Voorbeschouwing: Ronde van Lombardije 2021
Als de laatste renners over de streep zijn gekomen in Bergamo, zetten we een streep onder de Ronde van Lombardije en eigenlijk ook een beetje het wielerseizoen. Tegenwoordig is de ‘Koers van de Vallende Bladeren’ al lang niet meer de afsluiter van het wielerjaar, maar toch voelt het wel zo. Nog één keer alles geven en dan begint het aftellen naar de voorjaarsklassiekers. Wie in aanmerking komen voor de zege? WielerFlits duikt in de koers!
Historie
Wanneer een Fransman in mijn tijd zei.
Dat hij wilde meedoen aan de Ronde van Lombardije.
Zette iedereen grote ogen op.
Ze verklaarden hem voor gek of megalomaan.
Géminiani, R. (uit het boek De Klassiekers)
De legendarische Franse wielrenner Raphaël Géminiani (1925) trotseerde als renner en ploegleider vele gevaren. De nu 96-jarige Géminiani zette in afdalingen zijn leven op het spel, ging over zijn limiet om de hoogste cols te bedwingen en stapte meer dan geregeld onderkoeld van de fiets na een barre tocht door de Alpen, Pyreneeën of het Centraal Massief. De man met de oogstrelende pedaaltred kende geen angst, maar peinsde er niet over om aan de start te verschijnen van de Ronde van Lombardije. La corsa delle foglie morte boezemt angst in, niet alleen bij Raphaël Géminiani.
De Ronde van Lombardije is van oudsher het laatste monument van het wielerseizoen en vindt dit keer bij hoge uitzondering een week ná Parijs-Roubaix plaats. Voor de eerste editie van Il Lombardia moeten we terug naar 1905. Journalist Tullo Morgagni, die kan worden gezien als de geestelijk vader van verscheidene Italiaanse wielerwedstrijden, kwam meer dan honderd jaar geleden met het idee om een wedstrijd te organiseren in de regio Lombardije. De wedstrijd stond in het teken van het duel tussen de uit Milaan afkomstige Pierino Albini en Giovanni Cuniolo uit Tortona.
Wat is nu het verhaal: Albini en Cuniolo namen het aan het begin van de twintigste eeuw tegen elkaar op in de zogeheten Italian’s King Cup. Cuniolo kwam uiteindelijk als overwinnaar uit de strijd, zeer tegen de zin van Morgagni, die op dat moment werkzaam was voor La Gazzetta dello Sport. Morgagni wist de hoofdredactie zover te krijgen om op 12 november 1905 een ‘rematch’ te organiseren tussen Albini en Cuniolo onder de naam Milaan-Milaan. Duizenden dolenthousiaste Milanezen trokken erop uit om de wielerhelden aan het werk te zien, maar zagen vervolgens een andere Italiaan als eerste over de streep komen.
Het was Giovanni Gerbi die de allereerste editie van de Ronde van Lombardije (of Milaan-Milaan, om helemaal correct te zijn) wist te winnen. De uit Asti afkomstige Gerbi won bovendien met meer dan veertig minuten voorsprong, wat anno 2021 nog altijd het grootste verschil is tussen de nummers één en twee in de herfstklassieker. De naam van Giovanni Gerbi duikt meer dan honderd jaar later nog altijd op in voorbeschouwingen zoals deze, en niet die van Albini en Cuniolo, ook al zag Morgagni het liever anders. Het bleek echter wel een blijvertje op de kalender, die Ronde van Lombardije.
Na Gerbi was het aan andere Italiaanse wielerpioniers om hun naam te vereenzelvigen met de koers. Gaetano Belloni won in 1915, 1918 en 1928, de veel te vroeg gestorven Giovanni Brunero in 1923 en 1924 en natuurlijk mogen ook Costante Girardengo (1919, 1921 en 1922) en Alfredo Binda (1925, 1926, 1927 en 1931) niet ontbreken op de erelijst. Succes in Lombardije was echter niet alleen maar voorbehouden aan de Italianen. Zo won Gustave Garrigou in 1907 als eerste Fransman de koers en ook Luxemburger François Faber, Henri Pélissier en Belg Philippe Thys zorgden voor de broodnodige afwisseling.
De Ronde van Lombardije is onlosmakelijk verbonden met kampioenen als Fausto Coppi en Gino Bartali. De flamboyante Coppi en de vrome Bartali waren tegenpolen, maar wisten tegelijkertijd het beste in elkaar naar boven te halen. Ze vochten gedenkwaardige duels uit, in Milaan-San-Remo, de Giro d’Italia maar ook in de Ronde van Lombardije. Coppi is met vijf zeges (1946, 1947, 1948 en 1949, vier keer op rij, en 1954) recordhouder, maar ook de naam van Bartali (winnaar 1936, 1939 en 1940) hoort in de eregalerij van de Ronde van Lombardije. Ze hebben bijgedragen aan de mythische status van deze wedstrijd.
Dat Italië met 69 overwinningen het lijstje succesvolste landen in de klimklassieker aanvoert, mag geen verbazing wekken. België en Frankrijk volgen op gepaste afstand, maar brachten wel 24 (twaalf om twaalf) winnaars voort. Onder meer tweevoudige winnaars Eddy Merckx, Roger De Vlaeminck en Philippe Gilbert deden een flinke duit in het Belgische zakje. Nederland is gedeeld vijfde op de lijst, samen met Ierland. Jo de Roo zorgde in de jaren zestig voor de eerste Nederlandse overwinningen, Hennie Kuiper rondde in 1981 een solo af en Bauke Mollema slaagde er in de editie van 2019 in om alle topfavorieten een loer te draaien.
Laatste tien winnaars Ronde van Lombardije
2020: Jakob Fuglsang
2019: Bauke Mollema
2018: Thibaut Pinot
2017: Vincenzo Nibali
2016: Esteban Chaves
2015: Vincenzo Nibali
2014: Daniel Martin
2013: Joaquim Rodríguez
2012: Joaquim Rodríguez
2011: Oliver Zaugg
Vorig jaar
De Ronde van Lombardije levert normaal schitterende herfstplaatjes op, maar werd vorig jaar bij hoge uitzondering in de zomer verreden. Het was kenmerkend voor het knotsgekke coronaseizoen, waarin de kalendermakers overuren moesten draaien om de niet gesneuvelde wedstrijden een logische plek op de kalender te geven. Met als gevolg dat ‘Il Lombardia’ in 2020 werd gehouden op zaterdag 15 augustus, nog voor wedstrijden als Tirreno-Adriatico, de Tour de France en de Giro d’Italia. Meerdere toppers besloten om de klassieker, al dan niet met pijn in het hart, te skippen.
Tweevoudig winnaar Vincenzo Nibali, Jakob Fuglsang, titelverdediger Bauke Mollema, Maximilian Schachmann, Richard Carapaz, Mathieu van der Poel en Remco Evenepoel besloten wel de trip naar Bergamo te maken, waar de 114e editie van de Ronde van Lombardije op gang werd gebracht. De meeste ogen waren gericht op de nog altijd maar 20-jarige Evenepoel, die na de coronabreak met verve de Ronde van Burgos wist te winnen en de tegenstand aan gort wist te fietsen in de Ronde van Polen, een week voor de Ronde van Lombardije. Evenepoel liet ook al vrij snel zijn ambities doorschemeren.
De Belg gaf al vroeg in de koers aan zijn ploeggenoten van Deceuninck-Quick-Step het teken om op kop te rijden van het peloton. Enerzijds om de koers hard te maken, anderzijds om een kopgroep van elf renners binnen schootsafstand te houden. De voorste groep, bestaande uit onder meer Marco Frapporti, Andrea Pasqualon, James Piccoli, Joey Rosskopf en Petr Vakoč, werd zo vleugellam gemaakt en op de flanken van de Madonna del Ghisallo werden de laatste overlevers van de vroege vlucht bijgehaald. Op de Madonna del Ghisallo hielden de favorieten overigens nog wel hun kruit droog.
En dat was te begrijpen, gezien de daaropvolgende beklimming van de Colma di Sormano met zijn vreselijk steile uitloper, ook wel bekend als de Muro di Sormano. Een echte muur met stijgingspercentages tot wel 27%. Het was Aleksandr Vlasov die in dienst van zijn kopman Jakob Fuglsang het tempo verhoogde, waardoor er in de favorietengroep nog maar zeven renners overbleven: Vlasov, Fuglsang, Mollema, Nibali, Giulio Ciccone, George Bennett en Evenepoel. Voor renners als Schachmann, Van der Poel en Carapaz ging het dan weer te snel: zij werden al snel in het defensief gedwongen.
Met zeven matadoren begonnen we vervolgens aan de razendsnelle, zeer technische en daardoor verraderlijke afdaling van de Sormano. Nibali, in 2015 en 2017 al winnaar van de Ronde van Lombardije, besloot nog maar eens zijn daalkunsten te etaleren met als doel om zijn concurrenten onder druk te zetten. Foutjes zijn dan zeer snel gemaakt en helaas voor Evenepoel, Deceuninck-Quick-Step en de ganse Belgische natie beging de renner uit Schepdaal een cruciale fout. Evenepoel schatte een bocht compleet verkeerd in en viel over een muurtje de afgrond in. De paniek was compleet, een ijzige stilte volgde.
Even werd er gevreesd voor een gitzwart scenario, maar al vrij snel zagen we beelden van een bleek weggetrokken Evenepoel, bij bewustzijn maar niet in staat om op te staan. De renner werd met een brandcard uit het ravijn gehaald en moest worden afgevoerd naar het ziekenhuis. Daar constateerden de artsen een breuk in zijn bekken (op de plek waar de kop van de heup het dijbeen binnendringt) en een dubbele breuk van het schaambeen. Einde seizoen en het begin van een lange revalidatie. Voor het eerst in zijn carrière maakte Evenepoel op een wel heel brutale manier kennis met de pechduivel.
Zonder Evenepoel reden de zes overgebleven koplopers naar de volgende klim op het parcours, de steile Civiglio. Eenmaal op die klim nam Trek-Segafredo het heft in handen, maar zowel Mollema, Nibali als Ciccone moesten niet veel later passen bij een versnelling van de onvermoeibare Vlasov. Fuglsang en Bennett gingen wel mee met de beloftevolle Russische klimmer en zo bleven we met drie renners over aan kop van de koers. Voor Astana verliep de koers volgens plan, aangezien de Kazachse formatie nu kon spelen met een overtalsituatie. De voor Jumbo-Visma uitkomende Bennett moest daarentegen twee renners in de gaten houden.
De Nieuw-Zeelander besloot dan maar zelf de knuppel in het hoenderhok te gooien, in de hoop de twee blauwhemden af te schudden, door als eerste te versnellen op de San Fermo della Battaglia. Bennett gooide met zijn aanval Vlasov overboord, maar slaagde er niet in om Fuglsang te lossen. Sterker, Bennett werd vlak na zijn aanval gecounterd door de Deen en dit bleek de juiste move. Fuglsang reed weg van Bennett en wist de resterende kilometers naar Como solo af te werken. In Como kon de Deen na Luik-Bastenaken-Luik zijn tweede monumentale overwinning in iets meer dan een jaar tijd vieren.
Bennett werd na een sterke wedstrijd tweede, Vlasov maakte het feestje van Astana compleet door als derde te finishen. Titelverdediger Mollema moest dit keer vrede nemen met een vierde stek, Ciccone eindigde als vijfde. Ben Hermans was de beste Belg op de negende plaats, Mathieu van der Poel (tiende) wist ondanks zijn mindere vorm en wat zwaardere lichaamsbouw een top 10-notering uit de brand te slepen.
Uitslag Ronde van Lombardije 2020
1. Jakob Fuglsang (Astana Pro Team) in 5u32m54s
2. George Bennett (Jumbo-Visma) op 31s
3. Aleksandr Vlasov (Astana Pro Team) op 51s
4. Bauke Mollema (Trek-Segafredo) op 1m19s
5. Giulio Ciccone (Trek-Segafredo) op 1m40s
Parcours
Na de augustuseditie van vorig jaar vindt de ‘Koers van de Vallende Bladeren’ nu weer als vanouds in het najaar plaats, maar verder is alles anders. In de laatste vier edities trokken de renners van Bergamo naar Como, nu gaat de route van Como naar Bergamo. Het is echter niet zo dat de renners ook het parcours in tegengestelde richting fietsen. Nee, de organisatie heeft besloten om de route eens flink op de schop te nemen, waardoor we een compleet hertekende wedstrijd krijgen. Alleen de Madonna del Ghisallo maakt ook dit jaar weer zijn opwachting, maar dan wel via een andere, niet klassieke, zijde.
Na de start in Como gaat het via het oude stadje Cantù naar Asso, gelegen aan de voet van de Madonna del Ghisallo. Normaal trekken de renners via Bellagio over de top van deze vermaarde beklimming, maar dat is dit jaar dus niet het geval. De Madonna del Ghisallo, vroeger een absolute scherprechter in de koers, is nu niet meer dan een opwarmertje voor wat komen gaat. Na de afdaling van de Ghisallo volgt de route kilometerslang het Comomeer en vervolgens krijgen we een passage langs het Meer van Garlate. Als ze in Almenno San Bartolomeo weer noordwaarts gaan, zien ze al bijna Bergamo in de verte liggen.
De renners maken echter nog een serieuze omweg over meerdere pittige beklimmingen. De eerste klim, die naar Roncola, is 9,4 kilometer lang aan 6,6%. Na een eerste kilometer aan amper 3% volgt er een middenstuk van goed vijf kilometer aan 8%, met al snel een piek tot 17%. Vervolgens vlakt de weg weer af richting de top, waarna de duik naar beneden wordt ingezet richting de volgende klim. De weg naar Berbenno stijgt voor een zevental kilometer aan net geen 5% en kan worden gezien als een niet al te pittig intermezzo tussen de Roncola-klim en die naar Dossena, die al vrij snel opdoemt.
Na de afdaling van de Berbenno-klim volgen de renners het dal van de Brembo, een zijrivier van de Adda, stroomopwaarts op weg naar San Pellegrino Terme. Vlak na dit stadje begint met de Zambla Alta de langste klim van de dag. De Passo di Zambla is in totaal 24 kilometer lang en is bijzonder onregelmatig. De klim bestaat in feite uit meerdere delen. Het eerste stuk naar het bergdorpje Dossena is elf kilometer lang aan een slordige 6% en kan worden gekwalificeerd als een echte loper. Na het verlaten van Dossenna volgt een korte afdaling, een oplopende strook van ruim 7% en een nagenoeg vlakke sectie van een vijftal kilometer.
De laatste 2,5 kilometer van de Passo di Zambla zijn niet van de poes, het wegdek stijgt weer aan 7%, en geeft misschien de ruimte voor aanvallers om iets te ondernemen. Eenmaal op de top van de Zamblapas is het nog goed 65 kilometer tot de finish. Het venijn zit hem echter in de staart, want na een snelle afdaling naar de vallei van de Serio beginnen de renners vrijwel meteen aan de zwaarste klim van deze Ronde van Lombardije. De Passo di Ganda is met een lengte van 9,2 kilometer zeker niet de langste beklimming, maar kent wel een gemiddelde van 7,3%, met in de slotkilometers stroken tot wel 15%.
Wie vervolgens Bergamo wil bereiken, moet de afdaling nemen richting de hoofdstad van de gelijknamige provincie. Eenmaal beneden had de organisatie ervoor kunnen kiezen om direct door te rijden richting de finish op de Viale Papa Giovanni XXIII in Bergamo, maar RCS Sport kiest zeker niet voor de makkelijkste weg. Men kiest voor een extra lusje boven de stad langs, door de Città Alta, met op goed vijf kilometer van de meet nog een laatste helling om het verschil te maken. De Colle Aperto is een klimmetje van 1,6 kilometer aan net geen 8%, met een maximale strook van 12%, deels over keitjes, wat de klim extra lastig maakt.
Dat de koers nog een verrassende wending kan krijgen op de Colle Aperto, liet Esteban Chaves zien tijdens de editie van 2016. De Colombiaan wist toen met een ultieme versnelling Romain Bardet nog uit de wielen te rijden. De Colombiaan trok daarna in een sprint aan het langste eind door Diego Rosa en Rigoberto Urán te verslaan. Toen kwamen ze overigens niet aan op de Viale Papa Giovanni XXIII, maar op een parallelstraat. De Viale Papa Giovanni XXIII wordt overigens bereikt na een afdaling van om en nabij de drie kilometer. Wie zien we vervolgens na bijna 240 kilometer het zegegebaar maken?
Datum: zaterdag 9 oktober
Start: 10.30 uur in Como
Finish: tussen 16.36 en 17.22 uur in Bergamo
Afstand: 239 kilometer
Favorieten
De Ronde van Lombardije kan zaterdag rekenen op diverse klinkende namen aan het vertrek. Wat heet, zeker in vergelijking met vorig jaar is het een deelnemersveld om duimen en vingers bij af te likken. De huidige wereldkampioen is van de partij en ook de regerende winnaars van de Tour de France en Vuelta a España geven acte de présence. Verder staan er maar liefst vier oud-winnaars aan de start, stiekem hopend op een nieuwe zege in de herfstklassieker.
Naast alle mogelijke WorldTeams hebben ook Alpecin-Fenix, Androni Giocattoli-Sidermec, Bardiani-CSF-Faizanè, EOLO-Kometa, Arkéa-Samsic en Vini Zabú een uitnodiging ontvangen. Het peloton bestaat aankomende zaterdag kortom uit 25 ploegen, goed voor in totaal 177 deelnemers.
Van de renners die zaterdag aan de start staan, is Julian Alaphilippe misschien wel de grootste favoriet voor de zege. De Fransman zal zijn seizoen maar wat graag met een knal willen afsluiten, al zal de druk wel van de ketel zijn nu hij zijn tweede wereldtitel binnen heeft. Alaphilippe was op het WK in en rond Leuven ongenaakbaar en speelde met de tegenstand. De explosieve renner kon naar hartenlust aanvallen en wist zo de concurrentie volledig af te matten. De grote vraag is of Alaphilippe, twee weken na zijn triomf, nog over dezelfde benen beschikt. Is er sprake van enige decompressie, of is zijn honger nog niet gestild?
Voor de concurrenten van Alaphilippe is het simpel: ze moeten de Fransman zien kwijt te spelen voor het laatste klimmetje van de dag. Lukt dat niet, en begint Alaphilippe in een kansrijke positie aan de laatste klim, dan is de kans groot dat hij van de tegenstand wegknalt op weg naar de zege. Dat de Ronde van Lombardije te zwaar zou zijn voor Alaphilippe, kunnen we ook naar het rijk der fabelen verwijzen. De renner van Deceuninck-Quick-Step werd vier jaar geleden al eens tweede in de klassieker, achter Vincenzo Nibali, en dat na een nog zwaardere wedstrijd met onder meer de Muro di Sormano.
Alaphilippe kwam afgelopen woensdag al in actie in Milaan-Turijn, maar voelde zich na een periode van ziekte nog niet opperbest en reed in dienst van Almeida. Ziet de wereld er over een paar dagen totaal anders uit voor Juju?
Binnen het kamp van Deceuninck-Quick-Step rekenen ze echter niet alleen op Alaphilippe. De Belgische formatie heeft met Remco Evenepoel ook nog een serieuze kaart om mee te spelen. De Belg zal het, in tegenstelling tot Alaphilippe, wel moeten hebben van een langere solo. Maar als iemand in staat is om op tijd weg te rijden en weg te blijven, dan is het wel Evenepoel. In de Coppa Bernocchi probeerde hij het op een dergelijke manier en slaagde hij met vlag en wimpel. Zien we zaterdag een blauwdruk van deze koers? Met een goede prestatie kan hij ook definitief een streep zetten onder die vermaledijde editie van 2020.
Alaphilippe, Evenepoel en João Almeida vormen de drie musketiers van Deceuninck-Quick-Step. Ook de Portugees is een gevaarlijke klant voor de overwinning, zeker als Alaphilippe en Evenepoel onderweg als bliksemafleiders dienen. Almeida liet een week voor de Ronde van Lombardije nog zien in topvorm te verkeren. In de Giro dell’Emilia deed hij nadrukkelijk een gooi naar de zege, maar bleek hij niet opgewassen tegen de veel explosievere Primož Roglič. In Milaan-Turijn mocht hij als nummer drie ook mee het podium op. Nieuwe ronde, nieuwe kansen? Ook de jonge Italiaan Andrea Bagioli is een potentiële dark horse binnen het kamp van Deceuninck-Quick-Step.
Deceuninck-Quick-Step trekt kortom met grof geschut naar de Ronde van Lombardije, maar onderschat ook Jumbo-Visma niet. De Nederlandse formatie heeft met Primož Roglič de topfavoriet in de gelederen die zeker niet hoeft onder te doen voor Alaphilippe en Evenepoel. Sterker, in de Giro dell’Emilia wist de Sloveen Deceuninck-Quick-Step nog vakkundig af te troeven in de strijd om de overwinning en ook in Milaan-Turijn was hij imponerend sterk. Roglič liet op de beklimmingen van San Luca en Superga zijn blakende vorm zien en zal zaterdag nog één keer willen uithalen vooraleer hij een punt zet achter het wielerseizoen 2021.
Roglič, twee jaar geleden al eens zevende in Il Lombardia, zal in de finale normaal gesproken kunnen rekenen op steun van onder meer Jonas Vingegaard, George Bennett, Sam Oomen, Koen Bouwman en Steven Kruijswijk. Over een sterke ploeg gesproken! Vergeet niet dat Bennett vorig jaar tweede werd in de Ronde van Lombardije, al lijkt de Nieuw-Zeelander nu niet in de vorm om een dergelijk huzarenstukje te herhalen.
Er verschijnen zaterdag meerdere sterke blokken aan de start. Denk aan INEOS Grenadiers. De Britse sterrenformatie kan met Adam Yates, Gianni Moscon, Tao Geoghegan Hart en Pavel Sivakov wel iets ondernemen richting Bergamo. Yates werd vierde in de Giro del’Emilia en tweede in Milaan-Turijn en lijkt klaar voor de laatste grote klassieker van het seizoen. Ook Moscon is een man om in de gaten te houden, zeker na zijn indrukwekkende optreden in Parijs-Roubaix. De Italiaan kan op goede dagen boven zichzelf uitstijgen, zo ook in Lombardije, wat hij vier jaar geleden nog liet zien door als derde te finishen achter Nibali en Alaphilippe.
Er staan zaterdag vier oud-winnaars aan het vertrek van de Ronde van Lombardije. Bauke Mollema hoort bij dit selecte clubje. De ervaren Nederlander won twee jaar geleden zijn eerste wielermonument na een hele fraaie solo richting Como, toen nog de aankomstplaats van de Ronde van Lombardije. Twee jaar later is Mollema er uiteraard weer bij en het is zeker niet denkbeeldig dat hij andermaal als overwinnaar uit de bus komt. In de Giro dell’Emilia, toch een belangrijke testcase richting Lombardije, werd Mollema keurig zevende. Als de topfavorieten naar elkaar loeren, is Mollema de eerste om toe te slaan.
Mollema deelt het kopmanschap met Vincenzo Nibali, die zaterdag zijn laatste koers rijdt voor Trek-Segafredo, alvorens hij definitief zal worden ingeschreven bij Astana-Premier Tech. Op de imposante erelijst van Nibali prijken onder meer twee zeges in de Ronde van Lombardije. De Siciliaan won in 2015 en 2017 na een solo en werd in 2018 ook nog eens tweede achter Thibaut Pinot. De jaren beginnen echter te tellen bij Nibali, al was hij onlangs nog wel succesvol in de Giro di Sicilia, na een droogte van ruim twee jaar. De Ronde van Lombardije is echter nog wel andere koek, maar een kampioen als Nibali mogen we nooit helemaal uitvlakken.
Israel Start-Up Nation mikt met Michael Woods en/of Dan Martin op een goed resultaat. Woods was twee jaar geleden al eens vijfde in deze wedstrijd en deed in de Giro dell’Emilia (derde) en Milaan-Turijn (vijfde) het nodige vertrouwen op. Voor Martin is het na zondag gedaan: de Ierse klimmer zet na de Ronde van Lombardije een punt achter een succesvolle carrière. Martin is een oud-winnaar van de klimklassieker. In 2014 wist hij zijn concurrenten te verrassen met een lepe aanval in de laatste kilometer. Neemt hij afscheid met een overwinning? Ook Ben Hermans, negende in Emilia, kan wellicht verrassen.
Normaal noteren we de naam van Tadej Pogačar met stip in onze favorietenlijstje, maar het is aan het einde van het seizoen toch een beetje gissen naar zijn vorm. Het moge duidelijk zijn dat de Sloveen al een tijdje niet meer in zijn Tourvorm verkeert, maar dat wil niet zeggen dat de renner van UAE Emirates bij voorbaat kansloos is voor de overwinning. Zo werd hij derde in Tre Valli Varesine en vierde in Milaan-Turijn. Een leuk weetje: mocht Pogačar zaterdag als eerste over de streep komen, dan is hij de eerste renner sinds Moreno Argentin in 1987 die in één jaar tijd zowel Luik-Bastenaken-Luik als de Ronde van Lombardije weet te winnen.
Groupama-FDJ trekt ook met een sterke ploeg naar Como. Met David Gaudu beschikt de ploeg over de nummer drie van de voorbije Luik-Bastenaken-Luik. De ranke klimmer bonkt steeds nadrukkelijk op de deur, maar het is nog altijd wachten op die verlossende grote overwinning. Misschien staan zaterdag de sterren wel goed voor Gaudu. Zijn ploeg- en landgenoot Thibaut Pinot was drie jaar geleden al eens de beste in Lombardije, na een beklijvend duel met Nibali. De aanvalslustige Pinot heeft een moeilijke periode achter de rug, maar lijkt eindelijk verlost van zijn rugproblemen. Hij zal naar eigen zeggen knechten voor zijn landgenoot Gaudu.
Onze laatste ster gaat naar een man die al vele zeeën heeft bevaren, meerdere klassiekerzeges op zijn palmares heeft staan, maar nog nooit de Ronde van Lombardije heeft gewonnen. Voor de 41-jarige Valverde begint de tijd te dringen, ook al lijkt El Imbatido de eeuwige jeugd te hebben. In de beginjaren van zijn carrière stond Valverde vaak niet eens aan de start van de Ronde van Lombardije, maar de kopman van Movistar heeft sinds enkele jaren de liefde voor Italiaanse koersen ontdekt en werd in 2013, 2014 en 2019 tweede in de najaarswedstrijd. Is het dit jaar dan eindelijk raak voor de Murciaan?
In een koers als de Ronde van Lombardije is de kans klein dat een outsider er met de zege vandoor gaat, al liet Oliver Zaugg in 2011 zien dat je als renner nooit moet stoppen met dromen. Nu staan er nog wel meer schaduwfavorieten aan het vertrek. Denk aan Simon Yates namens Team BikeExchange. Romain Bardet, in 2016 vierde in Lombardije, is de kopman van Team DSM. Bardet was onlangs nog goed op dreef in de Giro di Sicilia. De formatie van Iwan Spekenbrink heeft ook Tiesj Benoot en Thymen Arensman opgenomen in de selectie. Voor Arensman is het zijn eerste Ronde van Lombardije.
Mocht Pogačar om wat voor reden dan ook door de mand vallen, dan heeft UAE Emirates met Davide Formolo, Brandon McNulty, Marc Hirschi, Rafal Majka (derde in 2013) en Diego Ulissi heel wat pionnen om mee te spelen. Bahrain Victorious rekent, bij afwezigheid van Parijs-Roubaix-winnaar Sonny Colbrelli, op Mikel Landa, Matej Mohoric, Dylan Teuns (stond al een keer op het podium) en man-in-vorm Stephen Williams. En wat mogen we verwachten van Emanuel Buchmann, Matteo Fabbro en Patrick Konrad namens BORA-hansgrohe? Ook de jonge Giovanni Aleotti kan ver komen.
Clément Champoussin, Aurélien Paret-Peintre en Benoît Cosnefroy zijn de vooruitgeschoven renners bij AG2R Citroën en Cofidis hoopt op een sportieve uitschieter van Guillaume Martin. Aleksandr Vlasov, de nummer drie van vorig jaar, is er weer bij voor Astana-Premier Tech, net als zijn Kazachse ploegmaat Alexey Lutsenko. EF Education-Nippo staat ook met drie sterke renners aan de start: Neilson Powless, Sergio Higuita en Rigoberto Urán. Die laatste was al eens derde in 2008, 2012 en 2016. Powless kende dit seizoen dan weer zijn definitieve doorbraak met winst in de Clásica San Sebastián en een vijfde stek op het WK.
Tot slot is het uitkijken naar Tim Wellens (Lotto Soudal), Nairo Quintana (Arkéa-Samsic), Domenico Pozzovivo (Qhubeka NextHash), Odd Christian Eiking, Louis Meintjes en Lorenzo Rota (allen Intermarché-Wanty-Gobert) en Lorenzo Fortunato, dit seizoen toch wel de uitblinker bij EOLO-Kometa. En wat kan de piepjonge Ben Tulett, volgend jaar in dienst van INEOS Grenadiers, in zijn laatste koers voor Alpecin-Fenix?
Favorieten volgens WielerFlits
**** Primož Roglič
*** Remco Evenepoel, Julian Alaphilippe
** João Almeida, Adam Yates, Tadej Pogačar
* Michael Woods, David Gaudu, Gianni Moscon, Alejandro Valverde
Website organisatie
Deelnemerslijst
Weer en TV
In Parijs-Roubaix werden de renners niet gespaard door de weergoden, maar komende zaterdag blijft het wel droog. De temperatuur zal schommelen rond de zeventien graden Celsius en tussen de wolken door is er af en toe ruimte voor de zon. De wind waait zeer zwak vanuit het zuidwesten en zal verder geen rol van betekenis spelen. De Ronde van Lombardije is van bij de start live te volgen op Eurosport 1 en via de Eurosport Player. WielerFlits komt uiteraard ook met een Volg Hier.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.