Wout van Aert geeft Julian Alaphilippe gelijk: “Ik kan overal winnen”
foto: Raymond Kerckhoffs
maandag 6 maart 2023 om 07:15

Wout van Aert geeft Julian Alaphilippe gelijk: “Ik kan overal winnen”

Wout van Aert windt er geen doekjes om. Hij was blij dat hij zaterdagmiddag in het vliegtuig van Tenerife naar Toscane zat en zodoende niet gekluisterd voor een televisie naar de Strade Bianche hoefde te kijken. “Het is altijd pijnlijk wanneer je niet kunt deelnemen aan een wedstrijd waarvan je een groot doel hebt gemaakt”, vertelt de kopman van Jumbo-Visma.

Een must have voor alle wielerfans! Met de Black Friday deal van RIDE Magazine haal je het ideale cadeautje voor de feestdagen in huis. Voor slechts € 13,95 ontvang je de najaars- en de winter-editie in jouw brievenbus. Dat betekent meer dan 300 pagina’s aan schitterende wielerverhalen. Wacht niet te lang, want OP=OP. Bestel nu jouw magazines en verzeker je van uren leesplezier.

“Ik heb de laatste vijf minuten van de Strade kunnen kijken, omdat we toen net geland waren. Wat ik gezien en gehoord heb, was Tom Pidcock indrukwekkend. Ik denk dat hij een heel groot nummer heeft opgevoerd”, vertelt Van Aert in Lido di Camaiore.

Omdat Van Aert enkele dagen ziek is geweest tijdens de hoogtestage op El Teide op Tenerife, was hij niet klaar om zaterdag in de Strade Bianche al zijn eerste wegwedstrijd van 2023 te rijden. Het debuut van zijn seizoen is daarom uitgesteld naar Tirreno-Adriatico.

Van Aert gaf aan dat hij na het WK veldrijden in Hoogerheide een aantal dagen rust heeft genomen. “Toen ik aankwam in Tenerife voelde ik me niet helemaal gezond. Ik heb nog wel twee keer op de fiets gezeten, maar ik denk dat die ritten geen trainingseffect hebben gehad, omdat de ziekte al in mijn lijf zat. Na twee dagen ben ik ziek opgestaan en ben ik nog eens twee dagen van de fiets gebleven. De verkoudheid was niet het grootste probleem. Maar met alle rust zaten we ineens twee weken na het WK veldrijden voordat ik weer echt de trainingen kon oppakken. Daarom had ik meer opbouw nodig.”

In Hotel Versilia Lido was Van Aert aanwezig op de persconferentie van de zes zogenaamde toprenners die de organisatie had uitgenodigd. Tirreno-Adriatico is een wedstrijd naar het hart van Van Aert. Al heeft hij de rittenkoers van de Tyrreense naar de Adriatische Zee toch pas een keer gereden. In 2021 werd hij achter Tadej Pogačar tweede in het eindklassement, terwijl hij twee ritten op zijn naam schreef. Vorig jaar gaf ‘WVA’ de voorkeur aan Parijs-Nice.

“Ik heb al een goed niveau, maar nog niet het niveau waar ik op gehoopt had”, kijkt hij vooruit naar de Italiaanse rittenkoers. “In deze Tirreno zal ik voornamelijk werken om mijn vorm op peil te krijgen voor de grote doelen in april. Als ik deze Tirreno vergelijk met die van 2021, dan is dit een ronde die minder op het lijf van renners zoals Mathieu en mij is geschreven. Er zijn nu meer kansen voor massasprints. Destijds waren het vooral zware, tricky finales, waar de finishlijn vaak in een dorpje boven op een berg was getrokken.”

Op dat moment onderbreekt Julian Alaphilippe hem in de persconferentie. “Wout”, excuseert de Fransman zich. “Jij kunt toch op elk terrein winnen.” Het antwoord brengt een glimlach op het gelaat bij Van Aert die vervolgens de tweevoudig wereldkampioen gelijk geeft: “Dat is waar, ik kan overal winnen.”

De grote drie, Mathieu van der Poel, Julian Alaphilippe en Wout Van Aert, komen elkaar weer tegen in de Tirreno. Foto: Cor Vos

“Ik denk dat het belangrijk om een goed plan voor deze Tirreno te hebben”, vervolgt Van Aert. “Mijn doel is om deze Tirreno ook te gebruiken om mijn vorm aan te scherpen met het oog op de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Er zijn de komende week ritten waar ik voor een resultaat wil gaan en mezelf eens wil testen door diep te gaan. Zulke wedstrijd dagen heb je ook nodig om de vorm te verbeteren. Het is zowel fysiek als mentaal zwaar om hier elke dag heel diep te gaan.”

Jumbo-Visma staat met een sterke ploeg aan Tirreno-Adriatico. “We hebben allemaal verschillende doelen. Tiesj Benoot en Wilco Kelderman hebben hun vizier al lang op deze wedstrijd gericht en willen een kort klassement rijden. Primož Roglič is zelfs voor ons een vraagteken, terwijl Dylan van Baarle en ik hier vooral zijn om ons voor te bereiden op de klassieke periode.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.