Simon Carr vindt Tour of the Alps niet meer voldoende: “Wil eindelijk die WorldTour-zege”
Video Simon Carr is zo’n renner die je eens in de paar maanden bovenin de uitslag van een wedstrijd tegenkomt. Erg constant is de 25-jarige Brit van EF Education-EasyPost (nog) niet, maar als hij wint, doet hij dat liefst op een indrukwekkende manier. Zijn lange solo in de vierde etappe van de Tour of the Alps zet die stelling opnieuw kracht bij. Achteraf verscheen Carr nog even voor onze camera.
“Het was een zware dag. Al in de eerste kilometers was ik een van de eersten om aan te vallen”, legt Carr uit. “Ik heb vanaf daar hard gereden en heb het allemaal op mij af laten komen. In de eerste ontsnapping had ik Hugh (Carthy, red.) ook nog bij mij. Hij kon een goed tempo opleggen, maar daarachter begonnen de kopmannen ook al vroeg te koersen. Daarom voelde ik me al vrij vroeg genoodzaakt om zelf te gaan. Het zou een solo van veertig kilometer worden. Dat maakte het een extra zware dag, maar ik ben blij met de uitkomst.”
Wat gaat er door je heen als je zo lang helemaal alleen voorop rijdt?
“Op het vlakke moest ik aerodynamisch blijven en regelmatig goed op de pedalen blijven staan. Mijn ploegleider Juan Manuel Garate hield me goed op de hoogte over de rest van het parcours. Eerst volgen er zo veel kilometer omhoog, dan vlakt het weer wat af. Zo kon ik het resterende deel van deze rit telkens met kleine stapjes bekijken. De vallei met tegenwind was mentaal het zwaarste, maar met de hulp van Garate, kon ik gefocust blijven. Dat was de sleutel tot succes.”
In het klassement stond je al op ruim 38 minuten na drie etappes. Was het een bewuste keuze om zo veel tijd te verliezen in de eerste dagen, om in deze zware slottweedaagse meer ruimte te krijgen in de vroege vlucht?
“Zeker niet, integendeel zelfs. Mijn doel voor deze week was een goed klassement rijden. Ik was zó goed voorbereid op deze wedstrijd. Ik ben drie weken op hoogte gaan trainen, mijn vriendin kwam zelfs met me mee om voor mij te zorgen, zodat ik in alle rust mezelf kon voorbereiden op deze wedstrijd en de Giro.”
“Maar de dag dat ik hier toekwam, begon ik af te zien door allergieën. De eerste twee etappes was ik een van de slechtste renners in de wedstrijd, wat best een zware klap voor me betekende. Toch ben ik blijven geven wat ik kon, en vandaag was een nieuwe dag. Ik vroeg me af of ik nog fit zou zijn, maar de ploeg bleef het vertrouwen in me te houden. Het klinkt misschien vreemd, maar de regen van de derde rit heeft me goed geholpen. Vandaag was ik terug op mijn echte topniveau. In de juiste omstandigheden had ik een goed klassement kunnen rijden, maar het was niet meant to be. Dan is een ritwinst ook mooi.”
Ook vorig jaar won je in de Tour of the Alps na een lange solo. Wat zorgt ervoor dat je zo’n speciale band hebt met dit rondje?
“Het is een wedstrijd die me uitstekend ligt. Je kan jezelf hier niet verstoppen. Je vindt er alleen maar zware etappes, met veel klimmen en dalen. Dat zijn dingen die ik nu eenmaal goed kan. Er is ook alle ruimte om in ontsnappingen te gaan, daar alles te geven en voorop te blijven. Dat lijkt een simpele tactiek (lacht), maar het werkt toch goed, blijkbaar.”
Vorig jaar kon je die topvorm niet doortrekken in de Giro, want je kwam er helemaal niet aan de start. Dit jaar moet je daar toch gewoon heen?
“Ik ga er inderdaad rijden. Ik ben goed voorbereid en ik hoop dat ik een etappe kan winnen. Dat is mijn doel, alleszins. Ik heb al een paar keer op dit niveau gewonnen, en een WorldTour-race of een etappe in een grote ronde winnen, lijkt nu de volgende stap voor mij. Vorig jaar kreeg ik Covid-19 na deze ronde. Ook al was de Giro toen niet gepland voor mij, ik had om die reden sowieso niet kunnen gaan. Ik heb zo geen enkele grote ronde gereden vorig jaar. Dit jaar kijk ik er echt naar uit om weer drie weken te koersen, en hopelijk kan ik meestrijden voor die etappewinst.”
Je lijkt een aanvaller pur sang. Waarom liggen die lange, aanvallende inspanningen je zo goed?
“Misschien zit mijn afkomst er voor iets tussen. Ik ben origineel afkomstig uit Wales, maar ik ben opgegroeid in Frankrijk. Zo kreeg ik enerzijds die Britse, vrij wetenschappelijke benadering mee, maar ook de Franse, die meer old school gericht is op aanvallen. Dat is een goede mix om te hebben. De Britse aanpak is goed, maar het komt tegenwoordig ook neer op mentale skills en doorzetten. Dat zie je nu eenmaal niet op een computer.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.