Arne Marit wil pech doorbreken in GP Monseré: “Nog eens meesprinten, zou deugd doen”
Interview Zo goed als Arne Marit zijn seizoen vorig jaar afsloot met een sprintzege tegen Bryan Coquard en Elia Viviani in de Grand Prix du Morbihan (1.Pro), zo veel pech heeft hij nu. De 23-jarige sprinter van Sport Vlaanderen-Baloise blijft echter ambitieus. “In de komende semiklassiekers wil ik meedoen voor de zege”, zegt Marit aan WielerFlits.
“Iemand die een portie geluk te koop heeft? Namelijk veel geld voor over”, was de laconieke, maar veelzeggende tweet van Marit na Le Samyn. Voorlopig is 2022 niet zijn jaar. “Nochtans was de winter perfect. Ik ben slechts één keer ziek geweest, waardoor ik drie dagen niet heb gefietst. Voor de rest heb ik altijd perfect alle trainingen kunnen afwerken, goeie stages gehad. De motivatie voor 2022 was groot na dat zalige seizoenseinde van vorig jaar.”
Covid en veel valpartijen
Tot de Vollezelenaar na de Ster van Bessèges een Covid-infectie opliep. “Niet ideaal natuurlijk, maar ik ben daar conditioneel niet superveel mee verloren. De week erna kon ik alweer dertig uur trainen. Het enige lastige is dat ik sindsdien veel rust nodig heb. Ik moet veel meer slapen. Maar op de fiets heb ik gelukkig niet echt last.”
Vervolgens stonden de Omloop Het Nieuwsblad en Le Samyn op het programma. “Naar de Omloop had ik extra uitgekeken, omdat we in mijn eigen dorp passeerden. Ik was mee bij de eerste vijftig en zat nog goed op mijn gemak. Tot ik samen met Iván García Cortina uit de bocht vloog en mijn ketting eraf ging. Dan zit je op het lint en is het plots vechten om aan te haken. En ik was daarvoor ook al tweemaal gevallen, waardoor de rug wat begon tegen te spartelen.”
“Le Samyn? Daar ging ik andermaal tegen de grond. Dan zat ik uiteindelijk toch nog in de groep van Jakobsen, tot mijn achterwiel op twee kilometer van de meet afbrak op de laatste kassei. Zo heb ik dit seizoen dus nog geen enkele sprint gereden… Nog eens meesprinten, zou deugd doen.”
Langere piekvermogens
Over sprinten gesproken… Marit vertelde ons aan het einde van vorig seizoen dat hij tijdens de winter pas écht aan zijn snelle benen zou beginnen werken en dat hij zijn spurt voortaan als een volwaardig wapen beschouwde. Hoe heeft hij dat aangepakt? “Ik heb meer ingezet op maximale kracht en ben meer thuis beginnen squatten. Daarom heb ik zo’n toestel aangeschaft, zodat ik dat wekelijks kan onderhouden. Op training werk ik elke week een specifieke sprinttraining af, terwijl dat vorig jaar eigenlijk eerder tussendoor eens was.”
Resulteert dat onmiddellijk in hogere vermogens? “Qua piekvermogen is er eerlijk gezegd weinig verschil, maar ik merk dat ik die hoge vermogens langer kan aanhouden. Niet onbelangrijk, als je ziet dat bijvoorbeeld een Tim Merlier juist daarmee het verschil maakt. Ik voel alleszins dat er meer dash op zit, alleen kan ik dat nog niet aantonen met concrete resultaten.”
In de GP Monseré en Nokere Koerse moet daar maar eens verandering in komen, vindt Marit. “In die semiklassiekers wil ik meedoen voor overwinningen, terwijl ik in klassiekers zoals de Omloop Het Nieuwsblad eerder ervaring wil opdoen voor de toekomst. Later op het seizoen, als het niveau een beetje daalt, dan wil ik graag wat meer sprints achter elkaar rijden in de Ronde van Hongarije en de Vierdaagse van Duinkerke. Dat heb ik nodig om een betere sprinter te worden.”
Interesse uit de WorldTour
Als Marit in al zijn doelen slaagt, is de kans bovendien klein dat hij in 2023 nog voor Sport Vlaanderen-Baloise zal rijden. “Ik hoop het wel. Vorig jaar was er al wat interesse, op WorldTour-niveau in zowel binnenland als buitenland. Maar dat was helemaal aan het einde van het seizoen, en ik had de indruk dat die ploegen eerder wat opvulling aan het zoeken waren dan dat ze keken naar bepaalde doelen. Maar ik ben contact blijven houden en hoor die mensen nu nog. Als ik dit seizoen kan bevestigen, dan moet de stap hogerop wel in orde komen.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.