Interview Vier jaar geleden had de 28-jarige Justine Ghekiere nog nooit een wielerwedstrijd gereden, nu is ze het grootste klimtalent dat België te bieden heeft. Na Lotte Kopecky was het lang de grote leegte in het Belgische vrouwenwielrennen, maar via een atypische weg heeft de Izegemse zich toch naar de top van het vrouwenpeloton geknokt. In de nieuwe RIDE Magazine Najaarsgids spreken we uitgebreid met Ghekiere.

Een must-have voor wielerfans! Op 20 september verschijnt er weer een nieuwe RIDE Magazine. Onze 172 pagina’s dikke najaars-editie staat weer vol met prachtige wielerverhalen om heerlijk van te genieten. Bestel jouw exemplaar nu online voor slechts € 9,95. Snelle beslissers ontvangen 15 euro korting bij FuturumShop. RIDE extra voordelig lezen? Neem dan nu een abonnement en krijg 20% korting!

Dat leidde begin augustus tot een wereldwijde doorbraak in de Tour de France Femmes. De renster van AG Insurance-Soudal won de lastige bergetappe naar Le Grand-Bornand en pakte en passant ook als eerste Belg sinds Lucien Van Impe in 1981 de bolletjestrui.

Dat leidde tot heel wat aandacht voor Ghekiere, die zo als eerste Belgische vrouw na Lotte Kopecky naam maakt in het vrouwenpeloton. En dat in een Tour waarin Kopecky niet eens aan het vertrek stond. “En juist daarom had ik niet zo veel aandacht voor de Tour de France Femmes in België verwacht. Maar uiteindelijk heb ik de indruk dat het meer leefde dan de voorbije twee edities. Dat had ik voor de Tour ook gehoopt: het is altijd ‘Lotte, Lotte, Lotte’, maar de andere verhalen worden in de Belgische kranten vaak niet opgetekend”, zegt Ghekiere in de najaarseditie van RIDE Magazine.

Ghekiere en Kopecky in de Giro d’Italia Women – foto: Cor Vos

“Pas op, de grote aandacht voor Lotte is terecht, hé. Misschien is dat ook gewoon de orde die we moeten respecteren”, waarschuwt Ghekiere. “Lotte is momenteel de beste renster ter wereld. Ze steekt er zo hard bovenuit dat wij misschien wat overschaduwd worden. De stap naar het niveau dat zij haalt, is heel groot. En vooral niet realistisch om dat ooit te bereiken.”

Waarom ligt die situatie in Nederland, waar de wielertalenten bij de vrouwen maar blijven openbloeien, dan zo anders? “Aan de top staan daar zo veel vrouwen die allemaal aan elkaar gewaagd zijn en allemaal tot de wereldtop behoren. Bij ons is het eerst Lotte en dan ver daarachter de rest. Maar je merkt aan alles dat men daar in Nederland veel meer mee bezig is. Dat zag je ook bij de start van de Tour de France Femmes in Rotterdam. Op de Olympische Spelen dacht ik al ‘wauw, zo zot’ toen ik al het volk langs de kant van de weg zag staan, maar daar in Nederland was het nog veel gekker. Daar is het vrouwenwielrennen écht groot.”

“Die verschillen met de Belgische beleving en doorstroming van talent uit de jeugd, zijn altijd al wel groot geweest”, denkt Ghekiere. “Maar ik moet zeggen dat ik de focus van de Belgische wielerbond de laatste jaren grondig heb zien veranderen. Veel heeft te maken met de financiële middelen om talenten te ontdekken, die nu meer en meer beschikbaar zijn. Dankzij Lotte gaan er nu ook veel sneller partners investeren in de vrouwenkoers en zo kunnen we stilaan beginnen bouwen aan een sterke Belgische top in de breedte. Eigenlijk zie je nu al dat de eerste toptalenten eraan zitten te komen.”