Eindejaarslijstjes: De Zubeldia Award 2022
In de maand december blikt WielerFlits traditioneel terug op het afgelopen wielerseizoen met de reeks Eindejaarslijstjes. Wat waren de hoogte- en dieptepunten van het afgelopen jaar en welke renners verdienen nog een eervolle vermelding voor 2022? Elke werkdag is er een nieuwe lijst met bijbehorende poll. Vandaag staat centraal: de Zubeldia Award.
In 2017 sloot Haimar Zubeldia een loopbaan van bijna twintig jaar af. De Bask reed in totaal 27 grote rondes en eindigde zes keer in de top-10 van het algemeen klassement. Vijf keer deed Zubeldia dat in de Tour de France en een keer in de Vuelta a España. Niet heel opvallend voor een sterke klimmer, maar de manier waarop was juist onopvallend.
Na drie weken koers was er vaak een ‘Hè, Zubeldia?’-momentje. Op sluwe wijze en zonder veelvuldig in beeld te rijden, wist hij zich in de top van het klassement te nestelen. Jaarlijks treden renners in zijn voetsporen, door haast onopgemerkt in de top-10 van een grote ronde te eindigen. Welke renners maken dit jaar kans op de Zubeldia Award? Wij hebben alvast een voorselectie gemaakt.
Eerdere winnaars Zubeldia Award
2021: Wilco Kelderman
2020: Damiano Caruso
2019: Mikel Nieve
2018: Pello Bilbao
2017: Louis Meintjes
2016: Kanstantin Siutsou
Pello Bilbao (vijfde in de Giro d’Italia)
Bahrain Victorious begon met twee kopmannen aan de 105e editie van de Giro d’Italia. Op basis van zijn status binnen het team en resultaten in het verleden, kon Mikel Landa naar voren worden geschoven als het voornaamste speerpunt van de ploeg.
Landa moest echter wel het kopmanschap delen met Pello Bilbao, die na een uitmuntend voorjaar met vertrouwen aan de start verscheen van de Giro. In de openingsrit liet de Bask zich al meteen zien door achter Mathieu van der Poel en Biniam Girmay als derde te finishen in het Hongaarse Visegrád. Maar verder kunnen we toch niet stellen dat we Bilbao veelvuldig in beeld hebben gezien.
Dat is overigens wel vaker het geval bij Bilbao, die vooral erg goed is om – in de schaduw van de toppers – de schade te beperken. Dat bleek ook in de voorbije Giro het beproefde recept voor de taaie klimmer. Na de eerste week vond hij zichzelf terug op een tiende plaats in de voorlopige rangschikking, maar in week twee en drie wist Bilbao nog de nodige plekken op te schuiven, en dat na de nodige hand- en spandiensten voor zijn ploegmaat Landa.
Bilbao begon zo als de nummer vijf in de stand aan de slottijdrit in Verona en wist zijn positie met verve vast te houden. Uiteindelijk strandde hij op ruim negen minuten van eindwinnaar Jai Hindley.
Emanuel Buchmann (zevende in de Giro d’Italia)
Nog een renner die geruisloos bij de eerste tien wist te eindigen in de Giro d’Italia: Emanuel Buchmann. De Duitse klimmer is sowieso al niet de man voor de spotlights, maar werd in de voorbije Giro nog wat verder naar de achtergrond gedrukt door zijn BORA-hansgrohe-ploeggenoot Jai Hindley.
Waar de Australiër volop meedeed voor de eindzege en in de laatste bergetappe zelfs de ronde naar zich toe wist te trekken, deed Buchmann niet veel meer dan volgen, volgen en nog eens volgen. Dat deed de 30-jarige coureur overigens wel zodanig goed, dat hij zelf nog een dikke top 10-plaats wist te versieren in het eindklassement.
Buchmann volgde na een week koers nog maar op een minuut van de (toenmalige) leider in koers, de verrassende Juan Pedro López, en werd door velen nog beschouwd als een gevaarlijke klant voor het podium en eventueel zelfs de eindzege. De nummer vier van de Tour van 2019 botste bergop echter op zijn limieten en was zeker in de derde week alleen nog maar bezig met schade beperken.
Ook moest hij zich schikken naar het teambelang, aangezien de ploeg met Jai Hindley een kandidaat-eindwinnaar in huis had. Door de eindzege van de Australische klimmer, werd ook de Giro van de verder onzichtbare Buchmann een groot succes.
Alexey Lutsenko (achtste in de Tour de France)
Alexey Lutsenko was voor het seizoen nog erg stellig. “Het zal niet makkelijk worden, maar mijn doel, en dat van het team, is om het podium te halen in de Tour. Met mijn zevende plaats in de Tour van 2021 heb ik laten zien dat ik mij kan meten met de besten.”
Aan ambitie en zelfvertrouwen dus geen gebrek bij Lutsenko, maar zijn aanloop naar de Tour verliep verre van vlekkeloos. Hierdoor stond de klassementskopman van Astana Qazaqstan toch met de nodige twijfels aan de start van de Ronde van Frankrijk. In de eerste Tourweek werd de Kazach ook wel vrij hard met zijn neus op de feiten gedrukt.
Lutsenko bleek namelijk niet in staat om de betere renners te volgen bergop en keek na tien etappes – als de nummer zeventien in het klassement – al tegen een achterstand aan van bijna vijf minuten. De ommekeer volgde echter in de gedenkwaardige Alpenrit naar de Col du Granon. Lutsenko kwam als zevende boven en bleek vertrokken voor een betere tweede Tourhelft.
De lepe coureur trok in de slotweek zelfs nog enkele keren in de aanval en wist zo nog goede zaken te doen in het klassement, al sneeuwde het wel onder bij het Tourgeweld van Jumbo-Visma en UAE Emirates. Een podiumplek werd het dus niet voor Lutsenko, maar achtste is ook niet verkeerd.
Valentin Madouas (tiende in de Tour de France)
Valentin Madouas had dit eindejaarslijstje bijna niet gehaald, ware het niet dat de Fransman door de diskwalificatie van Nairo Quintana (wegens het gebruik van de verboden pijnstiller Tramodol) toch nog een plekje opschoof en zo als tiende eindigde in de Tour de France.
Madouas ziet deze tiende plek in de Tour als een bevrijding, een mijlpaal, maar de gemiddelde wielerfan zal het toch snel weer vergeten. Hij deed zijn stinkende best, was ook wel enkele keren in de aanval, maar viel toch zelden op. Dat komt ook omdat de kopman bij Groupama-FDJ, David Gaudu, zo goed presteerde. Gaudu werd vierde in de eindrangschikking.
Madouas keek na de Alpenetappe naar de Col du Granon al tegen een achterstand aan van net geen veertien minuten, en moest al bijna vijf minuten goedmaken voor een plekje bij de eerste tien. De man die in het voorjaar bijna de Ronde van Vlaanderen wist te winnen, bleef echter knokken in de resterende Tourritten en profiteerde in de Pyreneeën optimaal van de ruimte die hij kreeg van de favorieten voor eindwinst.
Door sterke prestaties op weg naar Foix, Col du Portet en Hautacam steeg hij van plek veertien naar twaalf en na de opgave van Enric Mas finishte Madouas als elfde in Parijs. En toen moest het Tramodol-verhaal met Quintana nog komen…
Ben O’Connor (achtste in de Vuelta a España)
Voor Ben O’Connor stond de Vuelta a España in het teken van de sportieve revanche. De Australische klimmer van AG2R Citroën was erop gebrand om opnieuw te presteren in de Tour, om te laten zien dat zijn vierde plaats in 2021 geen toevalstreffer was. Zijn Tourcampagne viel door een vervelende valpartij en fysieke malheur alleen volledig in het water.
Dan moest het maar gebeuren in de Vuelta, maar de ronde werd toch geen onverdeeld succes voor de klassementstroef van AG2R Citroën. O’Connor presteerde zeker niet slecht over drie weken, maar kon toch op geen enkel moment écht zijn stempel drukken.
Er waren wel enkele lichtpuntjes. Zo hoorde hij in de bergrit naar de Sierra Nevada bij de betere klimmers en haalde hij ook top 10-noteringen op weg naar Laguardia, Sierra de la Pandera en Alto del Piornal, maar O’Connor bleek ook vaak niet in staat om met de beste klimgeiten te wedijveren.
De Australiër moest op momenten zelfs vrezen voor zijn top 10-plek, maar uiteindelijk wist hij met enkele solide prestaties toch nog wat plekken te stijgen. O’Connor eindigde nog als achtste in de laatste grote ronde van het seizoen, maar deed dit na een toch wel vrij kleurloos optreden.
Jai Hindley (tiende in de Vuelta a España)
Is het al eens voorgekomen dat de winnaar van een grote ronde in hetzelfde jaar in aanmerking komt voor de Zubeldia Award? Na zijn eindzege in de Giro d’Italia richtte Jai Hindley zijn pijlen op de Vuelta a España. In de Spaanse ronde hoopte hij zijn Giro-succes een passend vervolg te geven, maar de renner van BORA-hansgrohe deed op geen enkel moment mee voor de bovenste plekken.
Hindley wist zich zelfs niet echt te onderscheiden, al deed hij wel een paar keer een verwoede poging, bijvoorbeeld door mee te sluipen in een vroege vlucht. Het zette, buiten wat tijdwinst in het klassement, echter geen zoden aan de dijk.
Hindley moest nog zijn uiterste best doen om überhaupt bij de eerste tien te eindigen in de stand. Na twee kleurloze Vuelta-weken wist de klimmer echter wel de weg naar boven te vinden. In de laatste week werd hij eerst achtste in de bergrit naar de Sierra Nevada en vervolgens zelfs vierde in de laatste bergetappes met aankomst op de Alto del Piornal en de Puerto de Navacerrada.
Echt opvallen deed Hindley nog altijd niet, maar het was wel meer dan voldoende om in de top-10 te eindigen. Niet meteen een prestatie om van de daken te schreeuwen, maar het seizoen van Hindley kon na zijn Giro-zege natuurlijk al niet meer stuk.
Andere kanshebbers?
Er zijn nog enkele renners die dit jaar wellicht in aanmerking komen voor de Zubeldia Award. Hugh Carthy kende een moeizame start in de voorbije Giro d’Italia, maar wist zich na een sterke slotweek toch nog op te werken naar plek negen in de algemene rangschikking. Dit deed de slungelachtige klimmer van EF Education-EasyPost op een aanvallende manier, maar het zal de meeste wielerfans misschien niet zijn opgevallen.
Aleksandr Vlasov en Adam Yates eindigden dit jaar ook bij de beste tien in een grote ronde. Vlasov werd zelfs vijfde in de Tour de France. Een knappe prestatie, maar de Russische klimmer van BORA-hansgrohe deed dit wel in de schaduw van de echte klassementstoppers. Ook Adam Yates reed – na een sterk begin – een vrij geruisloze Tour, maar dit leverde hem alsnog een negende stek op in de eindafrekening. En wat met Carlos Rodríguez en Rigoberto Urán, de nummers zeven en negen van de laatste Vuelta a España?
Om te reageren moet je ingelogd zijn.