WK 2023: Voorbeschouwing wegwedstrijd beloften – Zenuwslopende strijd met Nys als favoriet
foto: Cor Vos (archief)
Youri IJnsen
zaterdag 12 augustus 2023 om 13:30

WK 2023: Voorbeschouwing wegwedstrijd beloften – Zenuwslopende strijd met Nys als favoriet

Nog geen drie dagen na hun tijdrit, krijgen de beloften al hun wegwedstrijd op het Super WK 2023 in Glasgow voorgeschoteld. In Schotland is de UCI opzoek naar een opvolger van Yevgeniy Fedorov. Welk toptalent komt het beste door het bochtige intervalparcours? WielerFlits blikt vooruit!

Een must-have voor wielerfans! Op 20 september verschijnt er weer een nieuwe RIDE Magazine. Onze 172 pagina’s dikke najaars-editie staat weer vol met prachtige wielerverhalen om heerlijk van te genieten. Bestel jouw exemplaar nu online voor slechts € 9,95. Snelle beslissers ontvangen 15 euro korting bij FuturumShop. RIDE extra voordelig lezen? Neem dan nu een abonnement en krijg 20% korting!

Historie

Het WK U23 kent nog niet zo’n heel lange geschiedenis: er zijn ‘pas’ 26 wereldkampioenen in deze tak van de wielersport. Dat heeft er alles mee te maken dat de beloftencategorie pas in 1996 in het leven werd geroepen. Daarvoor heette die categorie nog amateurs en was er niet een specifieke leeftijdsafbakening. De laatste editie van dat WK werd overigens gewonnen door Danny Nelissen. De eerste editie nieuwe stijl vond plaats in het Zwitserse Lugano, waar Giuliano Figueras zich tot eerste U23-kampioen ooit kroonde. De Italiaan had het jaar voordien ook de wereldtitel bij de militairen veroverd.

Zijn grootste wapenfeiten bij de profs waren een tweede plek in de Ronde van Lombardije 2001 en een derde plek in de Clásica San Sebastián van 1999. Een jaar na Figueras was het de beurt aan Kurt-Asle Arvesen, de huidige ploegleider van Uno-X. De Noor verschalkte dat jaar Óscar Freire. De Spanjaard werd bij de profs wel drie keer wereldkampioen en groeide uit tot een topper. Arvesen was een verdienstelijk prof, werd talloze keren Noors kampioen en won in 2008 de E3 Prijs Vlaanderen. In de eerste vijftien jaren wonnen er meer jongens die uitgroeiden tot goede profs, maar geen kleppers werden. Iván Basso is de uitzondering.

Volledig Italiaan podium in Valkenburg, 1998 v.l.n.r.: Rinaldo Nocentini, Iván Basso en Danilo Di Luca – foto: Cor Vos

De Italiaan was na Figueras en Arvesen de derde winnaar. Hij zou later – met af en toe een beetje hulp – tot de beste klassementsrenners van zijn generatie behoren. Oud-winnaars Jevgeni Petrov (2000), Yaroslav Popovych (2001), Sergey Lagutin (2003), Gerald Ciolek (2006) en Peter Velits (2007) lieten slechts af en toe nog sprankeltjes van hun grote talent zien. In die jaren zorgden Johan Vansummeren (2003, zilver) en Thomas Dekker (brons in datzelfde jaar, zilver in 2004) voor de medailles namens de Lage Landen. Tom Van Asbroeck (2012) en wijlen Bjorg Lambrecht (2018) deden er voor België nog eens brons en zilver bij.

De laatste vijftien edities is er echter een kentering te zien. Michael Matthews won in 2010 voor eigen volk in Geelong, waar overigens ook een bijzonder feit plaatsvond. John Degenkolb veroverde het zilver, maar het brons ging naar Guillaume Boivin én Taylor Phinney. De UCI-officials bekeken talloze keren de fotofinish, maar een verschil tussen hen was niet te zien. Het is de enige keer in de recente geschiedenis dat de UCI twee medailles voor dezelfde plek uitwees. Matthews groeide uit tot een van de beste wielrenners ter wereld en is dat nog steeds zo. Degenkolb won dan weer Parijs-Roubaix en Milaan-San Remo.

Het viermanspodium in Geelong, 2010 – foto: Cor Vos

Ook in de edities daarna stonden renners op het hoogste schavot die het schopten tot de wereldtop. Denk aan Arnaud Démare en Alexey Lutsenko, terwijl Marc Hirschi in 2020 natuurlijk al de stap naar de beste coureurs ter wereld maakte. De weg van Matej Mohorič is een stuk geleidelijker; hij kwam er in 2022 met winst in Milaan-San Remo écht doorheen. Benoît Cosnefroy deed dat de voorgaande twee seizoenen ook, al is hij in 2023 niet aan het beste seizoen bezig. Enige smet op deze rij is overigens 2019, toen Nils Eekhoff omwille van discutabele argumenten de wereldtitel door de UCI werd ontnomen. Na een jaar zonder editie vanwege corona, pikte baroudeur Filippo Baroncini aan met een zege in Leuven.

Laatste tien winnaars flag-wc WK U23 
2022: flag-kz Yevgeniy Fedorov
2021: flag-it Filippo Baroncini
2020: geen editie vanwege coronapandemie
2019: flag-it Samuele Battistella
2018: flag-ch Marc Hirschi
2017: flag-fr Benoît Cosnefroy
2016: flag-no Kristoffer Halvorsen
2015: flag-fr Kévin Ledanois
2014: flag-no Sven Erik Bystrøm
2013: flag-si Matej Mohorič
2012: flag-kz Alexey Lutsenko


Vorig jaar

Nadat Duitsland de beginfase gecontroleerd had in een kletsnat Australisch Wollongong, ontstond er een kopgroep van zes renners. Een sterke vlucht met daarbij vooral een aantal grote landen: Fabio Van den Bossche namens België, Mathis Le Berre namens Frankrijk, Petr Kelemen namens Tsjechië, Fran Miholjević namens Kroatië, Fabian Weiss namens Zwitserland en ook Hannes Wilksch namens Duitsland. Die zes bleven heel goed samenwerken, terwijl in het peloton geen enkel land de verantwoordelijkheid wilde nemen. Uiteindelijk deden Italië en Spanje dat toch.

Op dik veertig kilometer voor het einde moesten Kelemen, Miholjević en Weiss vooraan lossen. Zes probeerden daarna over te steken naar de overgebleven drie vroege vluchters: Nicolò Buratti en Lorenzo Milesi voor Italië, Sam Watson namens Groot-Brittannië, Jakub Ťoupalík voor Tsjechië, Alexandre Balmer namens Zwitserland en Yevgeniy Fedorov voor Kazachstan. Daarvan bleven Fedorov en Le Berre over, waarna Mathias Vacek en Alec Segaert er naartoe sprongen. Op Mount Pleasant bleken Fedorov en Vacek de sterksten, waarna zij het mochten uitvechten. Fedorov won.

flag-wc WK wielrennen U23 2022, flag-au Wollongong
flag-nr1 flag-kz Yevgeniy Fedorov in 3u57m08s
flag-nr2 flag-cz Mathias Vacek +1s
flag-nr3 flag-no Søren Wærenskjold +3s
4. flag-ee Madis Mihkels z.t.
5. flag-nl Olav Kooij z.t.
10. flag-be Jenno Berckmoes z.t.
Volledige uitslag + verslag

foto: Cor Vos


Parcours

De start van de wegwedstrijd voor beloften vindt net als voor de vrouwen plaats aan de Bonnie Banks of Loch Lomond in het plaatsje Balloch. Van daaruit zetten de U23s even koers richting het noordoosten, maar in Gonachan Cottage begint de karavaan toch aan de tocht richting Glasgow. Dat gaat wel via de beklimming van Crow Road, een listige klim zo vroeg in de wedstrijd. Een mooie eerste gelegenheid om de wedstrijd mogelijk al zwaar te maken, al zal de beslissing er niet vallen. Enige voordeel voor hen die er daar al af zouden moeten: het landschap is er schitterend.

Maar de favorieten zullen niet bezig zijn met de mooie vergezichten. Zij zijn bezig met de titelstrijd, die na 60 kilometer kan ontbranden als we het circuit in Glasgow aandoen. Na een half rondje inrijden, mogen de beloften nog zeven omlopen afwerken; dat zijn er drie minder dan de profs en eentje meer dan de elite vrouwen. Het rondje is in totaal 14,3 kilometer lang, met zo’n 200 hoogtemeters per omloop. Maar de juniorenwedstrijden en de mannenkoers hebben reeds aangetoond dat schijn bedriegt. Het rondje is onnoemlijk zwaar, mede dankzij de vele bochten.

Lieft 48 haakse bochten telt het parcours, goed voor een bocht om de ongeveer 306 meter. In elke omloop liggen zeven oplopende stroken op de beloften te wachten. Met eerst St Vincent Street/Douglas Street van ruim 550 meter (aan gemiddeld 5%), gevolgd door een viertrapsraket met Gillmorehill (230 meter aan 4,3%), University Avenue (250 meter aan 5,9%), Great George Street (325 meter aan 7,6%) en Kelvingrove Park (400 meter aan 6,2%).  Daarna volgt Scott Street, een kort maar steil rotding van 150 meter aan bijna 13% en een uitschieter boven de 22%.

En dan is de ‘gecategoriseerde’ Montrose Street (160 meter aan ruim 13%) vlak voor de finish nog niet geweest. Die volgt een kleine vier kilometer na Scott Street. Bovenop Montrose Street is het nog maar 1,4 kilometer tot de finish, waarvan bijna 500 meter in dalende lijn. Het is vanaf de top, zoals overal op het rondje, erg technisch met nog vijf haakse bochten. Een venijnige helling en ideale plek voor een allesbeslissende demarrage, maar bij de drie kampioenschappen die we tot op heden gezien hebben werd het definitieve gat elders gemaakt. Hoe is dat zaterdagmiddag?

Zondag 13 augustus: Balloch – Glasgow (168,4 km – 2436 hoogtemeters)
Start: flag-gb 11.30 uur / flag-nl flag-be 12.30 uur
Finish: flag-gb 15.30-16.00 uur / flag-nl flag-be 16.30-17.00 uur


Favorieten

Ondanks dat er tegenwoordig een flink aantal beloften al vroeg de overstap maken naar de profs, doen er ook nog altijd heel veel beroepsrenners mee in hun leeftijdscategorie. In de loop der jaren zijn er op dat vlak nogal eens profs geweest die de wereldtitel grepen en zodoende nooit hun regenboogtrui konden tonen. Uittredend kampioen Fedorov maakte zodoende vorig jaar voor één keer een uitstapje naar de opleidingsploeg van Astana Qazaqstan, om toch eens in die trui te rijden. Ook nu zijn er een aantal mannen die eigenlijk al prof zijn, maar hier toch komen meedoen.

Nys weet wat het is om wereldkampioen te zijn – foto: Cor Vos

De grote favoriet voor de wereldtitel is er daar eentje van. We hebben het over Thibau Nys. De 20-jarige Belg van Lidl-Trek is bezig aan zijn eerste profjaar, maar daarin weet hij wel direct indruk te maken. Hij won al een rit in de Ronde van Noorwegen en zette begin juni ook de GP Kanton Aargau op zijn palmares. Ook werd hij tweede in ritten van de rondes van België, Romandië en Wallonië. Met zijn cross-achtergrond moet Nys zich als een vis in het water voelen in Glasgow. Net als Mathieu van der Poel bij de mannen, kan de Belg de eerste belofte ooit zijn die op de weg en in het veld wereldkampioen is. Twee jaar geleden werd hij al eens Europees wegkampioen.

Waar België met Alec Segeart en Gil Gelders ook twee aanvallers heeft om mee te kunnen spelen, is Frankrijk het land dat de koers moet dragen. Zij hebben veruit de beste ploeg, met onder meer snelle man Pierre Gautheret, klassiekertalent Noa Isidore en puncheur Antoine Huby. Hun grootste troef is echter Axel Laurance, die rijdt voor de opleidingsploeg van Alpecin-Deceuninck. De 22-jarige Fransman overleeft makkelijk een zwaarder parcours zoals deze en heeft daarna net als Nys nog een zeer snelle sprint in de benen. Twee weken geleden won hij nog een rit in de Tour Alsace, maar vorig jaar werd Laurance al tweede in de Bretagne Classic. Alleen Wout van Aert was sneller.

Laurance (links) werd vorig jaar tweede in de Bretagne Classic – foto: Cor Vos

De Verenigde Staten hebben dan weer twee pionnen om mee te schuiven, maar beiden hebben wel min of meer hetzelfde profiel. We hebben het over snelle mannen Colby Simmons (Jumbo-Visma Development) en vooral Luke Lamperti. Die laatste is 20 jaar en viert zijn verjaardag op 31 december. Al zijn hele leven lang moet Lamperti dus opboksen tegen veel oudere jongens uit hetzelfde bouwjaar. De Amerikaan is echter bezig aan een ijzersterk seizoen bij Trinity Racing. Hij pakte al acht UCI-zeges dit seizoen en – zeker op dat parcours in Glasgow – ook geen overbodige luxe: Lamperti kan criteriums goed aan. Sterker nog: hij is daarin regerend Amerikaans kampioen.

We schreven eerder in deze voorbeschouwing al dat Frankrijk de koers moet dragen. Dat hoeven ze niet alleen te doen, want Italië kan ook rustig haar duit in het zakje doen. Er moet nog een renner afvallen, maar vrijwel alle beloften van de Squadra Azzurra kunnen winnen. Hun voornaamste troef is Francesco Busatto. De 20-jarige renner van Circus-ReUz-Technord werd dit jaar Italiaans beloftenkampioen op de de weg en won Luik-Bastenaken-Luik U23. Busatto draait zijn hand dus niet om voor een lastige koers en is daarna ook nog eens pijlsnel. In profkoersen als de Muscat Classic en de Giro del’Appennino werd de jongeling ook al vierde. Wat volgt zaterdag?

Nicolò Buratti – foto: Cor Vos

Binnen Italië hebben ze met Nicolò Buratti nog een ferme troef in handen. Vorig jaar was hij een van de topfavorieten, maar gooide hij zijn kaarten te vroeg op tafel. De 22-jarige renner van Bahrain Victorious zou dit parcours heel goed aan moeten kunnen, maar sinds zijn overgang naar de profs drukt Buratti minder zijn stempel. Begin dit jaar werd hij nog tweede in Gent-Wevelgem U23. Maar die maanden bij het WorldTeam kunnen zaterdag op het WK weleens de doorslag geven. De Italiaan heeft een zeer sterk eindschot. Italië heeft sowieso een sterke ploeg: denk aan sprinter Alberto Bruttomesso, klimmer Davide De Pretto en de sterke allrounder Giosuè Epis.

Ook Nederland heeft een serieuze kanshebber op eremetaal. Hoewel Nils Eekhoff daar voor altijd anders over zal denken, kan Casper van Uden – nota bene in hetzelfde Verenigd Koninkrijk – de rekening van TeamNL vereffenen met de UCI. De 22-jarige tweedejaars prof van Team dsm-firmenich vindt in Glasgow een circuit op zijn maat. De Schiedammer is niet een pure sprinter, maar heeft – een beetje à la Marijn van den Berg – ook inhoud. Hij is bovendien niet bang om te koersen. Van Uden werd vorig jaar op die manier vierde in de Scheldeprijs en dit jaar sprintte hij naar een derde plek in Milaan-Turijn. Met zijn techniek zit het door zijn baanverleden ook goed.

Pavel Bittner (links) en Casper van Uden – foto: Cor Vos

Tsjechië heeft de laatste jaren ook een mooie generatie aan talent. Op WK’s en EK’s waren er in de jeugdcategorieën diverse zilveren medailles weggelegd. Ook Pavel Bittner slaagde daar in tijdens het EK op de weg voor junioren in 2020. De 20-jarige prof van eveneens Team dsm-firmenich moet in de toekomst een van de kopmannen voor de sprints zijn, samen met zijn Nederlandse collega. De razendsnelle Tsjech kan echter ook een zwaar parcours aan en is een echte kampioenschapsrenner. Vorig jaar werd hij achtste op het EK in Portugal en zesde op het WK in Australië. Gezien zijn crosservaring in de jeugd, moet hij in Glasgow ook ver komen.

Noorwegen is een van de landen die de laatste jaren in opkomst zijn dankzij gestroomlijnde talentontwikkeling. Uno-X heeft daar zijn bijdrage aan en die profploeg ziet hier Stian Fredheim aan het vertrek staan. De 20-jarige Noor heeft alles in zich om het te maken als klassiekerrenner. Als eerstejaarsbelofte maakte hij vorig jaar al veel indruk in onder meer Olympia’s Tour, Le Triptyque en de Tour de l’Avenir. Hij verdiende er een profcontract mee en ook daar drukte hij meteen zijn stempel. In een loodzware en door regen geteisterde editie van Brugge-De Panne (WorldTour) werd Fredheim dit voorjaar achtste. Hij is sterk, zeer snel aan de meet en komt bovendrijven in de regen. En laat dat nu zaterdag met bakken uit de hemel komen in Glasgow.

Stian Fredheim zou zo maar eens kunnen verbazen deze week – foto: Wordup Projects/Uno-X Pro Cycling Team

Een van de grootste talenten die vanuit de beloftencategorie komend seizoen overstapt naar de profs, is Darren Rafferty. De 20-jarige renner uit Ierland is enorm veelzijdig. Gezien zijn eindzege in de Giro della Valle d’Aosta en zijn tweede plek in het eindklassement van de Giro d’Italia U23, zou je zeggen dat het een ronderenner is. Maar Rafferty won vorig jaar ook Strade Bianche U23 en dit seizoen werd hij vijfde in zowel Luik-Bastenaken-Luik U23 als eerder deze week op het WK tijdrijden. Ook de Ier combineerde de laatste jaren de weg met veldrijden in de winter, al was dat niet op een bijzonder hoog niveau. Rafferty is volgens zijn nieuwe ploeg EF Education-EasyPost een headline rider. Dat mag hij zaterdag mogen bewijzen, al moet hij dan wel alleen weg rijden.

Ook dat andere Scandinavische blok kan terugvallen op een kanshebber voor de wereldtitel: Anders Foldager. Bij Denemarken is hij sterk omringd door onder meer de snelle Joshua Gudnitz (winnaar Eschborn-Frankfurt U23) en Gustav Wang (tweede in Frankfurt en de GP della Liberazione). Foldager is daar ook alles behalve vies van. Twee jaar geleden besloot hij naar het Italiaanse beloftencircuit te trekken en dat heeft hem geen windeieren gelegd. De Deen lijkt qua kwaliteiten een beetje op Mads Pedersen. De toekomstig prof van Jayco-AlUla verzamelde dit jaar een aantal sterke resultaten in lastige wedstrijden, waaronder een ritzege in de Giro U23. 

Darren Rafferty – foto: Cor Vos

Tot slot nog een shout out naar Zwitserland. Zij brengen eerstejaarsbelofte Jan Christen aan het vertrek. Hij had ook op de plek kunnen staan van Buratti of Foldager, maar hun eindschot geeft hen een licht voordeel ten opzichte van het 19-jarige klassiekertalent. Christen werd begin 2022 wereldkampioen veldrijden en met die achtergrond moet hij ook op dit parcours een eind kunnen komen. Hij werd dit seizoen al tweede in de Trofej Umag, achtste in Luik-Bastenaken-Luik U23 en hij won een lastige etappe in de Giro U23 (waarin hij heel knap zevende werd). Dat zijn vorm goed is, bewijzen zijn laatste twee tijdritten. Die liegen immers nooit. Eind juli werd hij de eerste Europees kampioen Klimtijdrijden en op het WK eerder deze week eindigde Christen als negende.

Ook Madis Mihkels verscheen plots op de definitieve startlijst. De tweedejaarsbelofte uit Estland werd vorig jaar al vierde en maakte in zijn eerste profseizoen bij Intermarché-Circus-Wanty ook indruk. Met zijn inhoud en sterke eindschot, is hij ook in Glasgow een heel gevaarlijke klant voor de wereldtitel.

Outsiders
Het circuit in Glasgow heeft uitgewezen dat alleen de sterkste renners kans maken op de wereldtitel. Maar toch zou het niet voor het eerst zijn als een onverwachte naam er bij de beloften met de wereldtitel vandoor gaat. Dat heeft het verleden wel bewezen. De outsiders zoeken we dan ook vooral bij de sterke blokken België, Frankrijk en Italië. Daar zullen de eerder genoemden Gil Gelders, Alec Segaert, Noa Isidore (pas op, pas achttien jaar!), Pierre Gautheret, Antoine Huby, Alberto Bruttomesso, Davide De Pretto en Giosuè Epis ook absoluut hun kansen wagen. Wellicht kunnen ze zelfs elkaar vinden, met hun kopmannen die daarachter in een zetel zitten.

Ook Duitsland kan een rol gaan spelen, met snelle mannen Tim Torn Teutenberg en Henri Uhlig. Zij kunnen ook een lastigere koers aan. Dat geldt ook voor de snelle Canadees Riley Pickrell. Daarnaast zijn er ook veel eenlingen die in een zware wedstrijd komen bovendrijven, maar wellicht dat er voor hen net iets te weinig lange hellingen in zitten. Denk dan vooral aan António Morgado (Portugal), Carlos Canal (Spanje), Santiago Umba (Colombia) en iets mindere mate aan Jack Rootkin-Gray (Groot-Brittannië), Mathieu Kockelmann (Luxemburg) en Vinicius Rangel (Brazilië). Maar ook Nederland heeft meerdere ijzers in het vuur: aanvallers Pepijn Reinderink en Menno Huising kunnen verrassen en sterke sprinter Roel van Sintmaartensdijk kan ook heel lang mee.

António Morgado – foto: Cor Vos

Favorieten volgens WielerFlits
**** Thibau Nys
*** Axel Laurance, Luke Lamperti
** Francesco Busatto, Casper van Uden, Pavel Bittner
* Stian Fredheim, Darren Rafferty, Nicolò Buratti, Anders Foldager

Website organisatie
Deelnemerslijst (ProCyclingStats)


Weer en tv

De weergoden zijn de beloften zaterdag niet goed gezind. Er is regen voorspeld. Veel regen. Vooral aan het eind van de morgen en begin van de middag zet Pluvius de hemelpoorten open, net op het moment dat de beloften hun koers rijden. Daarbij staat een stevige zuidwestenwind aan windkracht vier. Wel stijgt het kwik ’s middags naar een aangename 20 graden Celsius.

De koers is op twee zenders in Nederland live te zien. Sporza begint om 12.30 uur met de uitzending, het eerste uur in afwisseling met het WK mountainbike voor vrouwen. Eurosport begint zelfs om 12.15 uur en ook online is de koers te bekijken. Niet in staat om dat te doen? Bespreek dan het wedstrijdverloop in het wielercafé van WielerFlits!


RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.