Parijs-Roubaix is afzien, pijn lijden, vallen en weer opstaan: “Dit is geen wielerkoers, maar een bedevaart”
Parijs-Roubaix is niet zomaar een wielerwedstrijd. De kasseien in Noord-Frankrijk zijn niet zomaar kasseien. De historie van de ‘Hel van het Noorden’ is niet zomaar een historie. Het is veel meer dan dat. Elk jaar wordt weer geschiedenis geschreven op de Vélodrôme van Roubaix. WielerFlits neemt je mee in de grote geschiedenis die Parijs-Roubaix met zich meebrengt.
Over Parijs-Roubaix zijn al hele epistels geschreven. Het is een koers die tot de verbeelding spreekt, maar die de meeste stervelingen ook angst inboezemt. “Parijs-Roubaix begint als een feest, maar eindigt als een nare droom”, zei de Franse journalist Guy Lagorce ooit eens treffend over deze koers.
De ‘Hel van het Noorden’ is met geen enkele andere koers te vergelijken, en net daarom is het voor veel renners zo’n bijzondere wedstrijd. Bos van Wallers, Mons-en-Pévèle, Carrefour de l’Arbre… Voor de coureurs zijn het verschrikkelijke obstakels op weg naar – wellicht – eeuwige roem, voor wielerliefhebbers zijn het haast heilige kasseiwegen.
Met 121 edities is Parijs-Roubaix een van de oudste klassiekers op de wielerkalender. De Franse voorjaarswedstrijd kwam in 1896 tot stand door Theo Vienne en Maurice Perez, twee textielproducenten uit Roubaix. Vienne en Perez zagen het succes van de inmiddels verdwenen wielerkoers Bordeaux-Parijs en wilden zelf ook een koers organiseren.
Een koers die moest eindigen op de wielerpiste, die ze het jaar daarvoor hadden gebouwd, van Roubaix. Ze stapten met hun plan naar de belangrijke Franse krant Le Vélo. Ze waren namelijk van mening de sportkrant nodig te hebben om de wedstrijd te organiseren.
Een redacteur van Le Vélo, Victor Breyer, nam de proef op de som en besloot met de fiets de voorgestelde route te rijden. De weersomstandigheden waren die dag echter zo erbarmelijk, dat Breyer onderkoeld en uitgeput de wielerbaan van Roubaix opdraaide. Zijn conclusie was in eerste instantie dan ook dat het veel te gevaarlijk zou zijn om hier een wielerkoers te organiseren.
Niet veel later kwam Breyer hier echter alweer op terug. En dus was er in 1896 de eerste editie, gewonnen door de Duitser Josef Fischer. Erg veel animo was er nog niet voor die eerste editie, maar daar kwam later wel verandering in.
Parijs-Roubaix groeide al snel uit tot een populaire wedstrijd, doordrenkt met de nodige heroïek. Er zijn al vele heldenverhalen geschreven, maar nergens is er ook zoveel aandacht voor de verliezer. Neem nu het verhaal van Theo de Rooij. De Nederlander wist zich in de editie van 1985 in een veelbelovende positie te manoeuvreren, maar zag zijn winstkansen door een val in rook opgaan.
Na de race ving het Amerikaanse CBS hem op voor een reactie en die liet weinig aan de verbeelding over. “Deze koers, het is onzin! Je slooft je uit als een beest, hebt geen tijd om te pissen, plast in je broek, koerst door, zo door de modder en glijdt dan uit. Het is een hoop stront! Of ik hem opnieuw wil rijden? Natuurlijk, het is de mooiste wedstrijd ter wereld!”
De Rooij wist Parijs-Roubaix uiteindelijk nooit te winnen, in tegenstelling tot acht andere Nederlanders. Peter Post was in 1964 de eerste die dit wist te flikken, gevolgd door Jan Janssen (1967), Jan Raas (1982), Hennie Kuiper (1983), Servais Knaven (2001), Niki Terpstra (2014) en Dylan van Baarle (2022) en Mathieu van der Poel (2023 en 2024).
Aan de opsomming van de Belgische winnaars gaan we maar niet beginnen. Na de overwinning van Cyrille Van Hauwaert in 1908 zijn er nog 56 Belgische zeges bijgekomen. Denk aan drievoudige winnaars Rik Van Looy, Eddy Merckx en Johan Museeuw maar ook Roger De Vlaeminck en Tom Boonen. Zij wonnen vier keer Parijs-Roubaix en delen daarmee het record van meeste overwinningen.
Met drie overwinningen volgen Gaston Rebry, de eerdergenoemde Rik Van Looy, Eddy Merckx en Johan Museeuw en de Zwitserse stoomlocomotief Fabian Cancellara. De laatste jaren triomfeerden ook andere grote kampioenen als John Degenkolb, Greg Van Avermaet, Peter Sagan en Philippe Gilbert op de wielerbaan van Roubaix.
Het is echter ook de race van de onvoorspelbare winnaars, van de verrassingen, van de outsiders die de dag van hun leven kennen. In dat rijtje kunnen we Magnus Bäckstedt (2004), Stuart O’Grady (2007), Johan Vansummeren (2011) en Mathew Hayman (2016) wel scharen.
Parijs-Roubaix is afzien, pijn lijden, vallen, opstaan, vallen en opnieuw opstaan. Het is een aanslag op lichaam en geest. En toch verlangen renners elk jaar weer naar de Hel van het Noorden. Waarom toch? Henri Pélissier gaf in 1919 al het antwoord. “Het is geen wielerkoers, maar een bedevaart.” Of zoals Tom Boonen het ooit zo treffend wist te verwoorden. “Als ik in Roubaix onder de douche sta, begin ik eigenlijk aan de voorbereiding voor volgend jaar.”
Amen.
Laatste winnaars Paris-Roubaix
Parijs-Roubaix staat in het seizoen 2025 gepland op zondag 13 april 2025.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.