Philipsen en Merlier mogen allebei sprinten op EK: “De ploeg zal een beetje verdeeld zijn”
Interview De keuze van Sven Vanthourenhout om met zijn twee topsprinters naar het Europees kampioenschap in eigen land te trekken, blijft de gemoederen bedaren. Op de persconferentie van de Belgische ploeg was het duo-kopmanschap hét gespreksonderwerp. Maar Jasper Philipsen bleef opvallend koeltjes over zijn gedeeld leiderschap met Tim Merlier.
Even recapituleren: Jasper Philipsen stond maandenlang bovenaan het lijstje van Belgisch bondscoach Sven Vanthourenhout voor dit kampioenschap. Philipsen koest zondag in eigen provincie en toonde zich zowel in het voorjaar als in de Tour misschien wel de meest dominante sprinter ter wereld. “Maar”, zo gaf Vanthourenhout zo’n twee weken terug aan, “door het succesverhaal dat Tim de afgelopen maanden geschreven heeft, is daar verandering in gekomen. Ik had geen enkel argument meer om hem thuis te laten.”
En dus moeten de twee nu door één deur. Hoe zal dat in zijn werk gaan? In de vlakke finale rondom Hasselt lijkt de kans op een massasprint immers niet klein. “Dat is het scenario waarin onze winstkans het grootst is. Het is op dit parcours ook het meest waarschijnlijke scenario. Bij de beloften bleef er wel een groep voorop, maar in onze categorie heb je vaak meer landen die elkaar vinden. Als het tot een sprint komt, krijgen we allebei onze kans”, legt Philipsen uit.
“Ik denk niet dat het een probleem wordt. We hebben een ploeg van acht renners, met veel renners die ervaring hebben in zulke sprints. Er is ruimte om op te splitsen. Het is trouwens ook niet dat bij onze merkenploeg zeven renners de lead-out doen.”
Bij veel wielervolgers en journalisten gaan er meteen lampjes branden wanneer ze zoiets horen. Twee Belgische sprinttreinen die zij aan zij strijden voor de beste positie in de slotkilometer, zou weleens tot vreemde beelden kunnen leiden. En natuurlijk tot veel kritiek, mochten de twee elkaar in de weg rijden of allebei op dichte ereplaatsen belanden. “Het kan er raar uitzien. Maar zoals ik zeg: we hebben veel renners die de lead-out bij manier van spreken elke week doen. Die weten natuurlijk hoe het werkt. In ieder geval: Tim en ik willen allebei een faire sprint rijden. De beste mag winnen.”
Goede verstandhouding
Lead-outs genoeg in de Belgische selectie in ieder geval. Philipsen moet het deze keer zonder Mathieu van der Poel, die hem in de Tour de France en Renewi Tour aan overwinningen hielp, doen. “Met Mathieu heb ik al heel wat successen kunnen boeken. Maar we zijn niet aan elkaar vastgebonden. Met Jonas Rickaert heb ik een goede man in steun, en ook trainingsmakker Jordi Meeus is heel gemotiveerd om een lead-out te doen. We hebben ook nog andere supersterke renners waar ik al ervaring mee heb, die het supergoed zullen doen.” Bert Van Lerberghe en Edward Theuns lijken dan weer de mannen in het treintje van Merlier te worden.
Het belangrijkste punt voor de bondscoach lijkt om de sfeer in het Belgische kamp op peil te houden en de twee vooral niet tégen elkaar te laten rijden. “Er zal zeker een samenwerking zijn”, geeft Philipsen toe. “Onze ploeg zal natuurlijk een beetje verdeeld zijn om iedereen zijn kans niet te ontnemen. Het is een kans waar beide renners recht op hebben. Maar ik denk dat we met een mooi en sterk blok aan de start staan.”
“Ik heb ook best een goede band met Tim. Natuurlijk ben je in de wedstrijd concurrenten. Iedereen wil winnen, zowel hij als ik. Maar dat wil niet zeggen dat we niet door één deur kunnen in het gewone leven”, vertelt Philipsen, die zich wel kan vinden in het last minute duo-kopmanschap. “Natuurlijk maakt Sven zijn eigen keuzes. Die keuzes respecteer ik. Als zowel ik als Tim op voorhand een selectie hadden moeten opstellen op voorhand, hadden we elkaar zeker niet geselecteerd. Maar zo is het nu eenmaal.”
Is er ook een scenario mogelijk waarin één van de twee zich alsnog moet opofferen? “Ik ga er niet vanuit dat het gebeurt. 230 kilometer, op dit parcours: dat overleven zowel Tim als ik met de nodige frisheid. Mocht ik écht aan het einde van mijn Latijn zitten en het gevoel krijgen dat ik niet kan winnen, zou het een beetje stom zijn om aan te dringen. In dat geval zal ik ook niet meer capabel zijn om een lead-out te verzorgen.”
Thuiswedstrijd
Wat wél overduidelijk is: het EK in eigen regio was al het grootste najaarsdoel van de negenvoudige ritwinnaar in de Tour de France, en dat is niet veranderd. “Ik weet niet wanneer het juist bekend is gemaakt, maar sinds die datum staat het EK sowieso in mijn agenda met een rode stip. Ik ben heel blij dat ik erbij ben in goede gezondheid om zondag een goede koers te rijden.”
“Natuurlijk zijn er veel sterke renners die kans maken, dat maakt het een interessante wedstrijd. Ik ben gemotiveerd, misschien nog net iets meer dan een Italiaan of Nederlander omdat het in eigen provincie is. Er is ook geen echte topfavoriet, dus laat ons dat in ons voordeel uitspelen. Ik ken de wegen best goed. De lastige lus met hellingen en kasseien, heb ik nog nooit op training in die volgorde gedaan, maar de wegen zijn me natuurlijk niet onbekend.”
Tot slot: het EK wordt voor Philipsen wellicht de laatste koers onder bondscoach Sven Vanthourenhout. Heeft hij al een opvolger in gedachten? “Jammer genoeg ben ik volgend jaar nog wielrenner, anders was het een job geweest voor mij (lacht). Maar ik heb geen idee wie hem zou kunnen opvolgen. Dat bond zal er zeker goed over nadenken. Transparantie naar de renners toe is belangrijk, ons goed op de hoogte houden van plannen en selecties. Regelmatig contact houden, dat zijn kleine zaken die een verschil maken.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.