Victor Campenaerts: “Agressief koersen, dat is mijn nieuwe stijl”
Interview Kan je je op je 29ste nog succesvol omscholen van tijdrijder naar aanvaller? Ja, dus! Victor Campenaerts borg vorig jaar zijn olympische droom op en draaide de knop om. Voortaan is hij aanvaller pur sang. En dat werpt dit jaar al zijn vruchten af. In Gorizia rondde hij een vlucht met een uitgebreide kopgroep succesvol af. “Laten we hopen dat dit teammanager Douglas Ryder helpt in zijn zoektocht naar een nieuwe sponsor.”
Victor Campenaerts kan na zijn carrière zomaar als ambassadeur aan de slag. De manier waarop hij het hogere doel van zijn team Qhubeka ASSOS uitlegt en verspreidt, oogst lof. “Met Qhubeka ASSOS koersen we voor meer dan overwinningen. We helpen mensen in Afrika vooruit door het schenken van fietsen. Want… Bicycles change lives. Ubuntu (verbondenheid tussen verschillende gemeenschappen, red) is onze filosofie.”
‘Ik moest wel veranderen’
Maar laat Campenaerts, sinds vorig jaar vanuit Antwerpen uitgeweken naar het Oost-Vlaamse Gavere, eerst nog maar doen waar hij het allerbeste in is: hard fietsen. Hij is nog steeds werelduurrecordhouder, maar tijdrijden is al even niet meer zijn specialiteit. Zijn olympische droom heeft hij vorig jaar opgeborgen en het geweer van schouder veranderd. Met succes!
“Ik moest wel”, verduidelijkte hij op de persconferentie in Gorizia aan de internationale pers. “Met dank aan kerels als Filippo Ganna, Wout van Aert en Remco Evenepoel. En laat dat vooral geen verwijt zijn. Wout en Remco gaan dat in de tijdrit in Tokio goed doen, daar heb ik alle vertrouwen in. Maar ik moest op zoek naar een andere aanpak. En dat is aanvallen, agressief koersen geworden.”
Campenaerts liet zich het voorbije voorjaar al een aantal keer opvallen met zijn aanvallend koersgedrag, maar dat leidde vooralsnog niet tot succes. Tot vandaag, dus. “Straf. Als tijdrijder pakte ik al meerdere ereplaatsen in grote rondes, maar pas nu, met de gewone wegfiets, slaag ik erin om ritwinst te behalen.”
Dat het uitgerekend in deze vijftiende etappe is, bleek geen toeval. “Ik had hier mijn zinnen op gezet. Met de ploeg pakten we al twee overwinningen in deze Giro (met Mauro Schmid en Giacomo Nizzolo, red.), maar als we er een derde wilden, dan was dit wel onze laatste kans. Dit moest mijn dag worden. Heb je gezien in de start wie het peloton aan flarden reed? Dat waren wij.”
“Zowel voor als na de herstart, door de massale val in de beginfase, waren we present met drie man. Dat overwicht hadden we nodig. En dat heeft uiteindelijk gerendeerd, met dank aan het geloof van mijn ploegmaats in mij. Toen ik op iets meer dan twintig kilometer van de finish vooruitgeraakte met Oscar Riesebeek, geloofde ik er ten volle in. Het was een bewuste actie, want ik wist dat er betere klimmers in onze kopgroep zaten.”
“In de finale voelde ik dat ik de betere was van Oscar. En aan de meerdere aanvallen van hem te zien, dacht hij dat wellicht ook. We hebben elkaar een paar keer onder druk gezet, dat klopt, en in de sprint kon ik het afmaken. Al speelde het in mijn voordeel dat hij vroeg aanging. Maar bij het overschrijden van de finish was de ontlading toch groot.”
Teamwork
Campenaerts omschrijft zijn gevoel bij de die zeges die zijn team in deze Giro reeds sprokkelde. “Die van Mauro, daar had ik zelf niet aan bijgedragen. Daar was Bert-Jan Lindeman diegene die tempo maakte voor hem. Maar de overwinning van Giacomo Nizzolo zorgde uiteraard voor een uitbarsting van blijdschap. We hebben daar met het hele team keihard voor geknokt.”
“Ja, we hebben het ook een paar keer verkloot. Maar dat het na elf tweede plaatsen wel lukte, zorgde voor een enorme ontlading. En vandaag… Dat was ook teamwerk, hé. De helft van de ploeg zat mee in de vlucht, steunde mij en had vertrouwen in mij. Fantastisch dat ik het kon afmaken.”
Tot slot toonde Campenaerts zich nog een keer ambassadeur voor zijn team en Qhubeka in het bijzonder. “We hebben nu drie zeges in deze Giro. Geen team doet beter. Vorig jaar verkeerden we allemaal in de onzekerheid. Zouden we nog wel prof kunnen blijven? Dat we de kans nog gekregen hebben en we voor dat hogere doel mogen blijven fietsen, stimuleert ons enorm. De sfeer in de groep is geweldig. Hopelijk kunnen we dat ook in de toekomst blijven doen, maar dan hebben we een sponsor nodig. Hopelijk hebben we in deze Giro een paar potentiële kandidaten overtuigd.”
De slotvraag was voor een Italiaanse collega, die nog wilde weten of Campenaerts nog zijn zinnen op de slottijdrit in Milaan zou zetten. De regerende werelduurrecordhouder bleef vriendelijk. “Ik zal mijn best doen in Milaan. Maar het wordt bij-zon-der lastig. Zoals gezegd, ik heb de voorbije maanden gefocust op de wegfiets, niet meer op de tijdritfiets. En in het wielrennen krijg je wat je verdient… ” De man zal het wel begrepen hebben, zeker?
Om te reageren moet je ingelogd zijn.