Tadej Pogacar geeft emoties vrije loop: “Eerst een kogel in mijn rechterknie, daarna in mijn linkerknie”
foto: Cor Vos
Youri IJnsen
dinsdag 1 oktober 2024 om 07:56

Tadej Pogacar geeft emoties vrije loop: “Eerst een kogel in mijn rechterknie, daarna in mijn linkerknie”

Interview Een ondoordachte aanval van de topfavoriet op ruim honderd kilometer voor het einde. Zelfmoord op een WK, normaal gesproken. Maar niet als je Tadej Pogačar heet. Andermaal tartte de 26-jarige Sloveen alle wetten van het wielrennen en de fysica. Op de persconferentie voor medaillewinnaars vertelde hij hoe ontzettend veel de regenboogtrui voor hem betekent. WielerFlits was erbij.

Klopt het dat Urska je zondagmorgen moest wakker maken?
“Haha, ja! Dat kwam omdat we vroeg moesten opstaan (de Slovenen sliepen een uurtje van Zürich in Cham, red.). En ik moet bekennen dat ik geen ochtendmens ben. Ik had drie wekkers staan, waarvan ik de eerste heb weggedrukt. Toen viel ik weer in slaap en toen moest Urska me inderdaad wakker maken.”

Dan heb je de koers die loopt en plots denk je: ik val aan. Het is dan alleen nog honderd kilometer. Wat gaat er dan in je om, wat was het idee erachter?
“Het was geen plan. Het was gewoon een achterlijke aanval. Ik dacht al heel snel: ‘I am just putting first one bullet to my one knee’ (ik schoot eerst een kogel in mijn eerste knie, red.). En een aantal minuten later dacht ik: ‘Great, another bullet to the other knee’ (fantastisch, nog een kogel in mijn andere knie, red.). Het was echter een groot gat om alleen te overbruggen.

Maar toen was daar de geweldige Jan Tratnik. Daar was ik zo blij mee, dat hij op me wachtte. Hij is zo sterk en deed wat hij moest doen. Jan gaf me hoop, motivatie en tijd om te herstellen. Hij is zo sterk, getalenteerd en ervaren, dat hij meteen wist wat hij moest doen en dat ook perfect deed. Jan probeerde me niet over mijn limiet te laten gaan en daardoor haalde ik het.”

Maar waarom besloot je dan die ‘achterlijke’ move te maken?
“Maar dat is het: je maakt geen beslissingen om een achterlijke move te doen. Als je dom bent op dat moment, doe je domme dingen. Je denkt er niet goed over na, daarom is het juist achterlijk. Maar uiteindelijk blijkt dat toch te werken en is het ineens niet meer zo dom. Maar laten we het daar niet meer over hebben. Het team was fantastisch, iedere Sloveen heeft zijn werk echt goed gedaan. Echt perfect.

Ik ben enorm blij dat deze jongens mijn ploeggenoten zijn. Iedereen heeft ziel en zaligheid achter gelaten op het parcours in Zürich, voor dit ene doel. We hebben dit samen gedaan, met z’n allen. Het is echt jammer dat we maar een of twee keer per jaar samen rijden. Altijd als we bij elkaar komen, vormen we zo’n goede groep en vinden we elkaar. Het was echt een eer om met ze te koersen zondag. Ik ben heel blij en erg trots op heel de nationale delegatie.”

Hoe vaak heb je moeten wachten op Pavel Sivakov?
“Dat mes snijdt aan twee kanten. Ik had hem nodig omdat het nog steeds een lange weg naar de finish was, maar hij had ook mij nodig om een medaille te kunnen halen. Ik had echt gehoopt dat hij daarin zou slagen, want hij was erg sterk. Maar misschien vroeg dit parcours iets te veel van hem nadat hij een ronde alles gaf. Daar ben ik hem echt dankbaar voor. Het maakte het iets gemakkelijker dat ik een vriend naast me had. We hebben samen doorgezet, maar ik vind het niet leuk voor Pavel. Hij had echt een medaille verdiend.”

Pogacar kwam wel erg vroeg op kop – foto: Cor Vos

Je voorsprong is nooit groot geweest, maar wel stabiel. Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?
“Er zijn veel koersen in een jaar met slechte communicatie via de radio of motoren. Maar dat was hier wel echt heel goed. Voor mijn gevoel gaf de motor die bij me was om de twee kilometer een tijdsverschil mee. Ook schrijven ze vanuit de posten het verschil op mijn bidons die ik aanpakte. En als de ploegleidersauto zo af en toe naast me reed, vroeg ik steeds kort wat het verschil was en wie er wel of niet werkte achter me. Daardoor kon ik steeds uitrekenen als ik eventjes gaf bij moest geven, of dat ik kon relaxen. Dat was goed.”

Wie vreesde je het meest in de slotronde en klopt het dat je wat overschot hield voor het laatste klimmetje?
“Ik was bang voor iedereen die maar met iemand anders zou kunnen samenwerken om mij in de finale terug te pakken. Toen ik richting de laatste ronde ging, probeerde ik inderdaad een beetje energie te sparen. Ik was blij dat ik dat nog kon doen. Als ik de laatste tien minuten aan klimmen zou overleven, dan wist ik dat ik een eind op weg was naar de wereldtitel. Ik wist dat het immens zou zijn, maar ook dat het parcours daarna iets gemakkelijker zou zijn. Alleen waren die tien minuten wel heel zwaar. Gelukkig kwam ik er door en hield ik stand. Het is het waard geweest.”

Het was een bewogen week voor de wielerwereld. Hoe heb jij het overlijden van Muriel Furrer ervaren?
“Het allerzwaarst is het geweest voor de familie van Muriel en haar naasten. Het was hartverscheurend en verdrietig om te horen dat ze er niet meer was. Voor het Zwitserse team, voor de hele wielerwereld. Het was moeilijk om dat te zien gebeuren. We hebben allemaal gestreden voor haar dit weekend, om haar in onze gedachten te houden. Het is een tragedie.

Het is moeilijk om te zeggen wat er moet veranderen. Wielrennen is een gevaarlijke sport. We zien alles en overal nu op internet. De laatste jaren zijn er echter te veel overlijdens geweest, die je overigens liever helemaal niet ziet. Ik denk dat de sport steeds gevaarlijker is. We moeten voorzichtiger zijn op de weg, maar ook voor elkaar. Als je in een groep rijdt, denk dan altijd aan de persoon naast je. Ik wens haar familie en de wielerwereld rondom haar alle kracht toe.”

Hoe veel indruk maakt deze wereldtitel op je?
“Ik ga door een achtbaan van emoties. Ik heb ze denk ik zondag allemaal ervaren. Het was echt gekkenwerk onderweg. Maar toen ik in de slotkilometer mijn ploeggenoten en Urska zag bij de finish en ook in alle interviews, waren het fantastische emoties. En ik weet niet waarom, maar ik moest bij alle momenten bijna huilen. Ook nu moet ik weer vechten tegen de tranen.”

Wanneer zien we de trui voor het eerst en wat stel je jezelf er bij voor?
“Ik ben niet iemand die veel met zijn programma bezig is, maar ik wil de trui het liefst dit jaar nog laten zien (Pogačar rijdt in ieder geval de Giro dell’Emilia en de Ronde van Lombardije nog, is inmiddels bekend, red.). Toen ik nog een kind was, durfde ik niet te dromen dat ik deze trui ooit mocht dragen. Ik wilde graag een ster zijn en meedoen aan de Tour de France en het WK.

In de laatste jaren – met successen in de Tour, Giro d’Italia en de Ronde van Vlaanderen, bijval alle koersen – was het WK een wedstrijd zoals alle anderen. Ik heb me er nooit gedegen op voorbereid. Maar diep van binnen wilde ik het hier altijd goed doen. Dit jaar was de perfecte kans, omdat het parcours goed voor me was, ik had goed materiaal, ik kon een gedegen voorbereiding draaien en dat terwijl ik plezier had. Hoe mooi is dat?!”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.