Hoe Campenaerts en co het peloton fopten: “Ze spelen het tegenwoordig niet zo slim”
Video Het gebeurt niet vaak in de Tour de France, maar in de achttiende etappe van deze editie was het dan toch weer een keer raak. De vroege vluchters verschalkten het peloton en mochten zo sprinten voor de zege. Victor Campenaerts, die vanuit het vertrek in de aanval zat, legt uit hoe dat lukte.
Campenaerts vond het geen enkel probleem dat hij aanvankelijk slechts twee vluchtmakkers had. “Kasper (Asgreen, red.) was er, een sterke jonge. En Abrahamsen. Hij is misschien minder bekend, maar ik heb hem ook heel goed zien klimmen, terwijl hij een grote renner is.”
“We begrepen elkaar goed. We zeiden: laten we het heel, heel rustig aan doen”, vervolgt Campie, die zich op een gegeven moment wat uit liet zakken. Ploeggenoot Pascal Eenkhoorn was op komst en kon met de hulp van de Belg uiteindelijk definitief oversteken. “Het peloton speelt het tegenwoordig niet heel slim. Ze houden het gat altijd op één minuut, waardoor het altijd mogelijk is voor renners om de sprong te maken. Dat was precies onze tactiek. We lieten Pascal oversteken. Vanaf dit moment zeiden we: let’s go!”
“Het was moeilijk om voorop te blijven. We slaagden erin, maar we wonnen niet”, aldus de 31-jarige renner, die alles gaf in de slotkilometer om de vier voorop te houden en Eenkhoorn te laten sprinten. “Als ik het weer zie, zal het er waarschijnlijk vreselijk uitzien. Geen cadans, gewoon de zwaarste versnelling rondstampen die ik kon vinden. Ik kon het niet lang genoeg volhouden. Ik wilde het tot driehonderd meter voor de streep volhouden. Als dat was gelukt, zou Abrahamsen uit mijn wiel springen en een lead-out geven aan Pascal. Maar ik kon niet meer.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.