Een inkijk binnen de Belgische EK-selectie: “In de finale mogen sprinters egoïsme in zich hebben”
Video Het meest besproken thema rondom het EK wielrennen is en blijft de keuze van Belgisch bondscoach Sven Vanthourenhout om zijn beide topsprinters Jasper Philipsen en Tim Merlier mee te nemen naar Limburg. Met Jonas Rickaert en Bert Van Lerberghe krijgen ze bovendien hun vaste lead-out mee in de selectie, en als trainingsmakker lijkt het ook logisch dat Jordi Meeus het kamp-Philipsen vervoegt. Zorgt dat niet voor tweedracht in de selectie? Wij vroegen het aan Edward Theuns, de Lidl-Trek-renner in de Belgengroep met een neutrale kijk op de zaken.
“Het is niet evident, een ploeg met twee gelijkaardige speerpunten”, vindt Theuns voor onze camera. “Maar ze verdienen allebei hun kans. Je weet nooit wat er in de koers gebeurt, misschien dat het aan het einde van het verhaal in ons voordeel uitdraait. Ik denk dat er honderden scenario’s zijn die je op voorhand kunt bedenken, maar in koers moet er snel geschakeld worden. Ik denk dat het zeker niet onoverkomelijk is om met twee mannen naar de sprint te gaan. Voor hetzelfde geld rijdt één van de twee lek of heeft iemand pech. Dan ben je blij dat je twee kopmannen mee hebt.”
Meeus en Rickaert voor Philipsen, Van Lerberghe voor Merlier, en Theuns die er een beetje tussenin zwerft: zijn die twee kampen echt zo hard afgebakend als het lijkt? “Niet noodzakelijk. Rickaert, Van Lerberghe en ik zelf weten van elkaar dat we bij de beste lead-outs van het peloton behoren. Ervaring speelt dan een grote rol. Wij kunnen ons daar goed aan aanpassen.”
“Het is ook niet dat we elkaar niet kennen. Twee jaar geleden zat ik in de selectie voor het EK München en daar verliep de samenwerking met Bert al goed in de trein voor Tim Merlier. Bij mijn eigen ploeg heb ik ook al veel ervaring in de lead-out. Uiteindelijk denk ik wel dat de finale lead-out voor de vaste laatste mannen wordt, terwijl ik de positionering voordien voor mijn rekening zal nemen. Maar het blijft afwachten tot de meeting met Sven wat specifiek onze rol zal zijn. Die samenwerking komt wel goed. Iedereen zal wel op de juiste momenten de juiste beslissingen nemen, en dan is het hopen we dat één van hen de snelste is.”
Groepssfeer
Een andere vrees in de Vlaamse media: de groepssfeer. Met de letterlijke tweedracht qua treintjes binnen de selectie, dreigt de samenhorigheid zoek te geraken. “De meeste renners zijn donderdagavond toegekomen, dus we zijn zo’n drietal dagen bij elkaar. We kennen elkaar heel goed, want we koersen al jaren samen. Alleen Laurenz Rex was er in het verleden minder bij. Het is niet omdat we in het dagelijkse leven geen ploegmaats van elkaar zijn dat we niet met elkaar spreken.”
“Maar wat zeker is: er is altijd een leuke groepssfeer in de Belgische selectie. Laurenz ligt meteen goed in de groep. Ook met Jordi had ik in het verleden minder contact, maar het is een open sfeer en we amuseren ons. Dat is niet onbelangrijk om als een goede groep naar de wedstrijd te gaan.”
Om dan in de finale toch met twee treintjes naast elkaar te beuken? “Tim en Jasper zijn allebei topsprinters. Ergens moet je dan wel dat egoïsme in je hebben”, legt Theuns uit. “Ik denk dat zij allebei ook wel een beetje staan op hun plek op het EK. Ik denk dat zij met recht en reden kunnen zeggen: ik wil hier zelf sprinten. En ik denk dat het ook kan.”
“Sowieso in koers verandert iedereen een beetje in een beest”, lacht de vaste sprintaantrekker van Italiaan Jonathan Milan. “De ene misschien al meer dan de andere. Er is in koers veel adrenaline, je komt in de finale van een massasprint in een situatie waarin je een beetje in een andere persoon verandert. Dan is er meer agressiviteit in het peloton. Iedereen vecht voor zijn plaats en dat zal zondag hetzelfde zijn. Voor ons is die switch van merkenploeg naar nationale ploeg gewoon extra snel gemaakt, omdat we elkaar goed kennen.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.