EK tijdrijden voor beloften heeft rijkere historie dan EK tijdrijden voor profs
Alec Segaert - foto: Cor Vos
Youri IJnsen
vrijdag 6 september 2024 om 10:45

EK tijdrijden voor beloften heeft rijkere historie dan EK tijdrijden voor profs

Waar het EK tijdrijden voor profs nog echt moet winnen in aanzien, is hetzelfde kampioenschap voor beloften al jarenlang een grote prijs in het U23-circuit. Dat komt omdat de historie van deze wedstrijd veel langer doorloopt en bijna twintig jaar ‘ouder’ is dan het EK voor de profs. WielerFlits neemt je mee in de geschiedenis.

Waar het EK voor profs pas in 2016 werd geïntroduceerd, werken de beloften al sinds de invoering op het WK van 1996 Europese kampioenschappen af. Dat betekent dat in 1997 dus voor het eerst een renner zich een jaar lang de beste tijdrijder van Europa mocht noemen. De boomlange Guillaume Auger (1 meter 95 groot) was destijds de allereerste winnaar ooit. De Fransman werd het jaar erop prof bij BigMat-Auber ’93, waarmee hij in 2001 de Tour de France reed. Drie jaar later deed hij dat nog een keer in het shirt van R.A.G.T.-MG Rover, maar in 2005 beëindigde hij zijn carrière. Op de erelijst van Auger staan vijf profzeges.

Toeval of niet, ook de winnaar van 1997 werd prof bij BigMat-Auber ’93. Oleg Zhukov won dat jaar als nobele onbekende, voor naar later bleek goede profs: Marco Pinotti en László Bodrogi. Net als Auger, zou ook Zhukov geen lang profbestaan opbouwen. Dat geldt tevens voor Martin Čotar, die niet verder kwam dan twee seizoenen voor Post Swiss. De Kroaat won in 1999 en werd later in zijn carrière meervoudig Kroatisch kampioen tijdrijden. In hetzelfde jaar dat hij Europees kampioen tijdrijden bij de beloften werd, werd hij in dezelfde discipline wereldkampioen onder de militairen. In 2000 won de eerste ‘grote’ naam: Evgeni Petrov.

Evgeni Petrov werd in 2000 ook wereldkampioen U23, voor twee ‘anderen’ – foto: Cor Vos

De Rus werd een jaar later prof bij Mapei-Quick-Step en was later in zijn carrière ook actief voor grote en bekende ploegen als iBanesto.com, Saeco, Lampre, Tinkoff, Katusha, Astana en Tinkoff-Saxo. Toch moeten we naar het jaar 2008 voordat we weer een écht bekende naam op de erelijst tegenkomen. Toen won Adriano Malori, die in datzelfde jaar ook wereldkampioen U23 werd. De Italiaan groeide ook bij de profs uit tot een zeer erkentelijk tijdrijder, getuige onder andere een tweede plaats op WK van 2015. Een zware valpartij in de Vuelta a San Luis 2016 zorgde anderhalf jaar daarna echter voor het einde van zijn carrière.

Weer een jaar later – we schrijven 2009 –  ging de titel naar Marcel Kittel, die zijn sprintersbenen toen nog moest ontdekken. Hij was slechts enkele honderdsten van een seconde sneller dan Timofey Kritskiy. Het was dat jaar sowieso spannend, want Rasmus Quaade werd derde op een seconde. De Deen zou drie jaar later wél winnen; tussendoor pakten Alex Dowsett en Yoan Paillot het goud. Recordhouder is overigens Dmytro Gabrovskyy, die als Oekraïner won in 2005 en 2006. Later neutraliseerde hij zich tot Israëliër. Hij werd ook wereldkampioen U23 op de weg (2005). Gabrovskyy overleed echter in januari 2017 aan een hartaanval.

De laatste tien jaar wonnen hier over het algemeen toch de topfavorieten. Onder meer Victor Campenaerts, Stefan Küng, Lennard Kämna, Kasper Asgreen, Edoardo Affini en Andreas Leknessund zijn uitgegroeid tot goede profs, waarbij de meesten hun volle potentieel nog niet eens bereikt hebben. Voor Steven Lammertink bleek het zijn hoogtepunt uit een korte carrière. Na zijn titel werd hij prof bij LottoNL-Jumbo, maar daar kwam hij totaal niet uit de verf. Ook bij Vital Concept kon het jongere broertje van Maurits nooit doorbreken, waarna hij in 2019 geen nieuw profcontract meer kreeg. 

De laatste jaren kreeg Grabovskyy overigens een mede-recordhouder. In 2019 (Alkmaar) en 2021 (Trente) pakte Johan Price-Pejtersen de titel, wat hem op gelijke hoogte bracht met de Oekraïner. In dat laatste jaar werd de boomlange Deense tijdritspecialist overigens ook wereldkampioen tijdrijden bij de beloften. Daarmee verdiende hij een transfer van Uno-X naar Bahrain Victorious. In 2023 voegde Alec Segaert zich bij de overleden Oekraïner en de Deen, door in Emmen te winnen na een jaar eerder in Sangalhos.

Mede-recordhouder Price-Pejtersen won het EK 2019 in Nederland voor Mikkel Bjerg en Stefan Bissegger – foto: Cor Vos

Laatste tien winnaars flag-europe EK tijdrijden U23
2023: flag-be Alec Segaert
2022: flag-be Alec Segaert
2021: flag-dk Johan Price-Pejtersen
2020: flag-no Andreas Leknessund
2019: flag-dk Johan Price-Pejtersen
2018: flag-it Edoardo Affini
2017: flag-dk Kasper Asgreen
2016: flag-de Lennard Kämna
2015: flag-nl Steven Lammertink
2014: flag-ch Stefan Küng

Steven Lammertink werd Europees kampioen in 2015, voor Marlen Zmorka en Max Schachmann – foto: Cor Vos


Het EK tijdrijden voor beloften is dit jaar op 11 september 2024.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.