Koersen of keuvelen: dit zijn de verschillen tussen Gran Fondo’s en toertochten
Fietstoerisme Toertochten, Gran Fondo’s, cyclosportieven: er zijn tal van verschillende namen om een georganiseerde groepsrit aan te duiden. Alhoewel, het duidt niet allemaal op eenzelfde soort rit. WielerFlits zet op een rijtje wat de verschillen tussen deze wielerevenementen zijn.
Toertochten
In Nederland en België is dit zonder meer de populairste van het stel: de toertocht. Dit is een evenement waarbij je een vooraf uitgezette route fietst, waarbij je vaak de keuze hebt uit verschillende afstanden. Soms staat de route langs de weg aangegeven met bordjes, soms moet je de route zelf volgen middels een fietscomputer. Onderweg zijn er vaak verzorgingsposten (de zogenoemde ravitaillering) en soms is er ook technische ondersteuning voor als je pech hebt.
Tijdens een toertocht zijn de wegen niet gereserveerd voor fietsers en deel je deze dus met ander, ‘regulier’ verkeer. Daarnaast is er geen tijdsregistratie om een klassement op te maken. Wel vindt er soms over kortere segmenten een tijdsmeting plaats; bijvoorbeeld op een klimmetje of een kasseienstrook. Een enkele keer zijn hier prijzen aan verbonden, maar er is dus geen uitslag op de finish zoals bij wedstrijden.
Een toertocht draait dus vooral om de ervaring en om het plezier: je fietst samen met anderen een uitgepijlde route. Dat kan zijn om een bepaalde afstand af te vinken, om een nieuwe gebied te leren kennen of om wat voor reden dan ook.
Gran Fondo/Cyclosportief
Buiten de Lage Landen is ook de Gran Fondo bijzonder populair. Dit is een soort middenweg tussen een wedstrijd en een toertocht: er wordt op de finish een klassement opgemaakt, dus aan de kop van de wedstrijd wordt keihard gekoerst, terwijl achterin de groep vaak meer ontspannen wordt gereden. Bij veel Gran Fondo’s wordt de weg afgezet voor ander verkeer, al is dat niet altijd het geval.
Of je tijdens een Gran Fondo gaat koersen of gewoon rijdt om de gehele afstand te leggen, bepaal je zelf, maar je naam komt hoe dan ook in de uitslag te staan. In sommige gevallen kan dat weer bepalend zijn voor je startrecht het jaar daar op, of bepaalt het of je mag ‘promoveren’ naar een langere afstand.
Net als bij toertochten zijn er onderweg verzorgingsposten, al slaan de echte fanatieke coureurs deze vaak over omdat ze eigen verzorging regelen, om zo min mogelijk tijd te verliezen. Ook daar geldt: je bepaalt zelf of je al dan niet stopt.
Gran Fondo’s worden ook nog wel eens aangeduid als Cyclosportieven (of Cyclosportive in het Frans). In Nederland bestaat er geen enkele Gran Fondo (dat is mede vanwege het gebrek aan politie-ondersteuning), terwijl er in België ieder jaar een paar worden georganiseerd. Vooral in Frankrijk en Italië zijn er echter tal van verschillende Gran Fondo’s, soms zelfs meerdaagse.
Wedstrijden
Gran Fondo’s zijn dus de ideale manier om te proeven van de koers, maar als je het racen écht serieus wil aanpakken, kan je ook nog echte wedstrijden gaan rijden. Dan hebben we het over koersen die onder auspiciën van de KNWU of de UCI worden verreden.
Die wedstrijden worden op verschillende niveaus verreden; te beginnen met het de zogenaamde sportklasse. Voor deze wedstrijden en wedstrijden op de ander niveaus heb je wel de corresponderende KNWU-licentie nodig. Na de sportklasse kan je ook nog kiezen voor een amateurlicentie of een elitelicentie, waarbij het niveau stapsgewijs hoger komt te liggen.
De sportklasse-wedstrijden zijn vooral criteriums, terwijl je met een amateurlicentie ook omlopen kan rijden en met een elite-licentie zelfs kan deelnemen aan enkele klassiekers. Dan moet je wel lid zijn van een club met een elite-ploeg, die voor de betreffende wedstrijden wordt uitgenodigd.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.