Victor Campenaerts: “Als je telefoneert en ze nemen niet op, ben je ook weg”
Interview Victor Campenaerts is een man van zijn woord. Al weken roept hij dat Dwars door Vlaanderen een van zijn grootste doelen van het seizoen wordt. En zie. VocSnor kleurde de finale. Finaal viel hij echter net naast het podium, hij werd vierde. “En dat zorgt voor gemengde gevoelens”, vertelde hij.
“Ik was in orde. Maar de wedstrijd is niet helemaal verlopen zoals we hadden gehoopt”, begon Campenaerts zijn verhaal. “Wachten tot wanneer Van der Poel twee keer heeft aangevallen, knoopte ploegleider Nikolas Maes me vooraf in de oren. Wachten, blijven wachten, riep hij me in de finale nog toe via de oortjes. Onze groep bleef maar samen, er was weinig initiatief. En ik had goede benen. Ik kan toch niet blijven wachten, redeneerde ik.”
Na twee eerdere pogingen geraakte Campenaerts voorop met Tiesj Benoot. “Mijn trainingsmaatje. Het had schoon geweest, met ons tweeën. We zouden er allebei vol voor blijven gaan. Maar iedereen wil winnen. Het mocht niet zijn. Of ik niet een beetje verveeld zit met het feit dat Tiesj me überhaupt kwam halen? Nee. In de koers heb je geen vrienden, alleen ploegmaats.”
De tanden stukgebeten
De naar Oost-Vlaanderen uitgeweken Antwerpenaar stond de pers trouwens te woord met een ontbrekend stukje voortand. “Een souvenirtje van een val in de Ronde van Romandië van 2016”, lachte hij. “Die tand was hersteld, maar ze hebben me toen verteld dat dat stukje er binnen de vijf jaar weer kon afvallen. Het is uiteindelijk zes jaar geworden. Bij de bevoorrading op de top van de Ladeuze, geraakte ik het kwijt. Ach, het doet geen pijn hoor. Niets ernstigs.”
Campenaerts beet in Waregem ook figuurlijk de tanden stuk op de concurrentie. Maar na een paar minuten bekomen, zag hij er wel het positieve van in. “Vorig jaar maakte ik in deze wedstrijd ook deel uit van de groep die voor de tweede plaats sprintte, maar dat was door te anticiperen, tussen hangen en wurgen in. Dit is anders. Ik heb vandaag mee de schifting gemaakt én overleefd. Dat kon vandaag zelfs Tadej Pogačar niet.”
“Of ik nu heb bewezen dat ik wel degelijk een grote koers kan winnen? Moeilijk te zeggen. Vandaag had ik misschien meer baat gehad bij een langere koers. Een zwaardere ook. In de finale was iedereen nog fris, waardoor er weinig twijfel was bij mijn demarrages. Dat er een paar toch getelefoneerd waren? Zo zou Dirk De Wolf het wellicht omschrijven, ja. Maar als je telefoneert en ze nemen niet op, dan ben je ook weg. Ja, toch?”
Groot verzet
“Zoals op die brug, toen Tiesj en ik net waren teruggepakt. Daar zat iedereen à bloc. Je weet nooit. Die eerste aanval, net na Nokereberg was overigens wel vooraf bedacht. Van achteruit. Niemand duwt op zo’n groot verzet als ik, niemand rijdt zo aerodynamisch als ik. Ik dacht in die afdaling een gat te kunnen slaan.”
Finaal moest Campenaerts passen toen Van der Poel en Benoot wegreden. “Ik had net een demarrage van Pidcock beantwoord. Ik rekende nog op Ben Turner, die een goede indruk gaf. Maar Tiesj en Mathieu zijn ook twee jongens die niet pokeren, ze koersen vol om te winnen. Dat hoort erbij, hé. Alleen pijnlijk dat ik nog net naast het podium val. Dat was mooi geweest.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.