Oliver Naesen trekt op andere manier naar voorjaar: “Ik word nu betaald voor een rol als helper”
Interview Oliver Naesen is begonnen aan zijn achtste seizoen voor de WorldTour-ploeg Decatlon AG2R La Mondiale. Waar hij vroeger absolute kopman was, is dat nu niet meer het geval. Nu zal Naesen fungeren als luxeknecht, steeds meer met de focus op etappekoersen. “Ik verdien nu minder dan de vorige jaren. Maar dat staat nog steeds ver van de realiteit van het gewone leven, vertelde hij in gesprek met onder meer WielerFlits.
Naesen rijdt al sinds 2017 voor zijn Franse werkgever. Dat eerste jaar werd hij Belgisch kampioen in Antwerpen, een belangrijke zege uit zijn carrière. Inmiddels is de West-Vlaming 33 en kan hij niet meer op tafel slaan zoals vroeger, zo zegt hij zelf. Ondanks interesses van andere teams koos hij er wel voor om bij te tekenen bij Decatlon AG2R La Mondiale. Naesen neemt ons mee in zijn ontwikkeling en in zijn keuzeproces.
Je hebt bijgetekend voor twee seizoenen. Ik neem aan dat je alles en iedereen nu wel kent bij de ploeg?
“Ja, inderdaad. Ik zit er al het langste van iedereen. Ik ben ook de oudste, blijkbaar. Dat heb ik alleszins geleerd bij een van de bijeenkomsten van de ploeg. Dat was toch even verschieten. Als je naar de geboortejaren kijkt van sommige renners, is dat schrikken. Je hebt hier mannen van 2001, 2002. Dat is natuurlijk een groot verschil met mijn leeftijd.”
Ben je dan een soort klankbord voor de renners geworden?
“Misschien wel. Maar vooral bij de directie eigenlijk. Als er onderling dingen zijn die niet vlot verlopen, wordt er snel aan mij gevraagd om te gaan modereren. Ik fungeer dan een beetje als de verlengde arm van het management, onder de renners dan. Dat is toch die kapiteinsrol die ik nu heb gekregen.”
Je kon de ploeg ook verlaten. Ploegen als Intermarché-Wanty en Lotto Dstny hadden interesse. Waarom koos je ervoor om te blijven?
“Ze kwam allemaal best laat, moet ik zeggen. Ik zei tegen mijn manager dat het goed was waar ik zat, maar dat het ook het moment was om te gaan praten met anderen. Maar hoe dan ook, ik wilde voor de Tour tekenen. De wielerwereld is geen stabiele omgeving, zeker qua zekerheid niet. Ik ben ook niet alleen op de wereld, ik heb een gezin.”
“Er was zeker interesse van die ploegen. Maar de gesprekken hebben niet al te lang geduurd. Dat Arnaud De Lie mij naar Lotto Dstny wilde halen? Ja, dat was een heel leuk compliment. Ik heb hem ervoor bedankt. Maar toen lag mijn keuze eigenlijk al vast.”
Ga je nog voor eigen kansen kunnen gaan bij deze ploeg?
“Onze klassieke ploeg is dit jaar niet echt versterkt. Vooral in de kern voor de grote rondes zijn er sterke jongens bijgekomen. Voor mij blijven de Vlaamse klassiekers natuurlijk zeer belangrijk. Daar vallen ook heel wat punten te rapen. Maar binnen de ploeg denk ik dat er volgend jaar pas weer prioriteit naar de klassiekerkern gaat. Nu zal mijn rol punten pakken zijn. Al zal in het algemeen mijn helpersrol in de etappekoersen de bovenhand nemen op het klassieke voorjaar. Dat gevoel heb ik toch gekregen.”
Dat is iets wat al een tijdje aan de gang is. Ook in de Tour de France ben je een van de luitenanten.
“Ik kan er van meerwaarde zijn, ja. Ik ben in die periode ook vaak beter dan in het voorjaar. Door de jaren heen is dat zo geëvolueerd. Natuurlijk zou ik liever in de schoenen staan van Wout van Aert. Dat is gewoon zo. Maar dat is ook sport. Iedereen wordt beter. Vorig jaar in de Tour had ik het gevoel dat ik beter was dan ooit daar. En dat is natuurlijk wel leuk. Dat is hoopgevend. Je moet het licht zoeken waar het brandt.”
Voor je persoonlijke ambities zal je dus niet meer op de tafel slaan?
“Niet meer op de tafel slaan nee, niet zoals vroeger in ieder geval. Maar uiteindelijk is dat wel waar je ’s ochtends voor uit uit je bed komt. Dat doe ik niet om bidons te gaan aanreiken tijdens de Tour. Dat doe ik echt wel voor zelf het hoogst mogelijke niveau te halen.”
Zal je opbouw dit jaar dan meer richting de zomer liggen?
“Je kan het seizoen wel splitsen in twee delen. Eerst bereid ik me voor op het voorjaar. Dan rijd ik het voorjaar en pak ik even rust. Daarna zal ik in principe de Dauphiné en de Tour voorbereiden. Met stages. Dat is vandaag eigenlijk de enige manier die werkt. En als je tussendoor een koers meepakt, moet je goed zijn. Anders wordt je naar huis gereden.”
Hoe kijk je terug naar vorig jaar?
“Qua uitslagen was dat een zeer slecht jaar. Maar qua niveau was ik wel deftig. En nu word ik betaald voor die helpersrol in de etappekoersen, dus dat is toch anders. Natuurlijk betekent dat dat ik financieel ook minder verdien. Maar ook dat is sport. In de sport werken ze niet met anciënniteit. Je gaat naar de piek van je carrière en daarna ga je weer naar beneden. Dat betekent echter niet dat ik dat contract niet graag getekend heb. Dat was nog steeds met een grote smile.”
“Het is anders dan de vorige jaren, dat zeker. Maar het is nog altijd ver van de realiteit van het gewone leven. Confronterend is het dus zeker niet. Als je stopt met het wielrennen en een ‘gewoon loon’ krijgt, dat zal confronterend zijn.”
Waarop mogen we je aan het einde van het seizoen afrekenen?
“Uitslagen tellen altijd. Het is toch belangrijk om terug wat meer deftige uitslagen neer te zetten. Het is niet leuk als de resultaten uitblijven als je wel een deftig niveau haalt. Dat hoop ik dit jaar dus anders te doen. Dat zal wel altijd op mijn manier zijn, al harkend. Het is voor mij altijd harken geweest.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.