één adem noemen met grootheden als Jacques Anquetil, Eddy Merckx en Bernard Hinault, die ook de Ronde van Frankrijk wisten te winnen. Er is slechts één renner die een gelijkaardige (stormachtige) ontwikkeling wist door te maken.

De naam is Felice Gimondi, de stijlvolle Italiaan die tijdens zijn carrière moest opboksen tegen onder meer Eddy Merckx, Joop Zoetemelk, Raymond Poulidor en Jan Janssen. De Bergamask won de Ronde van de Toekomst in 1964, om één jaar later al de Tour te winnen. Bernal en Gimondi zijn in dat opzicht uniek, al wisten meer renners beide rittenkoersen te winnen. Greg LeMond deed er echter vier jaar over, terwijl Miguel Induraín zes jaar moest wachten. En dan hebben we nog onze eigen Joop Zoetemelk, die in 1980 eindelijk de dubbel wist te realiseren.

Fedor den Hertog won in 1972 de Toekomstronde – foto: Cor Vos

En toch zijn er maar weinig renners die zowel de Tour de l’Avenir als de Tour de France wonnen. Sommige coureurs zegevierden wel in andere grote rondes (Denis Menchov en Nairo Quintana), anderen wonnen dan weer grote klassiekers (Gianbattista Baronchelli en Charly Mottet). Maar er zijn ook enkele voorbeelden te noemen van renners die nooit echt wisten door te breken, zoals Mino Denti, Christian Robini, Régis Ovion, de vermoorde Alfonso Flóres, Christophe Rinero en Iker Flores. De Tour de l’Avenir is desalniettemin de ideale springplank naar de WorldTour.

De Franse rittenkoers is nu alleen voorbehouden aan talentvolle U23-renners, maar lange tijd was het ook mogelijk voor profs om mee te doen. Hierdoor kon een tweevoudig Tourwinnaar als Laurent Fignon in 1988 de Toekomstronde winnen, en dat op een leeftijd van 28 jaar. Vier jaar later – toen de organisatie in handen kwam van de Société du Tour de France (onderdeel van het huidige ASO) – werd de maximale leeftijd vastgesteld op 25 jaar, in 2007 werd dat 23 jaar. Sindsdien doet de Toekomstronde zijn naam ook echt eer aan.

Laurent Fignon won de Tour de l’Avenir als doorgewinterde vedette – foto: Cor Vos

Het is niet geheel verrassend dat de erelijst wordt gedomineerd door de Fransen, al tellen we ook twaalf Spaanse eindwinnaars. Ook Colombia (zes eindzeges) en Italië (vier) doen het goed, net als Nederland en België. Joop Zoetemelk (1969), Fedor den Hertog (1972) en Bauke Mollema (2007) zorgden voor Nederlands succes, terwijl Eddy Schepers (1977), Johan Bruyneel (1990) en Jan Bakelants (2008) ooit eens de beste waren namens België. De laatste jaren zien we vooral Colombiaanse, Spaanse en Franse overwinnaars.

Het zijn ook niet de minste namen, want Nairo Quintana, Esteban Chaves, Warren Barguil, Miguel Ángel López en de eerder genoemde Bernal wisten ook bij de profs uit te groeien tot absolute toppers. En ook Marc Soler – vorig jaar nog winnaar van Parijs-Nice – timmert de laatste jaren flink aan de weg, net als de beloftevolle Franse klimmer David Gaudu. Alleen Romain Sicard (2009) en Ruben Fernández (2013) wachten nog op de grote doorbraak, al lijkt die niet meer te komen. De winnaar van vorig jaar – de 20-jarige Pogačar – heeft zijn start bij de profs ook niet gemist.

Het gaat razendsnel met Egan Bernal – foto: Cor Vos

Laatste tien winnaars Tour de l’Avenir 
2018: flag-si Tadej Pogačar
2017: flag-co Egan Bernal
2016: flag-fr David Gaudu
2015: flag-es Marc Soler
2014: flag-co Miguel Ángel López
2013: flag-es Ruben Fernández
2012: flag-fr Warren Barguil
2011: flag-co Esteban Chaves
2010: flag-co Nairo Quintana
2009: flag-fr Romain Sicard


Vorig jaar

De Sloveense klimmer Tadej Pogačar won met overmacht de 56e editie van de Tour de l’Avenir, maar de renner van  Ljubljana Gusto Xaurum begon niet als de absolute topfavoriet aan de ronde. Dat was toch echt Iván Ramiro Sosa, de Colombiaanse pocketklimmer die zijn kilometers reed in het tenue van Androni Giocattoli-Sidermec. De 20-jarige Sosa had al indruk gemaakt bij de profs met eindzeges in de Adriatica Ionica Race en de Ronde van Burgos. De kers op de taart moest worden gezet in de Tour de l’Avenir.

Tadej Pogačar – hier in de Volta ao Algarve – was vorig jaar de beste – foto: Cor Vos

Topfavoriet Sosa kon rekenen op een hele sterke ploeg, met Giro d’Italia U23-revelaties Alejandro Osorio en Cristian Camilo Muñoz en Androni-ploeggenoot Daniel Muñoz. De Colombianen verloren echter veel tijd in de ploegentijdrit, waardoor Sosa al meer dan één minuut moest goedmaken op Pogačar, en zelfs nog meer op concurrenten als Harm Vanhoucke, het Nederlandse duo Kevin Inkelaar en Thymen Arensman, Brandon McNulty en Clément Champoussin. Het terrein van de Colombiaan moest echter nog komen: de Alpen.

Sosa gaf een eerste signaal af in de bergetappe met aankomst op Méribel, door McNulty en Pogačar te verslaan in een sprint-à-trois. Het bleek slechts een korte opleving van de Colombiaan, want in de daaropvolgende bergrit naar Val d’Isere moest hij lijdzaam toezien hoe Pogačar van hem wegreed. De Sloveen pakte ruim één minuut op zijn Colombiaanse tegenstrever en nog meer tijd op een verslagen McNulty, waardoor hij plots een zee van voorsprong had. Het bleek voor Pogačar vervolgens een koud kunstje om de eindzege veilig te stellen.

De kersverse winnaar van de Toekomstronde werd op het eindpodium geflankeerd door een verrassend sterke Thymen Arensman en tweevoudig ritwinnaar Gino Mäder. Normaal staan de ploegen dan in rij, maar de piepjonge ronderenner had voor de Tour de l’Avenir al zijn jawoord gegeven aan UAE Emirates. De WorldTour-ploeg zal nog geen moment spijt hebben gehad van die aankoop, aangezien Pogačar dit seizoen al de Volta ao Algarve en de Ronde van Californië wist te winnen.

Top-5 Tour de l’Avenir 2018
1. flag-si Tadej Pogačar (Slovenië) in 26u28m53s
2. flag-nl Thymen Arensman (Nederland) op 1m28s
3. flag-ch Gino Mäder (Zwitserland) op 1m35s
4. flag-ru Aleksandr Vlasov (Rusland) op 1m36s
5. flag-fr Clément Champoussin (Frankrijk) op 1m56s


Parcours

De Tour de l’Avenir telt ook dit jaar weer tien etappes. Het is wachten op de Alpen voor een (hopelijk) spetterend slotakkoord, maar je kunt de ronde zeker verliezen in de ploegentijdrit of door een slechte dag in de Cantal en het Centraal Massief. De sprinters komen er dit jaar maar bekaaid vanaf, in tegenstelling tot de aanvallers en de klimmers, met meerdere pittige heuvelritten en drie etappes dwars door de Alpen.

Donderdag 15 augustus, etappe 1: Marmande-Marmande (128,8 km)

De ronde begint wel met een relatief vlakke etappe in het zuidwesten van Frankrijk. De renners starten en finishen in Marmande, een dorpje zo’n negentig kilometer ten zuidoosten van Bordeaux. Er valt verder weinig te vertellen over Marmande, maar het is toevallig wel de geboorteplaats van Paul Bourillon (wereldkampioen sprint in 1896), Pierrick Fédrigo (viervoudig ritwinnaar in de Tour) en Romain Guillemois (inmiddels gestopt).

Over de etappe zelf kunnen we eveneens kort zijn. Het gaat vrijwel de hele dag op en af, maar echt lastig is het nu ook weer niet. Het peloton koerst eigenlijk om Marmande heen, om te eindigen met twee lokale rondes van bijna twaalf kilometer, met halverwege nog een klein klimmetje. De laatste kilometers zijn dan weer vlak, waardoor het vooral uitkijken is naar de aanwezige sprinters. Wie mag zich donderdagmiddag de eerste leider noemen?

Start: 13.15 uur
Finish: 16.00 uur

Vrijdag 16 augustus, etappe 2: Eymet-Bergerac (32,1 km, TTT)

Op dag twee krijgen we al gelijk een eerste krachtmeting tussen de klassementsrenners, al zijn de Clément Champoussins en Einer Rubio’s van deze wereld vooral afhankelijk van hun ploeggenoten. Tussen Eymet en Bergerac is namelijk een ploegentijdrit van 32 kilometer uitgetekend, over een geaccidenteerd parcours. Zo zijn de eerste én laatste zeven kilometer redelijk vlak, maar daartussen is het klimmen geblazen.

Het zijn niet meteen de steilste klimmetjes, maar de helling naar Saint-Aubin-de-Cadelech (2,3 km aan 4,4%) is bijvoorbeeld niet te onderschatten. Zeker niet als je op een tijdritfiets aan het klimmen bent. De tijdrit kent verder een aantal bochten, al is het vooral flink stoempen richting wijnstad Bergerac, dat ligt aan de noordzijde van de rivier de Dordogne. Vorig jaar wonnen de Denen de ploegentijdrit in en rond Orléans. Dit jaar staan de Denen opnieuw met een sterke selectie aan de start in Frankrijk. De tijd van de vierde renner telt als eindtijd.

Start: 14.15 uur (start eerste ploeg)
Finish: 16.13 uur (finish laatste ploeg)

Zaterdag 17 augustus, etappe 3: Montignac-Lascaux-Mauriac (162,3 km)

Na de ploegentijdrit is het tijd voor een pittige etappe door de Cantal, bekend vanwege zijn smalle en hobbelige wegen. Het kan bovendien ook broeierig heet zijn in dit departement, waardoor het een sleuteletappe kan worden in deze Tour de l’Avenir. De renners vertrekken vanuit het zonnige Montignac, om vervolgens over een resem klimmetjes te worden gestuurd. Eenmaal voorbij Beaulieu-sur-Dordogne wordt het eventjes vlak.

Met de nadruk op eventjes, want na het uitrijden van het dorpje Argentat begint het weer serieus te klimmen. Na de Côte de la Croix du Tilleul (6,5 km aan 5,2%) gaat het over glooiende wegen richting de slotklim van de dag: de Côte de Mauriac. Dit betekent dat de renners 3,8 kilometer klimmen aan bijna 5%, gevolgd door een kort knikje naar beneden, voor de laatste stijgende meters. Welke puncheur kunnen we opschrijven?

Start: 12.00 uur
Finish: 15.56 uur

Zondag 18 augustus, etappe 4: Mauriac-Espalion (158,2 km)

Ook op zondag krijgen de coureurs een lastige etappe voorgeschoteld door het middelgebergte, maar ditmaal is de finale een stuk makkelijker. Vanuit de finishplaats van gisteren – Mauriac – gaat het over de Col de Saint-Georges (3,3 km aan 5,6%), de Col de Légal (4,5 km aan 6,2%) en de Côte de Saint-Simon (3,5 km aan 5,7%) naar de ravitaillering in Caméjac en de tussensprint in Lacroix-Barrez. We hebben dan ongeveer 110 kilometer afgelegd.

Maar de finish ligt zo’n 58 kilometer verderop in het vredelievende plaatsje Espalion, wat betekent dat de finale eigenlijk nog moet beginnen. Die zal in een vloek en een zucht voorbij zijn, aangezien er geen beklimmingen meer op het menu staan, al zijn de laatste kilometers ook weer niet volledig vlak. Toch moet dit geen probleem opleveren voor de snelle mannen, mits ze er nog bij zijn in de finale.

Start: 12.00 uur
Finish: 15.50 uur

Maandag 19 augustus, etappe 5: Espalion-Saint-Julien-Chapteuil (159 km)

De organisatie heeft gekozen voor een aantal heuvelachtige etappes, waar de vijfde rit van Espalion naar Saint-Julien-Chapteuil ook weer een typisch voorbeeld van is. Ditmaal klimmen de beloften al direct vanuit de start, richting de top van de Côte de Condom d’Aubrac (8,1 km aan 5,9%). Het gaat vervolgens in gestrekte draf naar de Col de la Baraque des Bouviers (slechts 3,6 km aan 6%, maar wat een prachtige naam!), de tweede klim van de dag.

En daarna? Na een vrij lange afdaling begint het peloton aan de Côte de Landos (13,1 km aan 4,2%) en de Côte de Saint-Martin-de-Fugères (3,2 km aan 6,7%), maar na die laatste helling zijn er nog steeds 27 kilometer af te leggen. Het is inmiddels gedaan met bergpunten verzamelen, maar de weg blijft gewoon omhoog lopen tot de streep. Een leuk weetje: Saint-Julien-Chapteuil is de geboorteplaats van de bekende Franse schrijver Jules Romains.

Start: 12.00 uur
Finish: 16.00 uur

Dinsdag 20 augustus, etappe 6: Saint-Julien-Chapteuil-Privas (124 km)

De renners kunnen de Alpen al bijna zien, maar we wachten nog even met klimmen op grote hoogte. Sterker nog: de sprinters lijken eindelijk weer kans te maken op een ritzege, al is het zeker geen uitgemaakte zaak. In de finale doemt er namelijk nog een klimmetje op. Maar eerst verlaat het peloton startplaats Saint-Julien-Chapteuil, voor een fietstochtje van meer dan honderd kilometer door de departementen Haute-Loire en de Ardèche.

De zesde etappe is over het algemeen redelijk vlak, maar de organisatie heeft in de finale toch nog een helling gevonden om de sprinters te testen. De Col du Moulin à Vent (4,8 km aan 3,5%, heel vrij vertaald: de helling van de molen en de wind) is niet al te lastig, maar ligt wel op dertien kilometer van Privas, waar de finishstreep is getrokken. De grote vraag is of we hier een sprint krijgen van een compact peloton.

Start: 11.45 uur
Finish: 14.35 uur

Donderdag 22 augustus, etappe 7: Grésy-sur-Isere-La Giettaz (103,5 km)

Na een welverdiende rustdag gaat de Tour de l’Avenir verder met een semi-bergrit in de Franse Alpen, al gaan we nog niet hoger dan 1229 meter boven zeeniveau. In de eerste veertig kilometer zullen de renners nog hoge snelheden halen, maar daarna is het klimmen geblazen. Eerst naar de top van de Col du Vorger (4,3 km aan 5,3%), vervolgens naar het hoogste punt van de Col de Montessuit (3,6 km aan 7%).

Het zijn niet meteen de bekendste cols, maar de Col de la Forclaz (4,2 km aan 7,2%) doet toch voor het eerst een belletje rinkelen. Na de Forclaz moeten de coureurs nog over de Côte de Crest-Voland Cohennoz (11,2 km aan 4,8%) vooraleer ze de voet bereiken van de Côte de la Giettaz (6,6 km aan 3,7%), waar de beslissing zal vallen in de strijd om de ritzege. De finish ligt enkele kilometers na de top van de Giettaz, in wintersportdorp La Giettaz.

Start: 13.00 uur
Finish: 15.51 uur

Vrijdag 23 augustus, etappe 8: Brides-les-Bains-Méribel (23 km)

Daar zijn ze dan, de echte Alpencols! Al hoeven de renners er vrijdag maar eentje te beklimmen. Vorig jaar kwam de organisatie al met een bergetappe van slechts 35,3 kilometer op de proppen, dit jaar gaan ze nog een stapje verder met een rit van slechts 23,4 kilometer. Dit houdt in dat de renners beginnen aan de voet van de Col de la Loze, ook wel bekend als de Méribel, met de top op 2216 meter.

Alleen in de Ronde van Japan (beginnen aan de voet van Mount Fuji) zien we een gelijkaardig ‘experiment’. Wat we kunnen vertellen over de Col de la Loze? Het is een onregelmatige maar ook zeer lastige klim. De eerste acht kilometer (7%) zijn meteen uitdagend, gevolgd door enkele ‘makkelijke kilometers’. Het zwaartepunt volgt na twintig kilometer, met duizend meter aan 11,3%. Wellicht valt hier de beslissing in deze ultrakorte etappe.

Start: 13.30 uur
Finish: 14.26 uur

Zaterdag 24 augustus, etappe 9: Villaroger-Tignes (67,2 km)

De achtste etappe was zeer, maar dan ook zeer kort, maar zaterdag ligt de finishstreep ook al na 67,2 kilometer. Het belooft wel een bijzonder lastige dag te worden, met drie beklimmingen van tweede én een col van eerste categorie. Na een snelle aanloopfase beginnen de renners aan de flanken van de Côte des Chapelles (8 km aan 6%), om vervolgens af te dalen naar Bourg-Saint-Maurice, niet zo ver van La Plagne.

De Toekomstronde finisht dit jaar echter niet op de flanken van deze iconische berg, maar gaat via de Côte de Montvalezan (7,9 km 6,8%) en de bijzonder steile Côte de Montalbert (3,1 km aan 10,1%) naar de afsluitende klim naar Tignes (8 km aan 6,5%). In de voorbije Tour konden de renners Tignes niet bereiken vanwege lawinestromen in de afdaling van de Col de l’Iseran, maar daar hoeven de renners in dit peloton niet bang voor te zijn.

Start: 12.00 uur
Finish: 14.03 uur

Zondag 25 augustus, etappe 10: Saint-Colomban-des-Villards-Le Corbier (78,1 km)

De 57e editie van de Tour de l’Avenir eindigt met een korte maar krachtige Alpenetappe tussen Saint-Colomban-des-Vilards en Le Corbier. De parcoursbouwers hebben dit jaar gekozen voor enkele ‘verborgen’ pareltjes, maar zondag trekken de renners over de bekende Col du Glandon (9,5 km aan 8,1%), om nog enkele kilometers door te trekken naar de top van de Col de la Croix de Fer (2,7 km aan 5%).

Aangezien de etappe slechts 78,1 kilometer lang is, kunnen we hier al oorlog verwachten tussen de klassementsrenners. En zo niet, dan zal het ontploffen op de Col du Mollard (4,7 km aan 8%) of desnoods de slotklim naar Le Corbier (18,8 km aan 4,7%, maar met steilere percentages). De Tour de l’Avenir eindigt op een hoogte van 1563 meter, na een bijzonder explosieve etappe. Wie mag zich zondag de opvolger noemen van Pogačar?

Start: 11.30 uur
Finish: 13.50 uur


Favorieten

Ondanks de afwezigheid van Brandon McNulty, Giro d’Italia U23-winnaar Andres Camilo Ardila en de afgelopen week gevallen Andreas Leknessund (waarbij hij zijn sleutelbeenbreuk brak), staat er in Zuid-Frankrijk een prachtig deelnemersveld klaar. Het leuke is dat er niet één echte topfavoriet is, maar dat meerdere renners aanspraak maken op de prestigieuze eindzege. Door de spectaculair korte bergetappes en het doorwegen van de ploegentijdrit (door het terrein, de lengte en het feit dat de tijd van de vierde renner geldt), kan het alle kanten op. De renners rijden overigens in landenteams, met de uitzondering van twee Franse regio-ploegen en het UCI World Cycling Centre-team.

Einer Augusto Rubio – foto: IsolaPress

Colombia beschikt bergop over de sterkste selectie, zoals dat de laatste tien jaar meermaals het geval was. Bij afwezigheid van Ardila, ligt de druk voor de overwinning op de schouders van Einer Augusto Rubio. De 21-jarige pocketklimmer timmert al een paar jaar in Europa aan de weg. In dienst van de Italiaanse club Vejus Aran werd hij dit jaar onder andere tweede in de Giro d’Italia U23 en vorig jaar vierde in de Giro della Valle d’Aosta U23. De pocketklimmer was de voorbije winter al mee op trainingskamp met Deceuninck-Quick-Step, maar naar verluidt staat hij voor zijn profdebuut bij Movistar komend seizoen. Met het winnen van l’Avenir zou Rubio de opvolger van Quintana zijn.

Het Zuid-Amerikaanse land verloor vorig jaar in de ploegentijdrit de nodige tijd op de concurrentie. Dit jaar zullen ze dat willen voorkomen. Mocht dat niet zo zijn, dan hebben de Colombianen nog een tweede en zelfs derde troefkaart in handen voor de bergen. Laatstejaars belofte Juan Diego Alba (21) won net als Rubio ook en bergrit in de Giro en hij eindigde daar als derde in het eindklassement. Vorig jaar reed hij ten tijde van de Ronde van de Toekomst de Vuelta a Colombia voor profs, waarin Alba achttiende werd. En dan is er ook nog de piepjonge Jesus David Peña, eerstejaars belofte (19). Hij won dit jaar al de Vuelta a Colombia U23, vóór Camilo. In de Giro U23 werd hij in juni zevende.

Tobias Foss in het wit – foto: Jan Brychta (archief)

Het gemis van Andreas Leknessund bij Noorwegen zal groot zijn. Toch hebben de Scandinaviërs nog een ijzer in het vuur. Dat is er overigens niet zo maar eentje: Tobias Foss. De 22-jarige aanwinst van Jumbo-Visma reed een uitstekend eerste deel van het seizoen. Ook zijn trackrecord in de Ronde van de Toekomst mag er zijn; na een opgave in 2016, eindigde hij een seizoen later als zevende om vorig jaar op plek negen te stranden. “Ik voel me goed en ik ben in topvorm”, vertelt hij op voorhand aan WielerFlits. Foss voelt zich klaar voor de mini-Tour de France, waarin hij op het podium mikt. Met Torjus Sleen (zelf vorig jaar zeventiende) beschikt hij bergop over een sterke ploeggenoot.

De Fransen doen het altijd erg goed in deze wedstrijd. De hoop van het thuisland is dit jaar gevestigd op Clément Champoussin. De 21-jarige klimmer komt voort uit de opleidingsploeg van AG2R La Mondiale, waarvoor hij nu actief is als stagiair én komend jaar zijn profdebuut maakt. Vorig jaar werd Champoussin in de Toekomstronde al vijfde en dit jaar zal hij beter willen doen. Zijn seizoen is alvast ijzersterk, met derde plaatsen in de Ronde de l’Isard U23 en de Vredeskoers U23. Ondanks het gemis van Jérémy Bellicaud, is hij met Aurélien Doleatto (vijfde in de Tour de Savoie), Simon Guglielmi (achtste in de Giro) en Nicolas Prodhomme (winnaar Orlen GP) omringt door sterke klimmers.

Thymen Arensman

Thymen Arensman – foto: Orange Pictures

Nederland trekt met klassementsambities naar Frankrijk. Niet gek, want vorig jaar werd de toen 18-jarige Thymen Arensman razendknap tweede in het eindklassement. De jongeling van SEG Racing Academy is ook dit jaar weer van de partij. Hij denkt zelf opnieuw te kunnen meedoen voor de eindzege, als hij zich weet in te houden en er niet al vroeg invliegt. Dat laatste deed hij in het merendeel van zijn rittenkoersen dit jaar, waardoor een topresultaat in 2019 ontbreekt. De korte bergetappes zijn daarom wel in zijn voordeel, evenals de ploegentijdrit. Met Lars van den Berg, Nils Eekhoff, Daan Hoole en Ide Schelling moet de oranje brigade ook daar hun stempel kunnen drukken.

De oplettende lezer had tot op heden vijf namen geteld. De ene die ontbreekt, is die van Kevin Inkelaar. De 22-jarige Nederlander is al jaren een van de betere klimmers in het U23-circuit. Als laatstejaars belofte kan hij nog één keer een topresultaat neerzetten in de Ronde van de Toekomst. Dat behoort zeker tot de mogelijkheden, want de laatste maanden is de jongeling van Groupama-FdJ U23 uitermate sterk bezig. Hij werd elfde in de Ronde de l’Isard en twaalfde in de Giro d’Italia, maar met een derde stek in de Ronde van de Aosta-vallei en een vierde plaats in de Tour Alsace, zijn z’n laatste twee etappekoersen erg sterk. Meer nog dan Arensman, is Inkelaar Nederlands kopman.

Kevin Inkelaar – foto: Giro della Valle D’Aosta-Mont Blanc 2019

De jongeling zal ook vooral in het hoofd rijden met zijn beste kameraad Bjorg Lambrecht aan zijn zijde, die na een val in de Ronde van Polen onlangs kwam te overlijden; de nummer twee van 2017 had hier op basis van zijn leeftijd zelfs nog mogen meedoen. Naast Inkelaar, zal ook de selectie van België zich willen tonen voor hun ontvallen vriend. Zij hebben meerdere ijzers in het vuur voor het eindklassement. Hun best presterende ronderenner van het seizoen, is Mauri Vansevenant. De 20-jarige boerenzoon gaat ontzettend hard bergop, getuige zijn vijfde plek in de Vredeskoers, de winst in de Tour du Piémont Pyrénéen én de enigszins vertekende eindzege in de Giro Valle d’Aosta.

Maar naast Vansevenant – zoon van voormalige en meervoudig rode lantaarn in de Tour de France Wim Vansevenant – hebben de Belgen nog een heel wapenarsenaal open te trekken. Zo is ook Viktor Verschaeve (21) van de partij, die in de belangstelling van Cofidis staat. Hij werd eerder dit seizoen achtste in de Ronde de l’Isard en negende in de Giro d’Italia U23. Ook Sylvain Moniquet (21) kan zijn rol spelen; hij eindigde dit jaar als zesde in de Vredeskoers U23. En wat te denken van de piepjonge Ilan Van Wilder (19)? Hij was vorig jaar na Remco Evenepoel de beste junior ter wereld. Het grote talent eindigde tijdens de Ronde de l’Isard, de Orlen GP én de Vredeskoers bij de eerste zeven.

Mauri Vansevant – foto: Giro della Valle D’Aosta-Mont Blanc 2019

De Britten kunnen zich ook opmaken voor een hoofdrol in de Ronde van de Toekomst. Dat deden ze eerder al in de Giro d’Italia, waar de selectie van Groot-Brittannië vier van de negen etappes wist te winnen. In twee daarvan stak Ethan Hayter de handen in de lucht. De 20-jarige jongeling komt van origine uit het baanwielrennen, maar ook op de weg geldt hij als een van de allergrootste talenten. Een echte alleskunner: snelle benen, een grote motor, tijdrijden en ook bergop kan hij lang mee. De grote vraag voor deze Tour de l’Avenir is of Hayter ook kan wedijveren met de rasklimmers. Als dat het geval is, dan kan de Brit – zeker na de ploegentijdrit – uitgroeien tot de te kloppen man.

De Fransen, de Nederlanders en de Belgen hebben alledrie sterke blokken. Of dat genoeg is om de Colombianen te doen breken, moet blijken. En anders is er nog altijd Italië. La Squadra Azzurra trekt naar Frankrijk met een ploeg om van te likkebaarden. Bergop zouden zij de Colombianen kunnen overvleugelen. Sterker nog: in potentie hebben de Italianen vier aspirant-eindwinnaars in de ploeg. Het enige dat de klimploeg waarschijnlijk opbreekt, is de ploegentijdrit. Vooral voor Samuele Battistella en Filippo Conca (vijfde in de Giro U23 en zevende in de Giro della Valle d’Aosta) kan dit nadelig zijn. De eerste is misschien te weinig rasklimmer, terwijl Conca geen rasaanvaller is.

Alessandro Covi – foto: Team Colpack

Dat geldt wel voor de nieuwbakken Deceuninck-Quick-Step-aanwinst Andrea Bagioli. De tweedejaars belofte (20) is explosief en beschikt bovendien over een sterk eindschot. Vorig jaar werd hij hier al twintigste en dit seizoen won hij de Ronde de l’Isard. In de Giro viel Bagioli uit en in de Giro Valle d’Aosta won hij zonder hoofdrol in het klassement de slotrit. Hij kan een heel eind komen, maar Italië rekent vooral op Alessandro Covi. De 20-jarige derdejaars belofte tekende vorig jaar al een contract bij UAE-Emirates voor 2020 en verder. Dat is niet zo raar, want Covi is misschien wel de meest getalenteerde ronderenner uit Italië. In de Giro werd hij best of the rest door als vierde te finishen.

Hongarije brengt een van de meest gevleugelde klimmers uit het U23-circuit aan de start. Het is meteen een mooie test voor Attila Valter. De 21-jarige renner van CCC U23 reed dit jaar al zes 2.2-rittenkoersen en vier 2.1-koersen, met veelal profs als tegenstanders. Alleen in de Internationale Wielerweek van Coppi en Bartali (2.1, 38ste), de Sibiu Cycling Tour (2.1, tiende), CCC Tour (2.2, achtste), Carpathian Courier Race (2.2U, zevende) en de Tour Alsace van vorige week (2.2, vijfde), eindigde het Hongaarse rondetalent niet op het podium. In de overige vijf etappekoersen die hij reed wél. Met rittenkaper Barnabás Peák en Ádám Karl, kan Valter ook bouwen op een sterke ploeg.

Attila Valter in de Tour of Antalya – foto: Cor Vos

Net als Italië, trekt ook Spanje met een sterk collectief aan klimmers naar de Alpen. Dat is wel eens anders geweest de laatste jaren, hoewel ze met Soler en Fernández dus ook tweemaal wisten te winnen. Wie weet dat hun toekomstig ploeggenoot Iñigo Elosegui (zestiende in de Giro) daartoe in staat is, of anders José Felix Parra (tiende in Aosta). Toch is dat niet de sterkste pion bij de Spanjolen. Die eer is toebedeeld aan Unai Quadrado van opleidingsploeg Euskadi. De 21-jarige Bask werd dit jaar vijfde in de Orlen GP en zevende in de Vredeskoers, maar vooral tussen de profs kon hij goed mee. In de rondes van Asturias, Madrid en Aragón eindigde hij steeds bij de beste twintig renners.

Update: Unai Quadrado heeft zich op het laatste moment teruggetrokken

Daarnaast is het ook bij andere landenteams uitkijken naar de grotere rondetalenten. Zo brengt Oostenrijk Felix Gall aan de start. Vorig jaar werd de renner van Sunweb U23 nog veertiende, maar dit seizoen kon hij nog weinig potten breken. Luxemburg rekent op de diensten van Michel Ries. De 21-jarige renner van Kometa kan – zeker gezien enkele mooie resultaten dit seizoen – net als vorig jaar bij de eerste tien eindigden, maar winnen lijkt en brug te ver. Dat geldt ook voor Duitslands heetste hangijzer Georg Zimmermann. In het middengebergte kan de aanwinst van CCC met de besten mee, maar in het hooggebergte – ondanks zijn zestiende plek in 2018 – is dat andere koek.

Michel Ries – foto: Giro della Valle D’Aosta-Mont Blanc 2019

Verder is het afwachten hoe het met Matteo Jorgenson is. De 20-jarige Amerikaan reed een sterke Ronde de l’Isard (vierde), maar de stagiair van AG2R La Mondiale liep een diepe snijwond op door een schijfrem tijdens Parijs-Roubaix U23. Is hij fit, dan behoort Jorgenson tot de outsiders. Van hetzelfde laken een pak voor Alexander Evans en Samuel Jenner namens Australië. Beiden kunnen goed klimmen, maar hier het eindklassement winnen zou heel knap zijn. Verder is het interessant om te zien hoe Eritreeër Yacob Debesay (winnaar Tour de l’Espoir) het er vanaf brengt.

Ecuador komt eveneens met een selectie naar de Toekomstronde. Huist daar de nieuwe Richard Carapaz? Het Zuid-Amerikaanse land hoopt vooral op Jefferson Alexander Cepeda. Hij won begin juli de Clásica Marinilla, een lastige nationale Colombiaanse rittenkoers. Ex-prof Aldemar Reyes werd daar tweede, Alejandro Osorio van Nippo-Vini Fantini-Faizanè derde. Met Wílson Haro en Jimmy Santiago Montenegro heeft Cepeda bovendien twee sterke ploegmaats bij.

Via de twee Franse outsiders Louis Louvet en Fabien Rondeau (die rijden voor registermaken Auvergne-Rhône Alpes), komen we tot slot bij de twee grootste dark horses voor deze Ronde van de Toekomst. De eerste is Nickolas Zukowski. De 21-jarige Canadees rijdt dit jaar op zijn eigen continent uitstekend in diverse zwaardere rittenkoersen. De vraag is of Zukowski zijn razendsnelle ontwikkeling dit seizoen ook kan voortzetten op Europese bodem. Andreas Kron heeft dat reeds bewezen. De klimmer annex heuvelrenner is de kopman van Denemarken en dat is verdiend. Hij werd dit jaar namelijk vijfde in de Baloise Belgium Tour en wist in de Orlen GP de bergetappe te winnen.

Sprinters

Kaden Groves – foto: Petros Gkotsis

De kansen voor de snelle mannen in deze Ronde van de Toekomst zijn zeer beperkt. Met Colin Heiderscheid (Luxemburg)  staat er maar een pure sprinter aan het vertrek. De rest van de snelle mannen zijn vaak sterke beren met een sterk eindschot, maar juist voor dat soort type renner liggen er veel kansen. In dat geval moet je denken aan Andreas Stokbro (Denemarken), Jens Reynders (België), Nils Eekhoff (Nederland), Francisco Campos (Portugal), Niklas Märkl (Duitsland), Biniyam Ghirmay (Eritrea),  en de piepjonge maar rappe Søren Wærenskjold (Noorwegen).

De te kloppen man in die ritten gaat echter Kaden Groves zijn. De 21-jarige Australiër is snel, maar gaat ook bergop lang mee; Groves is van hetzelfde type als Michael Matthews. De Zwitserse krachtpatser Stefan Bissegger is in lastigere sprintritten ook een heel gevaarlijk klant, al werd hij ook knap tweede in de Vredeskoers. Zwitserland heeft sowieso een ploeg met rittenkapers die het hier goed kunnen doen. En wat dan met Tom Pidcock? Het multi-inzetbare supertalent is heel rap aan de meet en kan met zijn techniek in dit soort etappes meer dan eens toeslaan. Maar hij won onlangs op La Planche des Belles Filles en pakte het eindklassement in de Tour Alsace. Het parcours van deze Ronde van de Toekomst past goed bij hem. Kan hij bewijzen dat Tour Alsace geen toevalstreffer was?

Thomas Pidcock op de Kemmelberg – foto: Cor Vos

Favorieten volgens WielerFlits
**** Einer Augusto Rubio
*** Juan Diego Alba, Tobias Foss
** Clément Champoussin, Kevin Inkelaar, Mauri Vansevenant
* Ethan Hayter, Alessandro Covi, Atilla Valter, Michel Ries

Website organisatie
Deelnemerslijst


Weer en TV

De renners kunnen opgelucht ademhalen, want in Marmande en omstreken zal het aankomende donderdag relatief droog blijven. Het is een voorbode voor de rest van de week, al zal het zondag wel flink gaan regenen, gepaard met enkele onweersbuien. In de Alpen is het weer ook niet al te best, al krijgen we geen taferelen zoals in de Tour.

De eerste etappe zijn helaas niet live te volgen op de aloude beeldbuis, maar de afsluitende Alpenritten worden wél live uitgezonden door Eurosport. Ben je niet in staat om laatste etappes live te volgen op televisie? Geen probleem, aangezien WielerFlits elke dag met een Volg Hier komt!


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.