Koos Moerenhout legt tactisch plan Nederland uit: “Niet in ons belang om te achtervolgen”
Interview België en Slovenië hoeven niet op de hulp van Nederland te rekenen om gevaarlijke aanvallers terug te pakken. Bondscoach Koos Moerenhout is kraakhelder in zijn keuze om dat niet te doen. Ook weegt hij de kansen van zijn kopman en regerend wereldkampioen Mathieu van der Poel, in wie hij al heel snel het vertrouwen had dat hij hier kan meedoen om de winst. Hij legt dat uit voor de camera van WielerFlits.
Hoe moet jouw kopman Mathieu van der Poel deze wedstrijd winnen?
“Ik denk dat Mathieu heel goed in staat is om die wedstrijd te lezen. Wij zijn er natuurlijk ook wel bij gebaat dat het een open koers wordt. Dat spreekt in ons voordeel. Mathieu voelt dan haarfijn ook wel de momenten aan wanneer-ie moet gaan. Die momenten die vind je hier eigenlijk volop op dit parcours. Dat is niet alleen maar die ene aangewezen klim, die eerste hele steile klim, maar dat kan eigenlijk op elk moment van de wedstrijd en dat is wel het mooie van van dit parcours.”
Je zegt dat jullie baat hebben bij een open koers. Hoe realiseer je dat?
“Nou ja het is niet zozeer dat wij nu op dit moment het heft in handen moeten nemen. Maar het moment dat er gekoerst gaat worden, dan moeten wij actief mee koersen. En daar hebben we ook op de ploeg voor om dat goed te kunnen doen. En Mathieu is daar ook de kopman naar, om daar ook goed mee om te kunnen gaan. En daarop te kunnen anticiperen en op voort te borduren.”
Zeg je dan met andere woorden nu: ‘Wij gaan de eerste uren van de koers niet heel veel bijdragen aan bijvoorbeeld een achtervolging op een vroege vlucht’?
“Nee, dat is op dit moment niet in ons belang.”
Zou het dan bijvoorbeeld wel zo kunnen zijn dat jullie iemand meesturen? Want met Frank van der Broek heb je iemand die dat al heel vaak heeft laten zien dit jaar.
“Ja, dat zou kunnen. Maar dat is een beetje koffiedik kijken nog. Je hebt op een WK toch wel weer een andere dynamiek, waar vaak wat andere landen in het begin ten aanval trekken. Dus ik hoop wat later in de koers dat we dit soort jongens aan het werk kunnen zien.”
Dan heb je met Wilco Kelderman en Bauke Mollema denk ik twee mannen die Mathieu zo lang mogelijk in die finale moeten bijstaan. Wat is de rol voor die andere jongens?
“Enerzijds natuurlijk zorgen dat Mathieu uit de problemen blijft en anderzijds zorgen dat we een bepaalde controle over de wedstrijd behouden. Ik denk dat als je naar het afgelopen Europees kampioenschap kijkt, daar hadden we een tweeledige tactiek. Met enerzijds het aanvallende rijden op de lastige zone. Anderzijds voor de sprint met Olav Kooij. Helaas lukte het met Olav niet helemaal goed met de sprinttrein in de finale. Evengoed pakten we nog wel een zilveren medaille.
Maar het mooiste wat we in die wedstrijd hebben kunnen zien is dat we een heel dominante ploeg hadden. Die agressief kan koersen en ook de kwaliteiten daarvoor heeft. Nu is dit op het WK voor een groot deel een andere selectie, sowieso ook weer een ander parcours. Maar als we de Oranjehemden op die manier in de wedstrijd zien zitten, dan denk ik dat we op een hele goede weg zijn.”
Er wordt vooral gekeken naar die eerste twee beklimmingen. Dat daar het verschil moet plaatsvinden. Kunnen Remco Evenepoel en Tadej Pogačar daar Van der Poel lossen?
“Ze gaan het zeker proberen, dus we gaan het zien. Wat ik denk? Dat het moeilijk is om wereldkampioen te worden. Kijk de erelijsten er maar op na. Dat is voor iedereen zo. Dat is voor Mathieu zo, maar dat geldt even goed voor Evenepoel en even goed voor Pogačar. Waar je vorig jaar het WK in Glasgow had, dat was echt op het lijf van Mathieu geschreven, is dat nu net wat omgekeerd. Dit ligt wat meer in de lijn van Evenepoel en Pogacar. Maar daarbij is Mathieu zeker niet kansloos. En met hem nog een rits renners, zoals Marc Hirschi en een aantal anderen.”
Toch bekruipt me het gevoel, en dat komt ook door wat er een beetje in de pers al rond waart, dat het parcours toch goed doenbaar is voor Van der Poel. Dat hij toch een beetje stiekem naar voren wordt geschoven bij die twee. Heb jij dat gevoel ook?
“Ja, ik snap wel dat ze dat doen natuurlijk. Dat begrijp ik wel. Maar er staan voor mij toch echt wel twee topfavorieten bovenaan. En daarachter komen een aantal andere renners. En zoals we allemaal weten, Mathieu is een bijzondere renner. En die kan op een bepaalde dag hele bijzondere dingen doen. Dit is wat hij heel goed kan. Maar goed, ook voor hem om het dan af te maken, dan moet alles kloppen.”
En dan dus ook meekomen op die klimmetjes met Pogačar en Evenepoel.
“Om wereldkampioen te worden moet je iedereen kunnen kloppen. Dus ook die twee. We gaan met een heel goed gevoel en met vertrouwen de wedstrijd in. Dat is een fijne wetenschap. Maar aan de andere kant weten we natuurlijk ook dat dat aan de voorkant nog nul garanties geeft.”
Met wat voor resultaat ben jij blij achteraf? Is het dan puur die goede wedstrijd rijden en dan is het resultaat wat het is? Of zeg je toch, we moeten eigenlijk wel minstens een medaille hebben?
“Nee, ik ga me niet vastpinnen op een medaille. Ik ga me ook niet vastpinnen op aanwezig zijn in de koers. We moeten gewoon het beste uit ons als individu en als ploeg zien te halen. En ik denk dat we gewoon een hele mooie ploeg hebben die bewezen heeft dat ze heel attractief kunnen koersen op een zwaar parcours als dit. En dat wil ik wel graag zien. Dat we niet in het gedrang worden gereden, maar dat we gewoon actief in koers zitten.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.