Er is een nieuwe Noorse wielerploeg in de maak. Onder leiding van oud-prof Kurt-Asle Arvesen zal de formatie – als ze op tijd de financiering rondkrijgen – volgend jaar beginnen op continentaal niveau. Dat laat Arvesen weten aan het Noorse TV2.

De inmiddels 49-jarige Arvesen is gepokt en gemazeld in het wielermilieu. De Noor reed zelf jarenlang in het profpeloton en voor grote ploegen als Team CSC (2004-2008), opvolger Saxobank (2009) en Sky (2010-2011). Op zijn erelijst prijken twintig profoverwinningen. Zo won hij twee ritten in de Giro d’Italia, de E3 Prijs Vlaanderen en een etappe in de Tour de France. In 1997 werd hij in het Spaanse San Sebastián bovendien wereldkampioen bij de beloften.

Arvesen bleef na zijn wielerloopbaan actief in het peloton, maar dan als ploegleider. Hij was vanaf dag één betrokken bij Uno-X Mobility en een van de drijvende krachten achter het succesverhaal van de ploeg, maar Arvesen kreeg onlangs te horen dat er geen plek meer voor hem is. Nu de oud-renner afscheid moet nemen van Uno-X Mobility, wil niet zeggen dat hij uit de wielersport verdwijnt.

“De ambitie is er om uit te groeien tot een ProTeam”
Samen met Markus Lærum staat hij namelijk aan de basis van een nieuwe Noorse wielerploeg. “Ik kan ze helpen met allerlei praktische zaken, zoals het geven van advies over hoe je een wielerploeg vanaf nul kunt opbouwen. Zoals we acht jaar geleden deden met Uno-X. Het is belangrijk om de dingen stap voor stap te doen en niet te pushen. De ambitie is er wel om in de toekomst uit te groeien tot een ProTeam”, schetst Arvesen.

Jonas Abrahamsen – hier in de bollentrui – maakte indruk in de voorbije Tour – foto: Cor Vos

“Ik wil graag het Noorse wielrennen verder stimuleren en vooruit helpen. Jonas Abrahamsen is daar het beste voorbeeld van. Hij begon binnen onze ploeg en liet zich deze zomer – in de Tour de France – aan de hele wielerwereld zien. Zonder Uno-X zou hij nooit zijn gekomen waar hij nu is”, meent Arvesen, die benadrukt dat de nieuwe ploeg niet zal concurreren met Uno-X Mobility. Hij ziet zijn team eerder als een opleidingsinstituut.