Wout van Aert na brons op olympische tijdrit: “Ik hoor er weer bij”
Interview Ergens had hij al een beetje afscheid genomen van de tijdrijder in zichzelf. Zilver op de WK’s in 2020 en 2021 en brons op het EK in 2023 waren de laatste echte wapenfeiten van Wout van Aert tegen de klok. Zelf verwachtte hij dat mannen als Evenepoel, Ganna en Tarling op een veel hoger niveau dan hem zouden zitten. “Het verrast me dat ik me nu toch weer tussen hen nestel”, zei hij opgelucht na het brons op de olympische tijdrit in Parijs.
Hoe vaak heeft Wout van Aert het eremetaal op de grote toernooien niet vervloekt. Als je naar de Olympische Spelen, WK’s en EK’s kijkt, dan heeft hij al negen medailles op zak. Nooit slaagde hij er echter in om het goud te winnen. Toch voelt het brons van Parijs 2024 ditmaal voor hem als een overwinning. En zo mag het ook zeker voelen.
“Deze medaille betekent veel voor mij”, vertelt Van Aert op de persconferentie na de olympische tijdrit in het Grand Palais. “Niet alleen door de zware val in het voorjaar is het voor mij heel bijzonder om hier weer een hoofdprijs te pakken.”
“De Olympische Spelen zijn het grootste evenement dat er is voor sporters. Voor wielrenners is het misschien een beetje ondergewaardeerd omdat het deel uitmaakt van het seizoen. Als je hier bent, dan realiseer je je weer dat het een stuk groter is dan alle andere wedstrijden. Ik ben trots dat ik opnieuw een medaille win.”
Op de Zomerspelen in Tokyo wist Van Aert achter Richard Carapaz het zilver op de wegwedstrijd te winnen. In de tijdrit rondom de Fuji Speedway bleef hij enkele dagen later op de zesde plaats steken.
“Dit is een heel andere ervaring dan in Tokyo waar geen toeschouwers waren en ook de familie niet mee kon komen. Het gevoel van dit brons is nu heel anders. Ik hoopte in de tijdrit op een medaille, maar dacht niet dit realistisch was. In mijn ogen waren er zeker drie renners sterker dan ik. In Tokyo had ik voor de wegwedstrijd juist alle vertrouwen dat het wel kon lukken.”
Gedegradeerd
Als het om de medailles ging, leek het of de tijdrijder Van Aert naar de tweede laag in de rangorde was gedegradeerd. In het rijtje met mannen als Küng en Bissegger, terwijl nieuwe jongere renners als Tarling, Ayusso en Sheffield soms als een komeet omhoog schoten. Daarom vond Van Aert het niet realistisch om op het olympische podium op de Pont Alexandre III te klimmen.
“De laatste twee seizoenen voelde het alsof het in de tijdritten steeds moeilijker werd om tegen die echte specialisten op te boksen. Alsof de kloof groter was geworden. Het is mooi om nu weer tussen de allerbesten in te staan.”
Ook had hij in tegenstelling tot onder anderen Ganna en Tarling niet de mogelijkheid om zich specifiek op de tijdrit voor te bereiden. In de wintermaanden legde hij de basis op zijn nieuwe ‘tijdritmonster’ met twee dichte wielen. Door zijn zware val in Dwars door Vlaanderen werd zijn hele seizoensplanning om zeep geholpen. De bedoeling was om de Giro d’Italia te rijden om zich daarna op het olympische avontuur toe te leggen. Nu werd het een race tegen de klok om de Tour de France te halen om in ieder geval competitie in zijn benen te hebben.
“Ik had gehoopt dat ik richting de Spelen aan de details op de tijdritfiets kon werken. Juist omdat ik altijd te veel doelen heb om me op te focussen, heb ik me nooit voor een groot toernooi een maand specifiek kunnen toeleggen op het tijdritten. Door de val kwam de Tour er tussen en heb ik nu ook niet genoeg aan de tijdrit kunnen werken. De nieuwe fiets is super snel en alleen al met de twee dichte wielen hadden we in de winter getest dat ik 17 watt kan winnen. Dat ik met deze beperkte training er toch tussen sta, geeft veel vertrouwen.”
Al was het vooral alle ellende van het voorjaar die hem na de tijdrit emotioneel maakte. Een Amerikaanse journalist vroeg hem hoe het komt dat Van Aert zich steeds na zware valpartijen en tegenslagen weet terug te vechten.
Er verschijnt een glimlach op zijn gelaat. “Dat is mijn karakter. Soms denk ook ik wel eens ‘nu heb ik er genoeg van’, maar de volgende dag ga ik er toch weer tegenaan. Ik ben wat dat betreft enorm gedreven. Misschien ook wel omdat fietsen het enige talent is dat ik heb. Dit brons is voor mij het bewijs dat ik er gewoon weer bij hoor.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.