De beklimmingen van Milaan-San Remo door de jaren heen
Deze aanleiding geeft ons de gelegenheid eens te kijken naar de veranderingen in het parcours, en met name de beklimmingen, in deze klassieker. Hieronder een overzicht van de belangrijkste beklimmingen van Milaan-San Remo door de jaren heen.
Passo del Turchino
Oudste klim in Milaan-San Remo die traditiegetrouw de eerste klim is in de wedstrijd. In 1910 lag er zoveel sneeuw op de top dat van de 63 deelnemers slechts vier de finish haalden. Fausto Coppi was in 1946 de laatste renner die als eerste over de top van de Passo del Turchino kwam en won ook in San Remo. Dit met 14 minuten voorsprong op de nummer twee. De laatste jaren is de klim niet selectief gebleken en zie je vaak een klein groepje renners van de vroege vlucht de top als eerste passeren. Sinds 1907 is er slechts vier keer niet over de Passo del Turchino gereden. In 2001, 2002 en 2021 kwam dit door moeder natuur welke de weg onbegaanbaar maakte.
Fabio Baldato over de Passo del Turchino :
Bric Berton
Le Mànie
Tre Capi
De “koninginneklim” van de ‘Primavera’ aan het begin van de eeuw, degene die meestal de strijd opleverde, was de Capo Berta. De top lag destijds op 29 km van de eindstreep. Na de Tweede Wereldoorlog bleken de Tre Capi niet meer selectief genoeg te zijn, zeker nadat de wederopbouwwerken niet alleen de vernielde of beschadigde wegen herstelden, maar ook het wegdek aanzienlijk verbeterden.
Er kwam een nieuw en gladde asfaltlaag, waardoor kuilen en holtes verdwenen. Dat maakte een selectie op dit traject aanzienlijk lastiger. De organisatoren merkten dit ook en begonnen tegen het einde van de jaren ’50 een zoektocht naar een nieuwe hindernis in de finale. Dit zou de Poggio worden. De Tre Capi zijn de meest beklommen heuvels en alleen tijdens bij de “herstart” van het 2020 seizoen waren ze niet opgenomen op de route.
Cipressa
Filippo Pozzato over de Cipressa :
Om te reageren moet je ingelogd zijn.