zaterdag 31 augustus 2024 om 09:45

Fabio Jakobsen kijkt stiekem al vooruit naar 2025: “Het was dit jaar niet goed genoeg”

Video Fabio Jakobsen voelt zich weer goed op de fiets. En dat alleen al is veel waard voor de 28-jarige sprinter van dsm-firmenich PostNL, die niet het seizoen heeft kunnen rijden dat hij voor ogen had. Jakobsen en zijn nieuwe ploeg probeerden onderweg verschillende malen bij te sturen, maar het werk is nog niet af, vertelt de Nederlandse snelle man voor onze camera.

Het is voorlopig niet het seizoen van Fabio Jakobsen. Tijdens de voorjaarskoersen ontbrak het hem vooral aan automatismen met zijn nieuwe ploegmaats, nadat Jakobsen eerder zes jaar lang bij Soudal Quick-Step en zijn voorgangers sprints won. Hoewel hij vlak voor de Giro zijn eerste seizoenszege boekte in de Ronde van Turkije, werd de Italiaanse ronde een lijdensweg. Jakobsen vocht dag na dag tegen zichzelf in de bergen en kwam geen enkele keer aan sprinten toe. “Ik was iets te weinig wielrenner”, zei hij daar later tegen onze website over. Een valpartij in de sprintvoorbereiding bracht na 11 ritten zijn Giro ten einde.

Met een betere voorbereiding en 3 kilogram lichter, trok Jakobsen naar de Tour. Daar sprintte hij in de openingsweek naar een zevende en vijfde plaats, maar ook nu speelden de vele klimkilometers hem parten. Zeker omdat Jakobsen ook nog ziek werd, waardoor hij tijdens de twaalfde etappe noodgedwongen in de ploegleidersauto moest stappen.

“Ik denk dat ik in de Tour wel heb laten zien dat het beter was dan in de Giro”, zegt Jakobsen. “Ik zat natuurlijk nog steeds achteraan in de bergetappes, maar dat zal nooit veranderen. Ik denk dat het niveau in de Tour ook weer net wat hoger was. Maar ik heb laten zien dat ik me in de sprints in ieder geval twee keer heb kunnen mengen. Iets wat in de Giro niet lukte. Daar wordt op geëvalueerd en volgend jaar gaan we weer proberen te verbeteren. Dan wil ik graag weer ergens meesprinten voor de winst.”

Volgens Jakobsen zal hij zich dan wel moeten aanpassen aan ‘het nieuwe normaal’ in het steeds sterkere peloton. “Er is zeker nog altijd een plaats voor de pure sprinters in het peloton, maar ik denk dat het iets aan het opschuiven is. Ik vind Jonathan Milan bijvoorbeeld ook meer dan een sprinter. Tim Merlier en Olav Kooij kunnen toch ook in de klassiekers een tijd mee. En mannen zoals Dylan Groenewegen, Jasper Philipsen en Biniam Girmay zijn ook heel wat beter bergop. Maar ik moet ze toch kunnen volgen in de gruppetto. Als je die dagen beter doorkomt, kun je ook weer meer in die sprints leggen.”

Jakobsen moest de Giro verlaten na een val – foto: Cor Vos

Met andere woorden: Jakobsen moet werken aan meer dan zijn sprint alleen. “Ik denk dat je zeker als pure sprinter niet uit het oog mag verliezen dat je sommige ritten, zoals het openingsweekend in de Tour dit jaar, en de venijnige heuveltjes in de Giroritten, toch moet kunnen overleven. Daar was ik dit jaar gewoon net niet goed genoeg voor .Je moet niet alleen ook goed bergop kunnen rijden als sprinter, maar je algehele conditie en volume moeten gewoon op punt staan. Veel sprinters gaan met hun ploegen mee op trainingskampen op hoogte. En er wordt gewoon harder gereden, de gemiddeldes gaan omhoog. Zowel qua wattage als snelheid. We moeten mee, en ik dus ook.”

“Ik ga goed moeten kijken wat er echt nodig is in een grote ronde. Dit jaar is wat ik kan op de fiets niet goed genoeg. Dus dan zullen we daar iets meer aan moeten werken. Achter de schermen loopt dat wel. Maar het is voor de ploeg ook zoeken. Ik ben natuurlijk nieuw voor ze. Ik heb misschien net wat anders nodig dan andere renners. Maar het is wel hoopvol om te zien dat Tobias Lund Andresen, Casper van Uden en Pavel Bittner wel kunnen winnen. Maar goed, we willen winnen op het hoogste niveau. Met mij. En dat is in de WorldTour-koersen, het voorjaar, de Tour en eventueel de Giro.”

Voor buitenstaanders lijkt het misschien gek dat Jakobsen op zijn 27e nog zo veel over zijn eigen lichaam bijleert. We spreken immers over een renner die een Tourrit, vijf Vueltaritten en een Europese titel op zijn palmares heeft en al zes jaar ervaring op het hoogste niveau. “Ik word dit weekend 28 en natuurlijk ben je dan nog lang niet uitgeleerd. En het is ook relatief natuurlijk. Als je vijfde en zevende kunt worden, is een eerste plaats niet heel ver weg. Uiteindelijk is sprinten het enige wat ik echt kan bij de profs, in de rest zal ik altijd een van de slechtsten zijn. Maar we willen weer winnen met dat sprinten. Dan moeten we aan alles werken.”

Een echte oorzaak benoemen vindt Jakobsen lastig. “Het was alles bij elkaar. Dan mis je net een paar procenten, en dat voel je in de topsport keihard. Ik denk dat het allemaal op te lossen is. Alleen, je moet er eerst achter komen wat het dan is. Ik weet het zelf wel ongeveer, maar uiteraard ook nog niet helemaal. Dan wordt het samenwerken met de mensen die er verstand van hebben. Met mijn eigen gevoel en inzicht ook. En dan moet het wel goedkomen richting volgend jaar.”

Deze week kan de sprinter zich in de Renewi Tour nog eens uitleven op het hoogste niveau. “Ik heb even wat rust genomen na de Tour, daarna weer begonnen met trainen. Ik heb hier naartoe gewerkt en ook nadien staan er nog een aantal wedstrijden op het programma, ik wil echt nog graag een goed einde seizoen draaien. En dan stiekem al een beetje naar volgend jaar kijken. Mijn grootste doelen zijn achter de rug. Maar ik voel me op zich wel oké. Ik had een goed gevoel weer voor de eerste keer in koers in de warmte. Maar nu komen er twee kansen. Koersen is wat ik het liefste doe, dus ik ga er wel voor.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.