Zomaar vier legendarische solo’s van rensters uit Lage Landen tijdens WK-wegritten
foto: Cor Vos
donderdag 26 september 2024 om 06:55

Zomaar vier legendarische solo’s van rensters uit Lage Landen tijdens WK-wegritten

De historie van het WK wielrennen is ook bij de vrouwen een zeer rijke. Grote triomfen, pijnlijke nederlagen, heerlijke intrige en alles daartussenin. Omdat de geschiedenis van ‘het vrouwenwielrennen’ rijk gelardeerd is met legendarische momenten, kunnen we zeker niet alles uitlichten, maar een paar mooie verhalen uit het verleden diepen we graag eens uit.

Reynders en de rijkswachter

Yvonne Reynders werd in 1959 de winnares van het tweede wereldkampioenschap voor vrouwen. Het WK voor mannen vond plaats in Zandvoort, maar de vrouwen konden er niet om de regenboogtrui strijden. Tijdens het UCI-congres het jaar daarvoor had de Nederlandse organisatie namelijk aangegeven dat het houden van de vrouwenwedstrijd niet mogelijk zou zijn. Al werd er ook al snel gefluisterd dat ze daar gewoon liever geen vrouwen zagen fietsen.

Andere tijd, net wat u zegt.

Wat de daadwerkelijke reden ook was, het wielerfeest ging niet door en het zag er zelfs even naar uit dat Elsy Jacobs geen opvolgster zou kunnen krijgen. Gelukkig sprong de Belgische bond in het ontstane gat. Niet dat ze daar nu per se enorm vooruitstrevend waren, kort voor het wereldkampioenschap werd pas het eerste officiële BK gehouden, maar er kwam een WK. De Vélo Club Rotheusien tekende op 2 augustus 1959 voor de organisatie. Alles te elfder ure, maar het kwam voor elkaar. En mooi voor het organiserende land: er won ook een Belgische. Wie? Yvonne Reynders, natuurlijk. Maar zo natuurlijk was dat allemaal niet, want twee andere Belgische vrouwen in de selectie vonden dat zij eigenlijk wereldkampioen hadden moeten worden.

In Rotheux-Rimière, een nederzetting op een goede vijftien kilometer van luik, goot het op die bewuste 2 augustus van de regen, zoals het in de Ardennen nu eenmaal heel wat dagen per jaar doet. Een spekglad parcours dus, dat achttien keer moest worden afgelegd. Goed voor een inspannende douchebeurt van een kilometer of 72.

Marie-Thérèse Naessens rekende zich al bijna rijk: “Ik was in vorm en zat goed geplaatst in koers, maar raakte betrokken in de massale valpartij in de voorlaatste ronde. Enkel de rensters achteraan het peloton konden de valpartij vermijden. Eenmaal terug recht was het te laat om ze nog in te halen.” Ook Victoire Van Nuffel dacht de koers te gaan winnen. Twee maanden daarvoor had ze het eerste officiële BK gewonnen en ze zou tijdens het WK ook op haar rappe benen kunnen rekenen.

Jammer alleen dat Elsy Jacobs haar in de slotfase van de koers bewust ten val bracht. De winnares van het eerste officiële WK in Reims heeft dit volgens Van Nuffel op haar sterfbed bekend. “Ze wist zeker dat ik wereldkampioen worden. Fier als ze was, eindigde ze liever naast het podium dan door mij in de sprint geklopt worden. Haar bekentenis verwonderde me eigenlijk niet. Ik heb het altijd vreemd gevonden dat ze me na die valpartij meer en meer kwam opzoeken. We werden zelfs goede vriendinnen. Ik denk dat ze dat deed uit wroeging.”

Yvonne Reynders – foto: Cor Vos

En dus kon het zijn dat de derde Belgische er uiteindelijk mee heen ging. Reynders pakte uit met een slim manoeuvre om de wereldtitel te pakken: “In de laatste bocht ben ik bij de koploopsters gekomen. Ik had gehoord dat de Britten de linkerkant van de weg zouden kiezen. Ik ben rechts weggesprongen, terwijl de anderen de Britten volgden op de linkerkant. Ik belandde in het zog van een rijkswachtmotor en hoorde de rijkswachter triomfantelijk uitroepen: ‘Une Belge en tête!’ Ik dacht: nu nog wel, aan de streep straks niet meer. Maar die motard gaf gas, ik zat uit de wind en ze zijn niet meer over mij geraakt.”

Wonder van Wollongong

Fast forward dik zestig jaar later. We verruilen Wallonië voor Wollongong, een stad even ten zuiden van Sydney. De wereldkampioenschappen wielrennen lijken er uit te draaien op een gigantische teleurstelling voor Annemiek van Vleuten. Ga maar na: een absolute off-day op het WK Tijdrijden en een gebroken pols na twaalf meter en zesendertig centimeter fietsen in de Mixed Relay. Het plan om er tijdens de wegwedstrijd een solo van een goede 125 kilometer van te maken (dus een dik twintig kilometer langere solo dan bij haar eerste wereldtitel in Yorkshire, 2019) kan met een mooie boog de prullenbak in.

Ze start nog wel in de wegwedstrijd, maar dat doet ze zonder eigen ambities. Ze wil haar collega’s bijstaan, om hopelijk de Nederlandse ploeg aan een nieuwe wereldtitel te helpen. Want waar het in de eerste jaren van het wereldkampioenschap zelfs maar moeilijk is voor Nederlandse rensters om de koers uit te rijden, kent Van Vleuten in oranjetenue geen andere realiteit dat het Nederlandse publiek verwacht dat de oranjevrouwen het varkentje elke keer wel zullen wassen.

Wanneer het er in de finale echt om gaat, kan Marianne Vos niet mee met de beste rensters in koers. Het plan van de Nederlandse ploeg lijkt in duigen te vallen. Ook Van Vleuten is niet bij de besten op de klimmetjes, maar bij het ingaan van de laatste kilometer sluit ze wel weer aan bij de kopgroep die om de zege mag strijden. Ze weet dat het als enige Nederlandse vooraan nu helemaal aan haar is. De knop gaat om. Is er nog een kans voor haar om de koers te winnen?

Ja, is het antwoord.

Als het nog even een klein stukje naar beneden gaat, trekt ze vol door, waarbij ze de andere overgebleven favorieten verrast. Niemand reageert. Ze is weg. Het is dan weliswaar een solo van slechts een goede zevenhonderd meter, maar het is wel opnieuw een solo die haar de wereldtitel brengt. Het Wonder van Wollongong is een feit, twee weken voor haar veertigste verjaardag. Het is een zodanig krankjorume ontknoping dat haar overwinningsgebaar bestaat uit het stopzetten van het fietscomputertje. Het zou nog wel even duren voordat het besef echt zou indalen.

Een solo hoeft beslist niet lang te zijn om legendarisch te zijn – foto: Cor Vos

Wereldkampioene met een arm op de rug

Dat de laatste meters nog smerig bergop lopen zien we zelfs op korrelige zwart-witbeelden. De renster die alleen op kop rijdt, een jonge Belgische uit de regio Luik, heeft de grootste moeite om boven te komen, maar het gaat haar lukken. Na net geen twee uur koers zal zij, Marie-Rose Gaillard, als eerste over de finish komen.

Toen ze op 19 augustus 1944 ter wereld kwam, kon niemand ooit bevroed hebben dat ze achttien jaar en dertien dagen later wereldkampioene zou worden. Ook in haar jonge jaren spookte die gedachten nooit door haar hoofd. Tot ene Jean Henrard, mecanicien bij een wielerclub uit de buurt, haar op een goede dag vertelt dat er ook wielerwedstrijden voor vrouwen worden georganiseerd. In 1960 wordt ze overgehaald om eens mee te doen aan een koers in Visé. En van het een komt het ander.

Het gaat crescendo met de wielercarrière van Gaillard. Een jaar later is ze bij de WK-wegrit voor vrouwen op het eiland Man de nummer veertien in de daguitslag. En even na haar achttiende verjaardag is ze erbij als in Salò, de voormalige hoofdstad van het Italiaanse fascisme, de wereldkampioenschappen wielrennen van 1962 worden gehouden.

In een vrij summier verslag uit die tijd wordt Gaillard omschreven als een charmante dame, veertig kilo schoon aan de haak. En dat is dan nog een vrij positieve benadering, want het vrouwenpeloton wordt in die jaren ook wel eens afgeschilderd als een bende fietsende cherubijnen. Maar goed, het is dus die frêle, charmante dame die langs de oever van het Gardameer er met de hoofdprijs in het mondiale vrouwenfietsen aan de haal gaat. Tergend langzaam gaan de laatste meters, stikkapot is ze, maar de titel is voor haar.

Hoe precies Gaillard de koers naar haar hand zet? Daar verschillen de lezingen nog wel over. Yvonne Reynders spreekt van een verkochte koers, Gaillard ontkent dit. Kortom: geheel zoals dat hoort in de wielrennerij. Welke afspraken er dan ook zijn gemaakt, het is zeker dat Gaillard op een zeker moment, met nog een ronde of twee te gaan, uit het peloton wegrijdt. Zonder helm, want die had ze vanwege de hitte afgezet.

Dat ze de finish bereikt met tweeënhalve minuut voorsprong, dankt ze ook aan een wel heel bijzondere daaltechniek. Ze dendert de helling op het parcours namelijk af met één hand aan het stuur en met één hand op de rug om de luchtweerstand te verminderen. Onorthodox, en zeker niet ongevaarlijk, maar succesvol. Het resultaat? Haar enige wereldtitel, een mooie regenboogtrui en een hartelijke ontvangst in haar geboortedorp. O ja, en een uniek Belgisch podium, want daarop wordt ze geflankeerd door Reynders en Marie-Thérèse Naessens.

Vos en de verlossing van Valkenburg

foto: Cor Vos

Iedereen die zich halverwege de jaren 2000 ook maar enigszins interesseerde in het vrouwenpeloton, wist natuurlijk van het bestaan van het Nederlandse toptalent Marianne Vos. Maar natuurlijk, ze was eerder dat jaar al wereldkampioene veldrijden geworden. Maar in je eerste profjaar wereldkampioene op de weg worden, is dat realistisch? Ja, dus, want in de straten van Salzburg reed ze iedereen op lichtjaren achterstand in de sprint naar de regenboogtrui.

Vos is niet de jongste wereldkampioene wielrennen ooit — die eer is voorbehouden aan Ute Enzenauer, die het in 1981 op een leeftijd van 16 jaar, 7 maanden en tien dagen klaarspeelde — maar sinds 1990 is ze de enige renster jonger dan twintig die wereldkampioene is kunnen worden. Maar zelfs voor supermegatoptalenten als Vos geldt: aan de top komen is één, aan de top blijven is iets anders. De jaren erna werd ze de te kloppen vrouw.

En geklopt werd ze. De Italiaanse buitte tweemaal de overmacht geweldig uit, waar Marta Bastianelli en Tatiana Guderzo van profiteerden. Nicole Cooke klopte Vos een keer in de eindsprint, en datzelfde gold voor Giorgia Bronzini. Zij deed het zelfs twee keer op rij, tot ontsteltenis van Vos. Natuurlijk pakte ze de ene na de andere overwinning in verscheidene disciplines en natuurlijk wist ze dat zelfs zij niet altijd zes kon gooien, maar toch… Vijf keer achter elkaar tweede worden, terwijl iedereen weet dat je de beste renster ter wereld bent, is best frustrerend.

In de zomer van 2012 bevrijdde Vos zich echter van het kampioenschapsjuk. Ze was meer dan de torenhoge favoriet voor de olympische wegrit, maar toch maakte ze het geweldig af. Dat beloofde voor de wereldkampioenschappen later dat jaar in Valkenburg. Anna van der Breggen, een dan nog vrijwel onbeschreven blad, vormt de ideale springplank voor Vos door mee te zitten in een kopgroep. En inderdaad, op gegeven moment springt Vos er vanuit het peloton naartoe.

Daarna doet Van der Breggen trouw haar werk voor de kopvrouw. Ze weet de voorsprong van de koploopsters uit te breiden dat het voor de laatste beklimming van de Cauberg duidelijk is dat de winnares vooraan zit. De Australische Rachel Neylan trekt de boel in gang, al lijkt ze stil te staan als La Vos eraan begint. De andere rensters doen niet eens een poging om bij haar in de buurt te blijven, ze schikken zich direct in hun lot. De Vos is los. Na vijf opeenvolgende net niet geslaagde pogingen om een tweede wereldtitel op de weg te pakken, doet ze het uiteindelijk voor het thuispubliek. Mooier kan bijna niet.

De WK-wegrit voor vrouwen vindt in 2024 plaats op zaterdag 28 september 2024.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.