Video Mathieu Hermans wist ‘slechts’ één Touretappe te winnen, maar sprintte in de Vuelta a España maar liefst negen keer naar een ritzege. In de Barbershop van Alpecin probeert de voormalig spurter te verklaren waarom het winnen van een etappe in de Tour de France zoveel moeilijker is.

Een must-have voor wielerfans! Op 20 september verschijnt er weer een nieuwe RIDE Magazine. Onze 172 pagina’s dikke najaars-editie staat weer vol met prachtige wielerverhalen om heerlijk van te genieten. Bestel jouw exemplaar nu online voor slechts € 9,95. Snelle beslissers ontvangen 15 euro korting bij FuturumShop. RIDE extra voordelig lezen? Neem dan nu een abonnement en krijg 20% korting!

“De Vuelta lag me gewoon beter”, opent Hermans. “Die ronde lag in het voorjaar en in de Tour zijn alle renners op het best van hun kunnen. Bovendien wordt er heel nerveus gekoerst. En er zijn minder sprintaankomsten.”

“Ik vergelijk een etappe in de Tour de France eigenlijk elke dag met een wereldkampioenschap”, vervolgt de Noord-Brabander. “In de Vuelta heb je toch al wat sneller dat er een klassement is gemaakt en de wegen waren wat breder, dus het was iets minder nerveus, waardoor je makkelijker kon positioneren voor de sprint.”

Mathieu Hermans reed bijna zijn hele loopbaan in Spaanse dienst, waaronder bij Caja Rural – foto: Cor Vos

“Het maakte me eigenlijk niet zoveel uit waar ik won, je kwam toch overal dezelfde renners tegen”, geeft de voormalig sprinter aan. Al is de Tour de France volgens Hermans wel wat groter dan de Vuelta. “Natuurlijk hangt er heel veel om de Tour heen, de druk en alle pers. Dus die overwinning was toch wel een bekroning op mijn carrière.”

“Want als klein rennertje deed je natuurlijk Joop Zoetemelk of Eddy Merckx na, met de handen in de lucht. Dus als je dat later in de Tour mag doen. Dan is dat wel een beetje een jongensdroom die uitkomt”, sluit hij af.