Aike Visbeek kijkt met Intermarché-Wanty Gobert uit naar 2022: “We hebben de machinekamer uitgebreid”
Interview Intermarché-Wanty Gobert heeft als WorldTour-debutant haar huid duur verkocht. Op de UCI Ranking hield de Waalse ploeg toch zes gerenommeerde WorldTour-teams achter zich. Architect van de ploeg is de Nederlander Aike Visbeek. Met WielerFlits ontleedt hij in een tweeluik het jaar van zijn formatie. In deel twee bespreken we de vele mutaties in de selectie, waar de ploeg in de toekomst naartoe wil en wat Visbeeks eigen gevoel zegt.
Het team werkte een sterk seizoen 2021 af, zoals te lezen viel in deel 1 van dit interview. Volgens de sportief eindverantwoordelijke waren de laatste twaalf maanden een overgangsjaar. In 2022 is de verwachting dat Intermarché-Wanty Gobert een sterkere, meer volwassen indruk achterlaat. Net daarvoor zijn er vooral veel jonge talenten binnengehaald. Tien renners van de huidige selectie keren per 1 januari niet meer terug bij de ploeg, daarvoor in de plaats komen – vooralsnog – negen nieuwe namen. Er is nog ruimte en mogelijk blijft ook Maurits Lammertink aan boord. Hieronder een overzicht van de mutaties.
IN
Sven Erik Bystrøm (29, UAE Emirates)
Dimitri Claeys (34, Qhubeka NextHash)
Kobe Goossens (25, Lotto Soudal)
Laurens Huys (24, Bingoal-Pauwels Sauzen-WB)
Julius Johansen (22, Uno-X)
Alexander Kristoff (34, UAE Emirates)
Hugo Page (20, Groupama-FDJ U23)
Adrien Petit (31, TotalEnergies)
Gerben Thijssen (23, Lotto Soudal)
UIT
Jérémy Bellicaud (23, n.n.b.)
Jasper De Plus (24, gestopt)
Ludwig De Winter (28, gestopt)
Odd Christian Eiking (26, EF Education-Nippo)
Jonas Koch (28, BORA-hansgrohe)
Wesley Kreder (31, Cofidis)
Riccardo Minali (26, n.n.b)
Danny van Poppel (28, BORA-hansgrohe)
Pieter Vanspeybrouck (34, gestopt)
Jullie nemen afscheid van een derde van jullie ploeg. Van Poppel en Eiking hebben hun transfers verdiend, maar hoe zit dat met de rest? Heet dat doorselecteren?
“Er zijn een paar jongens die uitvliegen, omdat ze bij andere ploegen een goede aanbieding hebben gehad. Dan heb ik het over Odd Christian Eiking, Danny van Poppel en Wesley Kreder. Dat is hun goed recht, dat hebben ze zelf afgedwongen en we wensen ze dan ook alle succes toe. En je hebt daarnaast een aantal jongens voor wie de stap naar de WorldTour eigenlijk helemaal niet de juiste was.
Voor Ludwig De Winter en Jasper De Plus was dat geen cadeau. Dat geldt ook voor Jérémy Bellicaud. Maar die maakten natuurlijk al deel uit van Intermarché-Wanty Gobert toen we vorig jaar aanvankelijk nog een ProContinental-ploeg waren. Ik denk dat het mooi is dat het team de contracten van die jongens gerespecteerd heeft, dat ze wel de kans in de WorldTour gekregen hebben.
Maar kijk, je moet de juiste stappen in je carrière maken. Voor deze mannen was de WorldTour absoluut een stap te veel. Neem nou Ludwig De Winter. Dat is gewoon een verdienstelijke renner in het ProContinental-circuit geweest de laatste jaren. Hij heeft mooie kermiskoersen gewonnen, een paar keer per jaar kon hij – bijvoorbeeld in de Antwerp Port Epic of Tro-Bro Léon – echt top-10 rijden. Nu was alleen de ploeg versterkt en reed hij WorldTour-koersen tussendoor. Dan merk je dat dit soort jongens het lastiger hebben. Ik ben er trots op wat LuLu gedaan heeft dit seizoen. Ongemerkt heeft hij toch een aantal heel mooie koersen gereden, met een zeer aanvallende stijl. Daar heb ik een goed gevoel bij.
Maar zo’n jongen als Bellicaud, die was gewoon niet klaar voor WorldTour-etappekoersen. Zo’n renner zou eerst twee of drie jaar volwassenheid moeten winnen in die Franse etappekoersen en dan stap voor stap beter worden. Maar dat kan niet meer bij ons, want we zijn nu een WorldTour-ploeg. Dat zie ik ook niet snel meer veranderen.”
Waarom nemen jullie ook afscheid van Riccardo Minali? Hij reed nochtans 74 koersdagen voor jullie dit jaar.
“De sprintposities zijn voor ons heel belangrijk. Daar heeft Riccardo alle kansen voor gehad. Hij heeft twee grote rondes gereden. Hij heeft zo’n 25 sprintkansen gekregen. En dat is in dat opzicht niet meegevallen. Als renner heeft hij zichzelf wel ontwikkeld. Dat hij twee grote rondes in één seizoen zou uitrijden, had ook nooit iemand gedacht.”
“Hij is echt wel een betere renner geworden, maar hij verzilvert zijn kansen niet. Dat maakte het voor ons lastig. We hebben drie plekken voor sprinters. Naast Biniyam Ghirmay en het vertrek van Van Poppel, hebben we ervoor gekozen om die renners van buiten onze ploeg aan te trekken: Kristoff en Thijssen. En met Minali hadden we dan geen vierde sprinter meer nodig.”
Wat betreft Kristoff: met hem krijg je een echte kopman en leider. Die had je dit jaar niet. Er zijn daaromheen sterke, ervaren klassieke renners als Bystrøm, Claeys en Petit binnengehaald. Verder vooral veel jonge renners en geen klassementskopman. In hoeverre is dat een bewuste keuze geweest?
“Ja, dat was bewust. Dat heeft een heel simpele reden: daarvoor heeft Intermarché-Wanty Gobert simpelweg niet het budget. Daarom hebben we ons erop gefocust om de sprinttreinen en de kern voor de klassiekers goed te versterken, omdat dit voor ons budgettechnisch realiseerbaar was. Natuurlijk, de investering die we in Kristoff gedaan hebben, hadden we misschien ook voor een klimmer kunnen doen. Maar met de sponsors die wij hebben, onze thuisbasis en onze historie, is het interessanter om dat met iemand voor in de klassiekers te doen. En daarbij was het ook een goede match met Alexander.”
Nog een opvallende naam: jullie hebben Julius Johansen weten te strikken. Al jarenlang staat hij te boek als een absoluut toptalent. Heb jij er zelf van opgekeken dat jullie hem konden binnen hengelen?
“Het was wel een trots moment, dat kan ik zeggen. Je merkte in de begeleidingsstaf bij ons op kantoor in Doornik ook een omslag. Zo van: ‘Hé, zie je?! Als we er écht de tijd voor nemen, we komen met een uitgedacht plan, we denken goed na over hoe we de ploeg willen uitbouwen, we zetten daar een aantal plekken in voor talenten, dan kan dat ook’. We wilden de ploeg verjongen, maar dat wil nog niet zeggen dat het lukt. Helemaal niet omdat er een ratrace op talent is, waar al zoveel over is geschreven.
Wij zijn echter een ploeg waar veel kansen liggen voor jonge renners. Als je niet meteen de absolute wereldtop bent, dan kun je bij ons team gewoon finale rijden. Het voorbeeld van Biniyam is daar heel mooi in. Je ziet nu ook dat renners vaker denken: Ja prachtig, rijden bij Jumbo, BORA of weet ik veel waar. Maar het aantal kansen dat je daar hebt is gewoon een stuk minder, omdat daar veel meer concurrenten zijn! En dat is denk ik wel – in het eerlijke verhaal dat wij hebben – aansprekend aan Intermarché-Wanty Gobert.”
Is de ploeg voor 2022 al helemaal rond?
“Er zit nog wel iets beweging in voor een of twee plekken. Maar qua kandidaten zit het daar redelijk vast. Er zijn daar renners voor in aanmerking, maar het is nu even afwachten wat daarmee gebeurt. Er kunnen dus nog mannen bij komen. Alleen daarin liggen de scenario’s wel redelijk vast wie dat dan zouden moeten zijn.
Waarom het nog niet rond is, heeft met meerdere zaken te maken. Denk aan ons budget. Het geld was gewoon op, simpel zat. Maar dan heb je te maken met het feit dat bepaalde renners wel weer interessant zijn voor een sponsor, waardoor die misschien zegt: ‘Oké, dat past ons goed. We steken daar wat extra budget in’. Met het nieuwe partnerschap met Vini Zabù, moet je bijvoorbeeld denken aan een Italiaanse renner. Dat kan heel goed, want er zijn nog een aantal heel leuke renners vrij op de markt. Dat bedoel ik ermee dat het qua kandidaten redelijk vast zit. Dan begint het spel van het met elkaar eens zijn, gaat Qhubeka NextHash wel of niet door. We weten dus wie we willen, maar we zitten in de wachtkamer.”
Op welk kruispunt staan jullie dan voor die laatste twee plekken: betreft dit jonge talenten of juist meer ervaren renners?
“Niet zo zeer talent. Het zijn of WorldTour-renners, of ervaren coureurs. Ook dat is belangrijk voor de balans in onze ploeg. Je noemde net Johansen; samen met hem hebben we nog een aantal jongere renners. Een ploeg uitbouwen… Dat heb ik wel gemerkt, Jan Bakelants is daar een heel goed voorbeeld van. Als je zo’n renner in je ploeg hebt, dan maakt dat ook andere coureurs én je organisatie beter. Daar kijk ik bijvoorbeeld naar. Als er nog een ervaren renner is die zo’n captain-rol kan pakken die de ploeg kan helpen om de talenten beter te maken, dat zou iets zijn waar bij ons nog wel een mogelijkheid ligt.”
Wat betreft de jongens die blijven: van wie had jij meer verwacht het afgelopen jaar of verwacht jij meer in 2022?
“Renners waarvan ik hoop dat ze een beter seizoen gaan draaien, zijn Loïc Vliegen en Aimé De Gendt. Ik denk dat zij allebei tot meer in staat zijn, al hebben ze ook hun tegenslag gehad. Maar het zijn wel belangrijke renners voor ons, goede Belgische coureurs. Aimé heeft een goed naseizoen gereden. Maar het is echt een man voor het voorjaar en daar is het er niet uitgekomen. Hij en Vliegen zijn twee belangrijke namen waarvan ik hoop dat ze het beter doen, maar daar heb ik wel vertrouwen in.”
Wat moet er volgend jaar anders?
“Ook volgend seizoen moeten we zaken anders aanpakken. Onze seizoensstart was in 2021 niet top. Dat wil ik echt anders zien. Daar heb ik ook wel een idee bij hoe we dat moeten doen. Dat is wel echt een focuspunt, dat we beter uit de startblokken komen in 2022. Daarvoor zijn we nu ook beter uitgerust. We hebben er een voedingsdeskundige bijgehaald, een extra trainer naast hoofdtrainer Frederik Veuchelen en de selectie is in de breedte sterker. Kortom: we hebben de machinekamer uitgebreid op het gebied performance.
Verder hebben we met Pieter Vanspeybrouck een nieuwe ploegleider waarmee ik samen de sprinttreinen naar een hoger niveau wil brengen. Na een jaar werken met deze groep ploegleiders, kunnen we de sterke punten van elkaar nu veel beter laten aansluiten bij juiste koersen. Zoals bijvoorbeeld Valerio Piva heel goed de heuvelachtige wedstrijden zoals de Ardennenklassiekers en de Italiaanse koersen aanvoelt, zie je dat Steven De Neef juist heel goed de Vlaamse klassiekers aanvoelt. Ook daarin kunnen we weer een stap maken in 2022. Ik denk dan ook dat we er klaar voor zijn om een beter voorjaar te draaien.”
Het is nog vroeg om daarover te praten, maar wat zie jij zelf als een mooie stip op de horizon voor 2022?
“Een top-3 in een Belgische klassieker en een etappezege in de Tour de France. Dat zijn best concrete doelen, maar ook twee resultaten die we dit jaar niet hadden. Of Alexander Kristoff daarvoor de man is? Nee, die wil ik er niet meteen op zetten. Het is wel iemand die in staat is om dat voor elkaar te krijgen, ja. Maar ik vind dat we voor de klassiekers een goed blok hebben. Er zijn meerdere kansen om dat te bewerkstelligen. In de Ardennenklassiekers zal het lastig zijn, maar in het Vlaamse werk of Milaan-San Remo: wie weet.”
Als je Intermarché-Wanty Gobert zou moeten positioneren in het huidige WorldTour-aanbod, hoe zou je dat dan benoemen?
“We zijn denk ik een ploeg die in ontwikkeling is, dat is denk ik het kernwoord. Het is ons doel om in de toekomst uit te groeien tot een stabiele factor in de WorldTour. Daar zijn er meer van, maar wij moeten dat nog bewijzen. Tegelijkertijd zijn wij een team van kansen, dat talenten de mogelijkheid geeft om zichzelf op de kaart te zetten. Qua financiën zijn we zeker niet een grote speler in de WorldTour. Maar sportief en met de groeimogelijkheden die wij hebben, kunnen we zeker leuk meedoen.
Voor de langere termijn vind ik dat we realistisch moeten blijven. Als je bijvoorbeeld kijkt naar een team zoals Trek-Segafredo, dan is dat qua budget ook niet de grootste ploeg ter wereld. Maar ieder jaar pakken zij uit met een aantal heel mooie overwinningen. Zij leiden ook jonge renners op en hebben ook niet van plek een tot dertig een sterrenensemble. Maar met een goede focus hebben ze wel áltijd een rol in grand tours of voorjaarsklassiekers.
Ik denk dat dit voor ons het eerste realistische doel is, dat we stabiel zijn en elk jaar een paar mooie overwinningen kunnen behalen. Daar moeten we naartoe, maar dat is nog wel een grote stap voor ons. Als we dat bereiken, hetzelfde niveau behalen en we krijgen de middelen, dan kun je pas écht hogerop kijken. We kunnen daarover dromen, maar we kunnen het niet benoemen. Dat gaat nu nog te ver.”
Als we nog een keer terugkijken op dit eerste jaar van Intermarché-Wanty Gobert in de WorldTour: jullie zijn dus als veertiende geëindigd op de UCI Team Ranking, waarbij jullie de nodige gevestigde namen achter jullie laten. Hoe denk jij daarover?
“Daar ben ik tevreden mee. Ik denk niet dat we een perfect jaar hebben gedraaid, maar wel een heel mooi jaar. Daar ben ik wel trots op, als je ziet wat wij met onze middelen doen. Op basis van budget zouden we denk ik niet bij de beste 25 ploegen staan. Maar we staan aan het einde van het seizoen wel veertiende op de Teamranking. Ik denk dat dit best wel een compliment is voor het harde werk dat we als team gedaan hebben. We zijn op de goede weg.”
En hoe kijk jij persoonlijk terug op 2021?
“Ik heb een heel mooi jaar gedraaid. En dat heeft niet zo zeer te maken met de successen. Dat geeft natuurlijk wel een fijn gevoel, maar ik heb heel veel vertrouwen gekregen in een nieuwe omgeving. Ik heb heel prettig kunnen samenwerken met alle collega’s, zoals het management met Jean-Francois Bourlart en Maxime Segers aan de ene kant, maar ook onze groep van ploegleiders is een hele mooie diverse groep met persoonlijkheden en verschillende kwaliteiten. Er zit vooral ook veel ervaring in die groep, kijkend naar Steven, Valerio, Hilaire Van der Schueren, Jean-Marc Rossignon en Bart Wellens. Er was heel veel te doen, we hebben een grote stap gemaakt door hard en veel te werken. Maar ik moet wel écht zeggen dat ik al dat werk met heel veel plezier doe. Ik ben heel blij met dit team.”
In deel één lees je de toegevoegde van Taco van der Hoorn binnen en buiten de koers, wat eraan ten grondslag ligt dat Intermarché-Wanty Gobert het naar behoren deed en hoe ze erin slaagden om Biniyam Ghirmay te strikken.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.