Met de finish in zicht: loodzware Cime de la Bonette siert het slot van de Tour
Fietstoerisme De renners in de Tour van 2024 wacht een loodzwaar laatste weekend. De atypische finish in Nice biedt kansen om ‘nog even’ een paar zuidelijke Alpencols te nemen op luttele kilometers van de eindstreep. Ook voor wielertoeristen biedt dat een aangename kennismaking met bergpassen die niet zo vaak op de bucketlist figureren, zoals de Cime de la Bonette.
De Cime de la Bonette is de meest in het oog springende klim van de laatste dagen van de Tour. Slechts vier keer eerder was de klim opgenomen in het parcours. In de klassieke tijden van de Ronde kwam Federico Bahamontes twee keer als eerste boven, wat meteen aangeeft met wat voor klim we te maken hebben. In 1993 bereikte Robert Millar als eerste de top.
De laatste keer dat de Tour over de Bonette ging was in 2008. Toen kwam een onbekende jongeling uit Zuid-Afrika als eerste boven. John-Lee Augustyn ontdekte dat het beklimmen van de Bonette een ding is, maar het afdalen een ander. Al na een paar bochten reed hij rechtdoor in plaats van rechtsaf en duikelde de bergwand af.
Gelukkig voor hem kwam hij snel tot stilstand, in tegenstelling tot zijn fiets. Die duikelde verder het dal in en niemand die het risico wilde nemen om het karretje op te halen. Langs de kant van de weg zag Augustyn de ene na de andere renner voorbijkomen, tot zijn ploegleider een nieuwe fiets kon geven. Weg was de ritzege. Overigens was Augustyn niet de enige die in de afdaling in de problemen kwam. Ook Rabobank-kopman Menchov verloor er tijd. Of dat komt omdat hij tijdens de verkenningen van de rit de afdaling in de auto deed? We zullen het nooit zeker weten (maar we denken van wel).
Toen reden de renners van zuid naar noord over de berg, nu doen ze ‘m andersom. Maakt voor het dalen niet uit. De Bonette is een tricky ding. Natuurlijk, dalen is altijd risicovol. Maar bij de Bonette overschrijden de renners een hoogte van 2802 meter en dat merk je in je zuurstofhuishouding. Bochtentechniek is in de ijle lucht anders dan op zeeniveau.
Troostprijs
De top van de Bonette is de grens van de departementen Alpes-de-Haute-Provence en Alpes-Maritimes. Met een beetje fantasie kun je op de top van de Bonette de finishplaats van de Tour, Nice, honderdtwintig kilometer verderop zien liggen. De renners gaan echter in het dal linksaf naar Isola 2000, een stukje de Col de la Lombarde op. Daarna volgen nog twee etappes in de Alpes-Maritimes.
Cime de la Bonette, Jausiers, France
• Distance: 23 km, Elevation: 1571 m, Avg. Grade: 6.8 %
Wie de klimstatistieken van de Bonette erbij pakt, ziet een typische Alpencol. Vanuit de richting van Barcelonnette is de klim gemiddeld 6,6 procent, met een maximum stijgingspercentage van 10. Wel ben je 23 kilometer omhoog aan het tokkelen. Wat het zwaar maakt is de enorme hoogte van de klim en de verdunde lucht die daarmee komt. Over die hoogte is wel wat te doen. De officiële pashoogte van de Bonette is 2.715 meter. Dat was echter niet genoeg om het predicaat ‘hoogste geasfalteerde weg’ te krijgen, dus werd er een stukje aangemaakt: de Cime de la Bonette. Daarmee kom je uit op 2.802 meter.
Verkijk je trouwens niet op dat extra lusje, want dat is echt retesteil op die hoogte. In weerwil daarvan verdient de klim het genoemde predicaat nog steeds niet, want de Ötztaler Gletscherstrasse is nog een paar meter hoger. En de Pico Valeta in de Spaanse Sierra Nevada is de hoogste doorgaande bergpas. Als troostprijs is het wel de hoogste doorgaande geasfalteerde weg. Waarschijnlijk maakt het voor de renners in de Tour geen bal uit. Afzien is afzien.
Col de la Bonette
In de nieuwe RIDE Magazine (€9,95) lees je een uitgebreide kennismaking over deze reus met de absolute top op meer dan 2.800 meter hoogte. Lees het verhaal in het 236 pagina’s tellende blad van RIDE, waar ook alles over het wielrennen op de Olympische Spelen en de Tour de France Femmes staat. Bestel jouw exemplaar van het zomernummer 2024 van RIDE Magazine hier!
Om te reageren moet je ingelogd zijn.