Demi Vollering wil niet denken aan ‘wat als’ na tweede plaats: “Maakt me heel verdrietig”
Interview Demi Vollering was na afloop van de zinderende ontknoping in de Tour de France Femmes aangeslagen. De Nederlandse renster noemt op de persconferentie haar tweede plaats ‘verschrikkelijk zuur.’ Tegelijkertijd is er ook trots. “Dit was mijn beste Tour de France ooit”, aldus Vollering.
Demi, hoe voel je je na deze dag?
“Op dit moment niet zo goed.”
Kun je daar misschien iets meer over vertellen?
“Ja, ik voel me ten eerste helemaal leeg na vandaag, maar ik ben ook heel teleurgesteld omdat ik net niet het klassement heb kunnen winnen. Dat is verschrikkelijk zuur.”
Kun je ons meenemen naar je gedachten tijdens de wedstrijd, met Pauliena die niet overnam en de tijdsverschillen die continu veranderden.
“Ik wilde gewoon racen vandaag en alles geven, dus dat heb ik gedaan. Mijn team heeft het geweldig gedaan door met vier man mee te zitten in de vlucht. Dat was het plan en we hoopten dat ze over de Glandon zouden geraken zodat ze me konden helpen in de vallei, maar helaas mocht dat niet zo zijn. Op de Glandon heb ik aangevallen en toen kon alleen Pauliena volgen. Ze was heel sterk, maar ik moest mijn eigen wedstrijd rijden. Ik moest zo snel mogelijk afdalen en in de vallei wilde Pauliena niet altijd overnemen. Als je daar met twee kunt samenwerken, dan is het makkelijker om met een groter gat aan de voet van de Alpe d’Huez te komen.
Na de Glandon had ik veel last aan mijn rug. Ik denk dat dat ook nog te maken heeft met de valpartij van een aantal dagen geleden, toen ik op mijn kont viel. Mijn rug was heel stijf en met al het klimmen vandaag deed het echt pijn. Op de Alpe d’Huez was ik helemaal leeg. Ik heb alles geprobeerd om weg te blijven. Dat lukte, maar dat ik het klassement dan niet win is heel jammer.”
Dacht je op de top van de Glandon dat je de Tour ging winnen?
“Ik had een groot gat, maar ik hoopte dat het iets het groter zou zijn. Het moest in de laatste koersuren man tegen man worden voor mij, zodat er minder rensters konden samenwerken in de vallei. Nu was Lucinda Brand er bijvoorbeeld nog om veel werk te verrichten in de achtervolgende groep, waardoor het moeilijker was voor mij om het gat groot te houden.”
Je hebt veel tijd verloren in de vijfde etappe. Hoe kijk je daar nu op terug?
“Dat is wielrennen. Soms win je en soms verlies je. Natuurlijk zijn er veel wat als-vragen die rondspoken in mijn hoofd. Wat als ik eerder was opgestaan? Wat als ik eerder op de fiets was gestapt? Wat als ik Puck had geklopt in Luik? Wat als ik zaterdag eerder had aangevallen? Ja… Ik kan er lang over nadenken… Maar dat maakt me heel verdrietig… (stilte) De manier waarop ik vandaag heb gekoerst maakt me heel trots.”
Wist je op de laatste klim wat de tijdsverschillen waren en hoeveel seconden je nog moest goedmaken?
“Ik probeerde gewoon zo hard mogelijk te rijden, maar ik was helemaal leeg. Natuurlijk zag ik dat het gat eerst groter werd en later juist kleiner. Voor de Alpe d’Huez zag ik dat het veertig seconden was en op een gegeven moment heb ik ook nog gezien dat het een minuut en tien seconden was. Ik zag het gat steeds groeien en kleiner worden, het was zo’n zwaar gevecht. Ik was ook nog bang voor Pauliena. Ik moest van haar winnen vandaag, want anders zou zij voor me blijven in het algemeen klassement.”
Het was geweldig spannend. Het verschil is nog nooit zo klein geweest in de Tour de France. Maakt dat je niet ook trots?
“Ik heb twee etappes gewonnen en ik ben ook nog tweede en derde geworden. Het was mijn beste Tour, dus daar moet ik trots op zijn. Dat ik niet win door de val, is heel verdrietig maar ook onderdeel van de sport. Het is heel jammer, maar ja…”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.