Bauke Mollema verkent nieuwe klim EK-parcours: “Echt iets voor snelle klassiekermannen”
Interview Een bijzondere eer voor Bauke Mollema. De 36-jarige renner van Lidl-Trek mocht afgelopen maandag als eerste Het Dak van Drenthe beklimmen, samen met vrouwenbondscoach Loes Gunnewijk. Dat is de nieuw gerealiseerde helling naast de VAM-berg, die over een maand ook is opgenomen in het parcours van het EK wielrennen 2023. “Door het nieuwe asfalt is het een vrij snelle beklimming, maar ik vind het heel moeilijk om hem ergens mee te vergelijken. Voor iemand als Mathieu van der Poel is het perfect”, vertelt de klimmer aan WielerFlits.
Mollema was toevallig in Drenthe en wist dat het nieuwe deel afgelopen week geasfalteerd werd. In het weekend besloot hij een berichtje naar organisator Thijs Rondhuis te sturen of de nieuwe klim al open was. Nadat de veegmachine het laatste gruis had weggehaald, bleek dat maandag zo te zijn en dus mocht de ervaren coureur als eerste de nieuw klim uittesten. “Ik heb de hele aanlooplus van 115 kilometer gereden en daarna een aantal rondes op het VAM-terrein gedaan. Dat was een fijn doel als je op het vlakke aan het trainen bent. En voor Thijs kwam het ook wel goed uit. Zo kon de organisatie meteen horen hoe het oog van een renner naar het parcours kijkt.”
Dak van Drenthe als sloopkogel
Met de ex-winnaar van de Ronde van Lombardije had Rondhuis meteen een goed oog te pakken, want Mollema deed ook mee aan het NK 2022 op de VAM-berg. “Er is met het Dak van Drenthe een extra klimmetje bijgekomen. Je kunt hem van twee kanten beklimmen. Welke het gaat zijn, moeten we even afwachten. Op het terrein zijn er meerdere opties mogelijk. Maar ik moet zeggen: voor de renners die hier in de buurt wonen, is er een leuk klimmetje bijgekomen! Nu kun je net wat meer afwisseling toevoegen in je trainingen. Je kunt er goed intervallen. Ik heb een paar rondjes gereden en één keer best hard omhooggegaan, om te bestuderen hoe lang de inspanning was.”
Dat was zo’n anderhalve minuut, in koers schat Mollema dat het neerkomt op ongeveer een minuut en tien seconden. “Het hoogste punt van die nieuwe klim is wat hoger en dus is de inspanning net wat langer. Dat geldt zowel voor de weg aan de achterzijde om het zo maar te zeggen, als in het verlengde van waar de aankomst van het NK 2022 lag. Bovenop heb je vervolgens een vlak stukje, een soort plateautje van een paar honderd meter. Het is daar wel helemaal open. Je hebt dan net een iets langere inspanning gedaan dan anders. Als je daar net even stilvalt of je trekt nog even goed door, dan maak je het gaatje in de wind net wat groter.”
“Het maakt dat je daar nog even twintig seconden langer tot het uiterste moet gaan. Of het beslissend kan zijn durf ik niet te zeggen, maar het gaat zeker invloed hebben. Al weet ik niet of we nu een heel ander koersverloop gaan zien dan op de NK’s op de VAM-berg. Dat rondje was ook al onderscheidend, toen lag iedere ronde alles uit elkaar. Toen werd er eveneens volle bak gekoerst. Nu komt er een iets langer klimmetje bij. Dat maakt het nog net iets meer ongeschikt voor een pure sprinter”, oordeelt Mollema. “Voor iemand als Dylan Groenewegen is dit echt wel te lang. Maar een renner als Olav Kooij als hij in prima conditie is, die zou dit heel goed moeten aankunnen.”
Vuelta en dan EK?
De renner van Lidl-Trek is intussen op weg van Ameland naar Barcelona, waar hij komend weekend begint aan de Vuelta a España. “De laatste weken ben ik een beetje kriskras door Nederland gereisd. Het eiland, Drenthe, anderhalve week in het midden van het land, criteriums en mijn eigen toertocht in Groningen begin augustus. Een beetje de Vuelta aan het voorbereiden, snelheid in de benen krijgen op het vlakke”, lacht Mollema vanuit de trein. Met zijn gezin probeert hij de zomer altijd in Nederland te plannen. “Ik had nog wel weg gekund om tien dagen naar huis (Monaco, red.) te gaan of in de bergen te trainen, maar logistiek was dat wat lastiger te plannen.”
En dus koos hij voor een alternatieve aanloop naar de Ronde van Spanje. Dat Mollema het EK-parcours verkend heeft, betekent volgens hemzelf overigens niets. “Het is een week na het einde van de Vuelta, dat maakt het heel leuk. Mocht het zo uitkomen en mijn vorm is goed, dan zou ik in ieder geval wel willen rijden. Maar ik ben nog allerminst zeker van een selectie. Het is een parcours voor snelle klassiekermannen en daarvan hebben we er in Nederland heel veel. Kooij kan dit dus, maar iemand als Marijn van den Berg ook. Pascal Eenkhoorn idem dito. Het hangt er natuurlijk wel vanaf hoe ze gaan koersen, want je moet wel zeven keer over die hellingen.”
Volgens Mollema zijn er namelijk duidelijke favorieten voor het EK. “Dan denk ik vooral aan renners zoals Wout van Aert en Mads Pedersen. Maar als landen als Frankrijk en Italië gaan koersen, dan krijg je hier echt een superzware wedstrijd! Kijk maar naar onze NK’s: als er maar demarrages blijven volgen, dan rijdt er een keer een groep van twintig man weg. En moet je daarachter ook volle bak rijden om ze terug te halen. Dan krijg je een finale van tachtig of negentig kilometer op die rondjes rondom de VAM-berg en het Dak van Drenthe. Voor ons heel zwaar, voor het publiek een prachtig schouwspel. Een EK in Nederland, daar zou ik altijd graag bij willen zijn.”
Mathieu van der Poel
Wereldkampioen Mathieu van der Poel lijkt daarentegen niet naar Drenthe te komen. In hetzelfde weekend vindt in het Franse Elancourt het Test-Event voor het mountainbiken op de Olympische Spelen 2024 plaats. Daarvan heeft MVDP gezegd te willen deelnemen en mogelijk zelfs nog wat wegkoersen te willen toevoegen, waar dat in eerste instantie niet de bedoeling was na het WK. Maar wie weet brengt Drenthe hem met dit gloednieuwe EK-parcours wel op andere gedachten.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.