Rapportcijfers 2021: Team DSM
Nu het wielerseizoen 2021 er definitief op zit, kunnen we de balans opmaken. In een nieuwe rubriek legt WielerFlits de WorldTour-teams langs de meetlat, van het laagste geklasseerde team op de UCI Ranking naar het hoogste. De twijfelachtige eer om de eerste te zijn: Team DSM.
In de rubriek Rapportcijfers 2021 geven we alle WorldTour-ploegen, de Belgische ProTeams en de Nederlandse Continental-teams rapportcijfers op basis van hun seizoen. We werken de UCI Team Ranking van beneden naar boven af, gevolgd door de ProTeams en op onze Continental-feed sluiten we af met de Nederlandse ploegen. Ieder team beoordelen we op interpretatie. Dat wil zeggen: een zesde plaats in het eindklassement van de Tour de France is voor de ene ploeg een daverend succes en voor de ander een fikse teleurstelling.
We beoordelen teams op basis van de klassiekers, de grote rondes en de overige koersen. Onder de klassiekers verstaan we de volgende voorjaarskoersen: Omloop Het Nieuwsblad, Strade Bianche, Milaan-San Remo, E3 Saxo Bank Classic, Dwars Door Vlaanderen, Gent-Wevelgem, Ronde van Vlaanderen, Amstel Gold Race, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik. Daarbij aangevuld met in het najaar Parijs-Roubaix en de Ronde van Lombardije. De grote rondes spreken voor zich, waardoor alle andere koersen vallen onder overige wedstrijden. Een team krijgt drie cijfers.
Doelen 2021
Voorafgaand aan het seizoen zette de Duitse ploeg met Nederlandse roots in op de Vlaamse voorjaarsklassiekers. Daarin moesten speerpunten Søren Kragh Andersen, Tiesj Benoot en in mindere mate Nils Eekhoff zorgen voor het mooie weer.
Daarnaast wilden de troepen van teammanager Iwan Spekenbrink de sprinttrein verder ontwikkelen en moest er in de grote rondes vooral gemikt worden op dagsuccessen, en niet per se op hoge klasseringen in het eindklassement. Ook was er ruimte voor hun jonge talenten om hun plek op te eisen.
Klassiekers: 2
Voor een ploeg die vol inzette op de Vlaamse klassiekers, was het voorjaar van Team DSM onthutsend slecht. Een twaalfde plek voor Tiesj Benoot in de Ronde van Vlaanderen is het beste resultaat. Behoudens een vijftiende plek in de E3 Saxo Bank Classic, wist de Duitse ploeg verder geen top 20-resultaten te noteren.
Het cijfer was beduidend hoger geweest als Søren Kragh Andersen erin geslaagd was om Milaan-San Remo (negende) te winnen, nadat hij met Jasper Stuyven was weggereden. Uiteindelijk behoeden Benoot en Romain Bardet Team DSM van een keiharde één in respectievelijk Luik-Bastenaken-Luik (zevende) en de Ronde van Lombardije (achtste).
Grote rondes: 5
Omdat het voorjaar – mede wegens ziekte bij Kragh Andersen en pech bij Eekhoff – zo desastreus verliep, besloot de Duitse ploeg om het strijdplan in de Giro d’Italia om te gooien. Niet alleen op jacht naar etappezeges, maar ook proberen een klassement te rijden met Bardet en de nummer twee van een jaar eerder, Jai Hindley. De Fransman redde andermaal de eer van de ploeg, door als zevende in het eindklassement te eindigen.
Ritzeges werden er niet geboekt. Over de Tour de France kunnen we kort, maar krachtig zijn: een catastrofe. Slechts vijf keer werd er in de etappes een top-10-plek genoteerd, waarvan Cees Bol er vier produceerde. Team DSM was geen schim van wat ze was in de Tour van 2020, toen het drie ritzeges boekte.
Het cijfer voor de grote rondes kreeg in de Vuelta a España nog een boost. In de Spaanse grote ronde redde Team DSM een veeg seizoen. Andermaal stond Bardet de ploeg daarin bij met een ritzege, maar het was vooral Michael Storer die de meubelen redde.
De 24-jarige Australiër was in bloedvorm, won twee etappes en nam in de slotweek het bergklassement in handen, na een opvallende strijd met ploeggenoot Bardet. In het klassement speelde Team DSM geen rol, maar daar kwamen ze niet voor. En dus is het een prima resultaat.
Overige wedstrijden: 4
In de overige eendagskoersen doorheen het jaar was het ook armoe troef onder het bewind van performance manager Rudi Kemna. Team DSM dankte in het najaar jonkies Alberto Dainese, Niklas Märkl en Eekhoff met ereplaatsen. De Italiaan werd derde in de GP d’Isbergues, tweede in de Classique Paris-Chauny en vijfde in de Omloop van het Houtland. De Duitser werd dan weer vijfde in de Sparkassen Münsterland Giro en Eekhoff sloot het seizoen af met een achtste plek in de Ronde van Drenthe. Resultaten waar de youngsters enigszins tevreden mee mogen zijn, maar een ploeg met de status van Team DSM toch niet.
Ook in de grotere etappekoersen was het niet al te best. Bol won weliswaar een etappe in Parijs-Nice en Benoot werd er vijfde in het eindklassement, maar dan hebben we het beste resultaat in een WorldTour-rittenkoers ook al gehad.
Daarna scoorde Team DSM nog een achtste plek in Tirreno-Adriatico, een noemenswaardige elfde stek voor Thymen Arensman in de Ronde van Romandië, een zevende plek in de Ronde van Polen (Nikias Arndt won er wel een rit) en een achtste plek in de Benelux Tour. Storer had zijn hoogvorm aan het eind van zijn magazijn geplaatst, maar vond het toch. Voorafgaand aan zijn goede Vuelta, won hij de slotrit en het klassement in de Tour de l’Ain. Maar dat was een doekje voor het bloeden.
Eindcijfer: 3,7
We kunnen niet anders concluderen dat het seizoen 2021 voor Team DSM is uitgedraaid op een fiasco. Resultaattechnisch gezien is het zelfs het belabberdste seizoen uit het bestaan van de ploeg. Het resulteert dan ook in het laagst geklasseerde WorldTour-team op de UCI Ranking. Een bittere pil voor de Duitse formatie, eens te meer omdat het intern rommelt.
Nog voor het seizoen vertrokken was, verloren ze natuurlijk al kopman Marc Hirschi. Felix Gall mocht ondanks een doorlopend contract vertrekken en met Tiesj Benoot en Ilan Van Wilder ligt de teamleiding nog steeds in de clinch. Maar dat staat los van het feit dat het dit jaar voor Team DSM niet veel soeps was. Het gemiddelde van de drie onderdelen is spijkerhard: Team DSM scoort over heel 2021 een zeer magere 3,7.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.