De mooiste rit in een grote ronde van 2020
Eindejaarslijstjes In de maand december blikt WielerFlits traditioneel terug op het afgelopen wielerseizoen met de reeks Eindejaarslijstjes. Elke werkdag is er een nieuwe lijst met bijbehorende poll. Vandaag staat centraal: de mooiste rit in een grote ronde van 2020.
Tour de France – Etappe 7 (Millau – Lavaur)
We beginnen met een onvervalste waaieretappe in de Tour de France. Vlak voor de start van de zevende etappe, met start in Millau en finish in Lavaur, broedt Peter Sagan op een plannetje. De Slowaak is er in de eerste Tourweek niet in geslaagd om een etappe te winnen en alsof het nog niet erg genoeg is, slurpt Sam Bennet alle aandacht op als drager van de groene puntentrui. Dat moet veranderen, zo moet Sagan hebben gedacht voor de start van rit zeven.
In startplaats Millau is de spanning voelbaar, vlak voor het vertrek is het aan de ploegleiders om de renners nog eens in te peperen dat het vandaag weleens zou kunnen scheuren in het peloton. De vooraf voorspelde wind staat op sommige punten goed voor het trekken van waaiers en dit inspireert de mannen van Sagan (BORA-hansgrohe) om er van bij de start volle bak tegenaan te gaan. Op het eerste klimmetje van de dag spat het peloton al uiteen.
De mindere knechten, ziek, zwak en misselijkheden en pure sprinters moeten er onherroepelijk af op de Côte de Luzençon. Enerzijds vanwege de flink oplopende weg, anderzijds vanwege het hoge tempo en de strakke wind in de zij. Een eerste peloton van zo’n zeventig renners is door. Groenetruidrager Bennett, Caleb Ewan, Alexander Kristoff en Cees Bol zijn dan al op achtervolgen aangewezen. Het blijkt echter al snel een ongelijke strijd op weg naar Lavaur.
Na deze serieuze schifting valt de koers in een eerste plooi. Sagan doet goede zaken door bij de tussensprint als tweede door te komen en zijn ploeggenoten zijn in de daaropvolgende kilometers niet van de kop weg te denken. Toch denkt Thomas De Gendt dat het nog harder kan en de Belg probeert het een tijdje alleen, maar wordt met Castres in aantocht weer ingerekend door een op hol geslagen peloton. De wind begint weer wat feller te waaien.
Na de passage door de stad ziet INEOS Grenadiers, de ploeg van titelverdediger Egan Bernal, zijn kans schoon om een putsch te plegen. Mikel Landa, Richie Porte, Bauke Mollema, Esteban Chaves en kroonprins Tadej Pogačar laten zich verrassen, zitten net iets te ver op het moment dat het scheurt en verliezen aan de streep meer dan een minuut. Andere Tourpretendenten als Primož Roglič, Nairo Quintana en Bernal zijn wel bij de les en komen de rit schadevrij door.
Na een enerverende en felbetwiste etappe moet een sprint de beslissing brengen over winst en verlies. Nu de echte topsprinters er niet bij zijn, krijgen subtoppers als Edvald Boasson Hagen, Bryan Coquard en Jasper Stuyven eens een unieke kans om op het hoogste schavotje te staan. Deze renners blijken alleen niet opgewassen tegen een in bloedvorm verkerende Wout van Aert, die in een uitstekende positie aan de slotsprint begint.
De renner van Jumbo-Visma heeft vervolgens aan een paar machtige pedaalslagen genoeg om zijn tweede etappezege van deze openingsweek op te eisen. Peter Sagan ziet zijn sprint in het water vallen door kettingproblemen, valt buiten de top-10 en BORA-hansgrohe blijft na een dag labeur met lege handen achter.
Tour de France 2020
Etappe 7: Millau-Lavaur (168 km)
1. Wout van Aert (Jumbo-Visma) in 3u32m03s
2. Edvald Boasson Hagen (NTT Pro Cycling) z.t.
3. Bryan Coquard (B&B Hotels-Vital Concept) z.t.
4. Christophe Laporte (Cofidis) z.t.
5. Jasper Stuyven (Trek-Segafredo) z.t.
6. Clément Venturini (AG2R La Mondiale) z.t.
7. Hugo Hofstetter (Israel Start-Up Nation) z.t.
8. Egan Bernal (INEOS Grenadiers) z.t.
9. Adam Yates (Mitchelton-Scott) z.t.
10. Alejandro Valverde (Movistar) z.t.
Tour de France – Etappe 9 (Pau – Laruns)
In Nice scheelde het al verdraaid weinig, maar was de aanzet van Julian Alaphilippe hem nog te machtig. Exact een week na zijn tweede plek in de Zuid-Franse kustplaats heeft Marc Hirschi rit nummer negen met aankomst in Laruns met rood omcirkeld in zijn agenda. De renners krijgen op de tweede zondag een buitengewoon lastige Pyreneeënrit voorgeschoteld, met onderweg drie verraderlijke cols en een finish na een razendsnelle finale.
De laatste etappe voor de eerste rustdag wordt er eentje om duimen en vingers bij af te likken. Een gedenkwaardige middag begint met een krankzinnig snelle aanvangsfase, waarin het halve peloton probeert om in de vlucht van de dag te zitten. Als door de duivel aangedreven blijven de klassementsteams volle bak doorrijden, waardoor we met een gegroepeerd peloton beginnen aan de eerste klim van de dag: de Col de la Hourcère (11,1 km aan 8,8%).
Ook op de flanken van deze beklimming volgen de demarrages elkaar in rap tempo op, maar nu slaagt een renner er wel in om een interessante voorsprong bijeen te fietsen. De voor Team Sunweb uitkomende Hirschi beschikt andermaal over heel goede benen en slaagt er als solist in om een sterke achtervolgende groep – met louter topklimmers – achter zich te houden. In de dichte mist en regen rondt hij de eerste bergtoppen en lijkt zelfs op weg naar de zege.
Het door Jumbo-Visma gecontroleerde pelotonnetje begint met zo’n drie minuten achterstand aan de laatste klim van de dag, de loeisteile Col de Marie Blanque (9,2 km aan 7,7%, max. 14%). Waar de beloftenwereldkampioen van Innsbruck een strakke cadans aanhoudt, zorgen Robert Gesink en Wout van Aert ervoor dat de favorietengroep steeds steeds kleiner wordt. Tadej Pogačar deelt vervolgens de eerste échte speldenprik uit onder de groten der aarde.
Pogačar krijgt landgenoot Primož Roglič, Egan Bernal en Mikel Landa met zich mee. Nairo Quintana, Guillaume Martin, Romain Bardet en geletruidrager Adam Yates moeten passen en verliezen aan de streep wat seconden. Het groepje Pogačar-Roglič nadert in de slotkilometer van de Marie Blanque de eenzame Hirschi met rasse schreden, die toch duidelijk van zijn pluimen verliest. Toch slaagt de Zwitser er nog in om als eerste boven te komen.
Het verschil met de achtervolgende groep is echter geslonken tot vijftien seconden. Het is de aanzet tot een razendspannende finale in Laruns met een klassiek kat-en-muisspel voor de ritzege. Hirschi laat zich als een baksteen naar beneden vallen, loopt weer wat verder uit op zijn achtervolgers, maar met nog twee kilometer te gaan is de hergroepering dan toch een feit. En zo gaan we na een spectaculaire rit met vijf renners sprinten om de overwinning.
De sprint wordt na een staaltje blufpokeren op gang gebracht door Hirschi, die nog mag hopen op een toch wel dikverdiende triomf. De jongeling gaat alleen van iets te ver aan en wordt nog geremonteerd door de twee Slovenen. Hirschi finisht na een ijzersterk optreden als derde, Roglič komt als tweede over de streep en dus gaat de zege naar Tourdebutant Pogačar. Die laatste boekt zijn eerste ritzege in La Grande Boucle en dat blijkt het begin van iets moois.
Tour de France 2020
Etappe 9: Pau-Laruns (153 km)
1. Tadej Pogačar (UAE Emirates) in 3u55m17s
2. Primož Roglič (Jumbo-Visma) z.t.
3. Marc Hirschi (Team Sunweb) z.t.
4. Egan Bernal (INEOS Grenadiers) z.t.
5. Mikel Landa (Bahrain McLaren) z.t.
6. Bauke Mollema (Trek-Segafredo) op 11s
7. Guillaume Martin (Cofidis) z.t.
8. Romain Bardet (AG2R La Mondiale) z.t.
9. Richie Porte (Trek-Segafredo) z.t.
10. Rigoberto Urán (EF Pro Cycling) z.t.
Tour de France – Etappe 13 (Châtel-Guyon – Puy Mary)
Vijf dagen na de spectaculaire etappe naar Laruns is het opnieuw klimmen geblazen voor de nog overgebleven renners in de Ronde van Frankrijk. De dertiende etappe trekt dwars door het Centraal Massief, over ontelbare hellingen, langere beklimmingen en ongecategoriseerde kuitenbijters. Er staan maar liefst 4.400 hoogtemeters op het menu en dat halen de renners dit jaar zelfs niet in de zwaarste Alpen- en Pyreneeënetappes.
Julian Alaphilippe en Rémi Cavagna zijn de aanstekers van de vroege vlucht en de twee Fransen krijgen het gezelschap van sterke klimmers als Marc Soler, Daniel Martin, Valentin Madouas en Pierre Rolland. Deze renners slagen er in de finale echter niet in om een hoofdrol te vertolken, die eer is weggelegd voor Maximilian Schachmann, Lennard Kämna en Daniel Felipe Martínez. Maar voor het zover is, wordt er gevallen in het peloton.
Op pakweg negentig kilometer van de streep liggen twee aspirant-Tourwinnaars op de grond met Nairo Quintana (die als renner van Arkéa-Samsic aan een tweede jeugd bezig is) en Romain Bardet, de Franse hoop in bange dagen. Quintana stapt weer snel op de fiets, maar Bardet moet even bij zinnen komen en vervolgt dan pas zijn weg. Beide klimmers slagen erin om weer aan te sluiten en de schade te beperken, maar blijken na de finish zwaar gehavend.
Ook Bauke Mollema is een van de slachtoffers van de crash en hij weet meteen hoe laat het is. De renner van Trek-Segafredo loopt meerdere botbreuken op en moet de ronde verlaten. Zonder Mollema trekt het uitgedunde peloton naar de voorlaatste klim van de dag, Col de Neronne (3,8 km aan 9,1%), waar de koers definitief tot ontploffing komt. Vooraan lijkt Schachmann over de beste benen te beschikken. De Duitser was even daarvoor al weggesprongen uit de kopgroep.
De schuddebollende Duitser rijdt op de Côte d’Anglards-de-Saler in één ruk naar de eerder ontsnapte Neilson Powless toe, lost de Amerikaan op de Col de Neronne en lijkt bezig aan een fameuze solo. Zeker omdat ploegmaat Lennard Kämna als een schaduw Martínez volgt, die op de Neronne in de achtervolging is gegaan. Twee tegen een… Martínez bevindt zich in een lastig parket, maar de Colombiaan rijdt onverstoorbaar verder richting Schachmann.
Martínez slaagt erin om de voorsprong van Schachmann te halveren nog voor de voet van de afsluitende Puy Mary (5,4 km aan 8,1%) en op de slotklim is die laatste een vogel voor de kat. Wat volgt is een razendspannend duel voor de ritzege. Martínez moet na het inrekenen van Schachmann reageren op een aanval van Kämna en de renner van EF Pro Cycling heeft nog genoeg in de tank om te antwoorden. De beslissing moet vallen in de loeisteile laatste kilometer.
Martínez wordt door zijn Duitse metgezellen op kop gedwongen, maar de Colombiaan kent duidelijk een superdag. Hij reageert op een nieuwe versnelling van Kämna en weet de jonge Duitser na een masterclass wachten, wachten en nog eens wachten te vloeren in de sprint. In de achtergrond is het inmiddels ook alle hens aan dek voor de klassementsrenners. Pogačar en Roglič blijken na een titanenduel de sterkste klimmers, Bernal kent dan weer een behoorlijke inzinking.
Tour de France 2020
Etappe 13: Châtel-Guyon-Le Puy Mary (191,5 km)
1. Daniel Felipe Martínez (EF Pro Cycling) in 5u01m47s
2. Lennard Kämna (BORA-hansgrohe) op 4s
3. Maximilian Schachmann (BORA-hansgrohe) op 51s
4. Valentin Madouas (Groupama-FDJ) op 1m33s
5. Pierre Rolland (B&B Hotels-Vital Concept) op 1m42s
6. Nicolas Edet (Cofidis) op 1m53s
7. Simon Geschke (CCC Team) op 2m35s
8. Marc Soler (Movistar) op 2m43s
9. Hugh Carthy (EF Pro Cycling) op 3m18s
10. David De la Cruz (UAE Emirates) op 3m52s
Tour de France – Etappe 17 (Méribel – Col de la Loze)
Voor de start kijken de klimmers reikhalzend uit naar de zeventiende etappe. De rit door de Alpen eindigt namelijk in Méribel, waar voor het eerst in de Tourhistorie de streep ligt op de Col de la Loze, met percentages tot 24%. De renners beginnen ’s middags even na half een aan de etappe, in de wetenschap dat Egan Bernal niet meer van start gaat. De Colombiaanse titelverdediger heeft te veel last van zijn rug en verlaat de Tour via de achterdeur.
Waar Bernal op een roemloze manier de Tour moet verlaten, probeert een ploeggenoot er nog wat van te maken in deze Tour. Richard Carapaz besluit na zijn tweede plaats in Villard-de-Lans opnieuw ten aanval te trekken en de Ecuadoraan maakt deel uit van een sterke vluchtgroep. Op de Col de la Madeleine, de eerste serieuze klim van de dag, zien we Carapaz een eerste keer in actie schieten om zoveel mogelijk bergpunten te verzamelen op de top.
Ook in het peloton zien we wat gebeuren. Bahrain McLaren, de ploeg van Mikel Landa, besluit om het tempo te verhogen en de groep eens flink uit te dunnen. Het zorgt voor een eerste schifting, al zien we de klassementsrenners goed op de eerste rij meepeddelen. Met een voorsprong van ruim een minuut beginnen vroege vluchters Carapaz, Julian Alaphilippe, Daniel Martin en Gorka Izagirre aan de afdaling van de Col de la Madeleine.
In de afzink besluit Alaphilippe zich als een baksteen naar beneden te laten vallen en alleen Izagirre en Carapaz slagen er na een tijdje weer in om aan te sluiten. Deze drie matadoren beginnen ook met een voorgift aan de slotklim (Col de la Loze), al is de groep der favorieten niet ver. Op dertien kilometer van de top kiest Carapaz om te schiften en Alaphilippe en Izagirre voelen al snel dat de Girowinnaar van 2019 veel te hard omhoog knalt.
Het is voor Carapaz extra zuur dat geletruidrager Roglič zijn zinnen heeft gezet op de ritzege. De voorsprong van de koploper daalt zienderogen en op drie kilometer van de streep, tijdens het steilste gedeelte van de Col de la Loze, is Carapaz eraan voor de moeite. De favorieten voor de eindzege hebben het laatste woord en gooien ook alle kaarten op tafel. De eerste renner die moet passen is, na het harde labeur van zijn ploeggenoten, Mikel Landa.
Rigoberto Urán en Adam Yates zijn de volgende renners die overboord gaan en zelfs Richie Porte hangt aan het elastiek. Uiteindelijk blijven enkel Roglič, zijn ploeggenoot Sepp Kuss, Tadej Pogačar en Miguel Ángel López over in de favorietengroep. López blijkt uiteindelijk de sterkste berggeit en de Colombiaan gebruikt de steilste stroken om de twee Slovenen op verdere achterstand te zetten. Dat lukt, en dus pakt López in zijn eerste Tour meteen een ritzege.
Achter López zien we een duel op het scherpst van de snede tussen Roglič en Pogačar. De kroonpins heeft het lastig en moet meerdere keren een gaatje laten op zijn oudere landgenoot, maar weet puur op karakter de schade te beperken en zelfs bijna weer naar het achterwiel van de geletruidrager te rijden. Op het laatste onnoemelijk steile stuk breekt Pogačar definitief en zo verliest hij toch nog vijftien seconden op Roglič, die opnieuw uitstekende zaken doet in het klassement.
Tour de France 2020
Etappe 17: Grenoble-Col de la Loze (170 km)
1. Miguel Ángel López (Astana) in 4u49m08s
2. Primož Roglič (Jumbo-Visma) op 15s
3. Tadej Pogačar (UAE Emirates) op 30s
4. Sepp Kuss (Jumbo-Visma) op 56s
5. Richie Porte (Trek-Segafredo) op 1m01s
6. Enric Mas (Movistar) op 1m12s
7. Mikel Landa (Bahrain McLaren) op 1m20s
8. Adam Yates (Mitchelton-Scott) z.t.
9. Rigoberto Urán (EF Pro Cycling) op 1m59s
10. Tom Dumoulin (Jumbo-Visma) op 2m13s
Tour de France – Etappe 20 (Lure – La Planche des Belles Filles)
Helemaal binnen is het nog niet, maar Primož Roglič begint met een voorsprong van 57 seconden op naaste belager Tadej Pogačar aan de allesbeslissende tijdrit naar La Planche des Belles Filles. De renner van Jumbo-Visma is bij de bookmakers de torenhoge favoriet, al is Roglič ongetwijfeld op zijn hoede. Op het Sloveens kampioenschap tijdrijden kreeg de voormalig schansspringer namelijk nog klop van… Juist, de man die tweede staat in de eindrangschikking.
Voor de Sloveense tweestrijd moeten eerst nog 144 andere renners hun tijdrit afwerken. De eerste richttijd wordt neergezet door Rémi Cavagna, de Franse kampioen tegen de klok. De hardrijder van Deceuninck-Quick-Step weet als eerste renner binnen het uur (57:55) te finishen en is veel sneller dan andere schaduwfavorieten voor de ritzege. Wout van Aert is de eerste renner uit de top-30 die de ambitie mag hebben om de tijd van Cavagna uit de boeken te rijden.
De Belg stelt niet teleur in zijn tricolore trui. De renner van Jumbo-Visma kent een trage start, verliest tijd op het vlakke gedeelte, maar vliegt La Planche des Belles Filles op. Aan de streep blijkt het verschil met Cavagna toch nog 28 seconden in het voordeel van Van Aert. Als alle renners zijn gefinisht, blijken nog drie renners sneller dan de Kempenaar: Richie Porte, Tom Dumoulin en Tadej Pogačar, de grootste winnaar van de dag.
De piepjonge renner van UAE rijdt de tijdrit van zijn leven en weet de tegenstand te overklassen, nee te degraderen richting de top van La Planche des Belles Filles. Aan het eerste tussenpunt heeft Pogačar al twaalf seconden van zijn achterstand goedgemaakt en het verval van Roglič zet zich door. Aan de voet van de slotklim heeft de geletruidrager, die al wat rood is aangelopen en voor zijn doen behoorlijk hoekig draait, nog maar 21 seconden om mee te spelen.
Na een niet al te vlotte fietswissel van Roglič dringt het steeds meer tot de Tourvolgers door dat een absolute sensatie in de maak is. De man die angstvallig probeert om zijn gele trui te redden, slaagt er niet in om nog eens extra te versnellen en krijgt te horen dat zijn jongere landgenoot alsmaar harder begint te rijden. Pogačar krijgt vleugels en weet zijn achterstand van één minuut om te buigen in een voorsprong van één minuut.
Na de binnenkomst van een ontredderde en verdoofde Roglič valt die andere Sloveen in ongeloof in de armen van zijn verzorgers. Tadej Pogačar mag zich op zijn 21ste(!) eindwinnaar van de Tour de France noemen. Waar de ene renner zijn geluk niet op kan, zit de andere renner wezenloos op grond. In de wetenschap dat hij een zeker lijkende Tourzege door zijn vingers heeft laten glippen. Topsport is hard, maar zelden was het verschil tussen winst en verlies zo duidelijk zichtbaar.
Tour de France 2020
Etappe 20: Lure-La Planche des Belles Filles (36,2 km, ITT)
1. Tadej Pogačar (UAE Emirates) in 55m55s
2. Tom Dumoulin (Jumbo-Visma) op 1m21s
3. Richie Porte (Trek-Segafredo) z.t.
4. Wout van Aert (Jumbo-Visma) op 1m31s
5. Primož Roglič (Jumbo-Visma) op 1m56s
6. Rémi Cavagna (Deceuninck-Quick-Step) op 1m59s
7. Damiano Caruso (Bahrain McLaren) op 2m29s
8. David De la Cruz (UAE Emirates) op 2m40s
9. Enric Mas (Movistar) op 2m45s
10. Rigoberto Urán (EF Pro Cycling) op 2m54s
Giro d’Italia – Etappe 10 (Lanciano – Tortoreto)
De Tour kende dit jaar heel wat onderhoudende en zelfs spectaculaire etappes, maar ook in de Giro d’Italia was het zo nu en dan genieten blazen. Denk maar even terug aan de tiende etappe naar Tortoreto. Voor de start is er minder goed nieuws te melden. Simon Yates, die aan de Giro begon als een van de favorieten voor de eindzege, moet de ronde verlaten na een positieve coronatest. Ook Jumbo-Visma en Michtelton-Scott besluiten zich terug te trekken.
De renners die zich wel verzamelen in startplaats Lanciano krijgen een pittige etappe voorgeschoteld naar kustplaats Tortoreto, maar dit weerhoudt de coureurs er niet van om er een spetterende openingsfase van te maken. Zeven renners slagen er uiteindelijk in om op het juiste moment weg te springen en een voorsprong bijeen te fietsen: Peter Sagan, Filippo Ganna, Ben Swift, Dario Cataldo, Davide Villella, Simon Clarke en Jonathan Restrepo.
De al verraderlijke finale naar kustplaats Tortoreto wordt nog gevaarlijker door de hevige regenval. De hemelsluizen staan open en voor de coureurs is het zaak om geconcentreerd te blijven in de spekgladde afdalingen. In de inmiddels flink uitgedunde favorietengroep besluit Pello Bilbao, de nummer drie in de stand op slechts 39 seconden van leider João Almeida, om eens aan de boom te schudden. Vooraan maken Sagan en Swift het ‘mooie’ weer.
De nog altijd naar zijn eerste seizoenszege zoekende Sagan voelt zich duidelijk in zijn sas in regenachtige omstandigheden en besluit op een van de steile klimmetjes zijn turbo aan te zetten. Alleen Swift heeft een antwoord op een imponerende versnelling van de Slowaak, de rest moet passen. Toch lijken Sagan en Swift te worden ingerekend door de opstomende Bilbao, net voor het opdraaien van Tortoreto Alto (1,9 km aan 7,2%).
Sagan kijkt even achterom, ziet Bilbao komen en besluit dan zijn kaarten volledig op tafel te gooien. De drievoudig wereldkampioen weet als in zijn beste dagen de laatste helling op te knallen, rijdt Swift en Bilbao op onoverbrugbare achterstand en moet dan nog ruim tien kilometer overleven richting de finish in Tortoreto. Het verschil met de groep der favorieten is op dat moment goed twintig seconden. Is het genoeg voor ‘Peter De Grote’?
Het antwoord is ja. Sagan is sterk genoeg om een solo uit zijn benen te persen en na een doldrieste finale als eerste over de streep te komen. De renner van BORA-hansgrohe heeft tijd zat om zijn eerste zege van het seizoen, en de eerste overwinning in meer dan één jaar tijd, te vieren. Sagan laat met deze zege vooral zien nog niet klaar te zijn als wielrenner. De meeste favorieten voor de eindzege komen, ondanks meerdere speldenprikken, gezamenlijk over de finish.
Giro d’Italia 2020
Etappe 10: Lanciano-Tortorero (177 km)
1. Peter Sagan (BORA-hansgrohe) in 4u01m56s
2. Brandon McNulty (UAE Emirates) op 19s
3. João Almeida (Deceuninck-Quick-Step) op 23s
4. Ben Swift (INEOS Grenadiers) z.t.
5. Jai Hindley (Team Sunweb) z.t.
6. Rafal Majka (BORA-hansgrohe) z.t.
7. Patrick Konrad (BORA-hansgrohe) z.t.
8. Wilco Kelderman (Team Sunweb) z.t.
9. Domenico Pozzovivo (NTT Pro Cycling) z.t.
10. Pello Bilbao (Bahrain McLaren) z.t.
Giro d’Italia – Etappe 18 (Pinzolo – Laghi di Cancano)
Na ruim twee weken Giro d’Italia kan de ronde gerust worden omgedoopt tot de Giro d’Almeida. João Almeida wordt pas in laatste instantie opgeroepen voor de Italiaanse ronde, maar laat een onuitwisbare indruk achter. De jonge Portugees is al vijftien dagen in het bezit van de roze trui als hij begint aan de achttiende etappe van de Giro d’Italia. De koninginnenrit van de ronde voert de renners onder meer over de beruchte Stelvio naar het meer van Cancano.
Almeida vecht ook in deze cruciale etappe voor wat hij waard is, maar op de flanken van de Stelvio zien we dan eindelijk de ’teloorgang’ van de renner van Deceuninck-Quick-Step. De rozetruidrager kan het moordende tempo van Rohan Dennis, de meesterknecht van Tao Geoghegan Hart, niet aan. En dat is alleszins geen schande, aangezien er met Hart en Jai Hindley maar twee renners in staat zijn om de ontketende Australiër te volgen.
Domenico Pozzovivo, Rafal Majka, Jakob Fuglsang en zelfs tweevoudig Girowinnaar Vincenzo Nibali vinden hun Waterloo op de flanken van de besneeuwde Stelvio. Heel even lijkt Wilco Kelderman een greep te doen naar de macht. De Nederlander van Team Sunweb heeft van alle klassementrenners de beste papieren, zeker na het afhaken van Almeida, maar ook Kelderman is niet in staat om het tempo van Dennis bij te benen. Eigen tempo is het devies.
Kelderman slaagt er in zijn weg naar de top in om de schade te beperken, maar komt alsnog met een kleine minuut achterstand boven op de Stelvio. Zijn werkgever Team Sunweb maakt vervolgens de keuze om Hindley, een teamgenoot van Kelderman, niet te laten wachten op zijn kompaan. Ook niet in de afdaling of de vlakkere tussenstrook naar de voet van de slotklim. Zelfs als Kelderman langzaam maar zeker terrein aan het terugwinnen is.
Het beeld van de etappe is wanneer de ploegleiderswagen van Team Sunweb zich naast Kelderman posteert, maar sportdirecteur Luke Roberts na een kort intermezzo en het aangeven van een bidon besluit om door te rijden richting Hindley. Kelderman staat er vervolgens helemaal alleen voor in zijn jacht op de roze trui. Vooraan blijft Hindley uit tactische overwegingen in het wiel van Hart zitten en de Aussie weet hem uiteindelijk te vloeren in de spurt voor de ritzege.
Een vechtende Kelderman wordt op de slotklim nog achtergelaten door Pello Bilbao en Jakob Fuglsang, maar blijft geloven in zijn roze droom en houdt aan de streep net genoeg over om het felbegeerde kleinood over te nemen. In het algemeen klassement is het nu plots een secondenspel geworden voor de eindzege. Kelderman gaat aan de leiding, Hindley volgt op twaalf seconden en Hart moet nog maar vijftien tellen goedmaken.
Opinie: Team Sunweb speelt met vuur op top Stelvio
Giro d’Italia 2020
Etappe 18: Pinzolo-Laghi di Cancano (207 km)
1. Jai Hindley (Team Sunweb) in 6u03m03s
2. Tao Geoghegan Hart (INEOS Grenadiers) z.t.
3. Pello Bilbao (Bahrain McLaren) op 46s
4. Jakob Fuglsang (Astana) op 1m25s
5. Wilco Kelderman (Team Sunweb) op 2m18s
6. Patrick Konrad (BORA-hansgrohe) op 4m04s
7. João Almeida (Deceuninck-Quick-Step) op 4m51s
8. Vincenzo Nibali (Trek-Segafredo) z.t.
9. Hermann Pernsteiner (Bahrain McLaren) z.t.
10. Fausto Masnada (Deceuninck-Quick-Step) op 4m55s
Vuelta a España – Etappe 8 (Logroño – Alto de Moncalvillo)
Het duurde maar een minuut of tien, maar de finale van de tiende etappe van de Vuelta a España was een eentje om duimen en vingers bij af te likken. Beginnend vanuit Logroño reed het peloton door de La Rioja-regio naar de top van de Alto de Moncalvillo, een nieuwe ontdekking van de heren Javier Guillén (koersdirecteur) en Fernando Escartin (parcoursbouwer). Na een levendige openingsfase slaan zeven avonturiers de handen ineen.
Robert Stannard, Stan Dewulf, Rémi Cavagna, Rui Costa, Benjamin Dyball, Julien Simon en Ángel Madrazo rijden lange tijd voor het peloton uit, maar worden bij het opdraaien van de slotklim bedankt voor bewezen diensten. Movistar leidt de groep der favorieten bij aanvang van de Alto de Moncalvillo, in dienst van Enric Mas en in mindere mate Alejandro Valverde en Marc Soler. Met nog 6,5 kilometer te gaan, trekt Valverde naar voren.
De poging van de wereldkampioen van Innsbruck heeft niet veel om het lijf en dus is het wachten op een volgende stroomstoot. Op vijf kilometer van de top besluit Michael Woods zich op te offeren voor zijn ploegmakker Hugh Carthy, de verrassing in het klassement. Door het tempo van Woods moeten top 10-klanten als Felix Großschartner, Soler en Valverde passen. Niet veel later springt Carthy weg met de Amerikaan Sepp Kuss.
Dit is het sein voor Richard Carapaz om te reageren en de rodetruidrager rijdt op overtuigende wijze het laatste gaatje dicht op de twee aanvallers. Carapaz gaat vervolgens door en krijgt Primož Roglič met zich mee, maar dan ontstaat er een moment van vertwijfeling. Carthy, Daniel Martin en Aleksandr Vlasov profiteren optimaal en sluiten weer aan. Vlasov beseft dat zijn moment gekomen is en gaat erop en erover. De jonge Rus bouwt een mooie voorsprong uit.
Het blijkt alleen niet genoeg voor de ritzege, aangezien het nu Roglič is die als door een wesp gestoken naar voren schiet. Carapaz weet met een langgerekte tegenprik weer naar het achterwiel van de Sloveen te rijden en vervolgens kijken beide kemphanen even naar elkaar. Carapaz probeert Roglič te overbluffen met een nieuwe demarrage, maar de renner van Jumbo-Visma geeft geen krimp en plaatst vervolgens een beslissende versnelling.
Carapaz probeert nog wel om ook deze aanval te beantwoorden, maar moet nu wel plooien en verliest aan de streep toch nog dertien seconden. De Ecuadoraan behoudt nog wel zijn rode trui, maar Roglič doet na een titanenduel de beste zaken. Een nieuwe psychologische tik is uitgedeeld.
Vuelta a España 2020
Etappe 8: Logroño-Alto de Moncalvillo (164 km)
1. Primož Roglič (Jumbo-Visma) in 4u07m08s
2. Richard Carapaz (INEOS Grenadiers) op 13s
3. Daniel Martin (Israel Start-Up Nation) op 19s
4. Aleksandr Vlasov (Astana) op 25s
5. Hugh Carthy (EF Pro Cycling) op 33s
6. Wout Poels (Bahrain McLaren) op 35s
7. Enric Mas (Movistar) op 54s
8. Sepp Kuss (Jumbo-Visma) z.t.
9. Esteban Chaves (Mitchelton-Scott) op 1m33s
10. Clément Champoussin (AG2R La Mondiale) op 1m37s
Vuelta a España – Etappe 17 (Sequeros – Alto de La Covatilla)
Voor een man-tegen-manduel in de voorbij Vuelta a España hoeven we niet alleen terug te gaan naar de etappe met finish op de Alto de Moncalvillo. Ook in de voorlaatste rit van de ronde (en het wielerjaar 2020) krijgen we een strijd tussen Primož Roglič en Richard Carapaz. Ditmaal is het de Sloveen die in het bezit is van de rode leiderstrui en is het aan de Ecuadoraan om zijn rivaal uit de trui te rijden. Voor Carapaz is het zijn allerlaatste kans.
In de laatste cruciale etappe van de Ronde van Spanje krijgen we een strijd op twee fronten. Een omvangrijke kopgroep krijgt alle ruimte van Jumbo-Visma om voor de ritzege te strijden. David Gaudu blijkt uiteindelijk over de sterkste klimbenen te beschikken. De renner van Groupama-FDJ, eerder al winnaar op de Alto de La Farrapona, blijft ijzig kalm en weet op het juiste moment zijn versnelling in te zetten. Hij komt solo over de meet.
Alle aandacht gaat echter uit naar het duel tussen Roglič en Carapaz. Die laatste moet bijzonder lang wachten om een gooi te doen naar de eindzege, aangezien het parcours niet echt uitnodigt tot aanvallen en er op de slotklim ook nog eens een flinke tegenwind staat. Een sterke Ide Schelling voert de favorietengroep een tijdje aan op La Covatilla, maar met nog vier kilometer te klimmen is het alle hens aan dek: Hugh Carthy steekt zijn hand uit naar eindwinst!
De Brit van EF Pro Cycling rammelt het favorietengroepje uiteen, maar komt niet echt weg. Carapaz probeert het vervolgens een keer, maar Roglič is er als de kippen bij om te reageren. Een tweede versnelling van de Ecuadoraan wordt niet zo gretig beantwoordt door de Sloveen, die duidelijk op kraken staat en voor zijn eigen tempo moet kiezen. Carapaz is definitief los. Op weg naar de eindzege? Het verschil loopt al snel op tot twintig seconden.
Carapaz, die voor de etappe 45 seconden moest goedmaken op de leider, weet zijn achterstand al vrij snel te halveren. Roglič raakt echter niet in paniek en kan in de finale zelfs nog rekenen op een ploeggenoot. Het is niet Sepp Kuss, maar Lennard Hofstede die zich laat uitzakken uit de kopgroep om zo zijn kopman nog van dienst te zijn. Na het wegsturen van Hofstede heeft Roglič ook ‘het geluk’ dat Marc Soler zich op kop zet voor Enric Mas.
Zo blijft het verschil met Carapaz schommelen rond de twintig tellen en in de laatste kilometer is al duidelijk dat Roglič zijn trui zal behouden. De kopman van Jumbo-Visma weet er nog een sterke sprint uit te persen en verliest uiteindelijk 21 seconden op Carapaz, waardoor het verschil tussen beide mannen na bijna drie weken koers 24 seconden is in het voordeel van Roglič. De Sloveen wint zijn tweede Vuelta na een nagelbijtende finale.
Vuelta a España 2020
Etappe 17: Sequeros-Alto de la Covatilla (178,2 km)
1. David Gaudu (Groupama-FDJ) in 4u54m32s
2. Gino Mäder (NTT Pro Cycling) op 28s
3. Ion Izagirre (Astana) op 1m05s
4. David De la Cruz (UAE Emirates) z.t.
5. Mark Donovan (Team Sunweb) op 1m53s
6. Michael Storer (Team Sunweb) z.t.
7. Guillaume Martin (Cofidis) op 2m23s
8. Richard Carapaz (INEOS Grenadiers) op 2m35s
9. Hugh Carthy (EF Pro Cycling) op 2m50s
10. Primož Roglič (Jumbo-Visma) op 2m56s
We hebben er lang over moeten nadenken, maar sommige etappes komen nét niet in aanmerking voor de titel ‘mooiste rit in een grote ronde.’ Denk aan de twaalfde etappe in de Tour de France met aankomst in Sarran (gewonnen door Marc Hirschi) of de ritten naar Lyon en Champagnole met telkens Søren Kragh Andersen als winnaar.
De zegetocht van het INEOS Grenadiers-duo Michal Kwiatkowski en Richard Carapaz op weg naar La-Roche-sur-Foron is ook blijven hangen, net als de ondergang van Wilco Kelderman in de Giro-etappe naar Sestriere. De afsluiteinde tijdrit in de Ronde van Italië was ook memorabel, net als de individuele tijdrit in de Vuelta a España. Verder zullen we de ‘stakingsetappe’ in de Giro niet snel vergeten.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.