Waarom de broers Roodhooft zonder enige twijfel blijven investeren in veldrijden
Foto: Cor Vos
woensdag 9 oktober 2024 om 08:35

Waarom de broers Roodhooft zonder enige twijfel blijven investeren in veldrijden

Interview Discussie in veldritland afgelopen week. Ex-renner en analist Jan Bakelants deed stof opwaaien met zijn uitspraak dat veldrijden steeds meer gemarginaliseerd zou worden en zou worden opgeslokt door het populaire gravelbiken. Maar naast Sven Nys gelooft ook Philip Roofhooft, algemeen manager van WorldTeams Alpecin-Deceuninck en Fenix-Deceuninck, daar niet in.

Roodhooft heeft een flinke vinger in de pap te brokken in de cross, want naast de crossers die koersen voor de WorldTeams in alle disciplines – zoals blikvangers Mathieu van der Poel en Puck Pieterse – hebben ook de Cyclocross Reds, Crelan-Corendon en sinds vorig seizoen ook de eenmansploeg rond Ryan Kamp hun oorsprong in de Kempen bij Roodhooft en zijn broer Christoph. Anderzijds is hij ook bijzonder actief in de gravelscene, met kersvers wereldkampioen Mathieu van der Poel in zijn rangen.

“Wij geloven in het gravel. Niet alleen door die WK-zege met Mathieu, want Gianni Vermeersch had dat twee jaar terug al gedaan. We hebben toch een aantal keer iets in die discipline getoond. Maar we denken dat het enkel versterkend kan zijn voor de andere disciplines dan omgekeerd. Dat heeft een eenvoudige reden. Veldrijden is een geweldige kijksport die veel publiek trekt, nog steeds. Akkoord, dat was op het WK Gravel in Leuven ook het geval, maar ik geloof niet dat zo’n event representatief is voor wat gravel in het algemeen is.”

Waar zit dan het verschil en het compatibele aspect? “Het gravelen is veel moeilijker om in beeld te brengen, moeilijker om er een publiek voor te laten komen, laat staan een publiek entree te laten betalen zoals in het veldrijden gebeurt”, vindt Roodhooft. “Aan de andere kant is het gravelen veel meer een doe-sport, waar interessante potentiële consumenten zitten. Gravel kan op die manier ook profiteren van zichtbaarheid die de renners creëren voor zichzelf in het veld, en dan ook gaan gravelen. Zo versterkt het elkaar, hé. Dat zie ik eerder gebeuren dan dat veldrijden wordt verdrongen door het gravelen, of zo zien wij het toch.”

Brede kijk op de cross
Dat is waarom de broers Roodhooft zonder twijfelen blijven investeren in de cyclocross, mét zijn vier formaties. “We zijn ten slotte vanuit die discipline gegroeid met onze structuur. En we vinden het belangrijk om het daarin goed te blijven doen. Als de cross op zich geen belang zou hebben voor ons, dan hadden we na het doorgroeien naar de WorldTour kunnen zeggen: we beperken ons tot de weg. Maar dat willen we zeker niet. Omdat we de cross nog altijd plezant vinden.”

Van der Poel won het WK Gravel in Leuven – foto: Cor Vos

“Als er nu één sector in het wielrennen is die heeft aangetoond dat hij voor zichzelf kan zorgen qua sponsors, tv-aandacht en media-aandacht, dan is het zeker het veldrijden. Ondanks dat het niet zo geweldig internationaal is als vele mensen zouden willen. Natuurlijk mag dat op bepaalde vlakken ook wel. Toch is het vooral belangrijk om te kijken naar het goede. Het is een sector waar beweging in is. Waar ook altijd nieuwe sponsoren interesse in hebben. Als je dat vergelijkt met het mountainbiken, wat veel meer alleen op de fietsindustrie draait, denk ik dat het iets goed is waar we nu mee bezig zijn. En vooral ook iets wat we moeten koesteren.”

Het klinkt mooi wat Roodhooft zegt, maar anderzijds heeft veldrijden ook een keerzijde. Slechts drie grote blokken – naast de Roodhoofts hun teams ook Pauwels Sauzen-Bingoal en Baloise-Trek Lions – konden vorig seizoen hun stempel drukken op de sport. Het is op die manier dat destijds zelfs een subtopper als Ryan Kamp geen onderdak meer vond. Tot de Roodhoofts nota bene een solo-project voor hem oprichtten. “Juist dat toont dat we handelen in het algemeen belang van het veldrijden. Voor ons was het meer werk dan wat anders. Maar we vinden het belangrijk dat in het veldrijden voldoende verschillende teams en truien aanwezig zijn, ondanks dat het een redelijk individuele sport blijft.”

“Er is nu rond Joris Nieuwenhuis een nieuw project met Ridley, waar we erg blij mee zijn. De ploeg van Guido Verschueren (Deschacht-Hens-Maes, red.) heeft met Toon Aerts een heel goede kopman, wat ook welkom is. Natuurlijk moet de koek nu door meer partijen verdeeld worden, maar het is nog altijd een feit dat – als er genoeg competitie en concurrentie is – het ook interessanter is voor de renners, interessanter voor het publiek en dan ook voor de sponsors. Alleen maar toe te juichen, dus.”

Plannen Van der Poel/Pieterse
Anderzijds betekent zo’n nieuwe discipline als het gravelen wel meer dan ooit dat er keuzes moeten worden gemaakt door de toppers. Welke afspraken pikken ze mee en welke laten ze links liggen. Iemand als Mathieu van der Poel verlengde zelfs zijn wegseizoen voor het WK Gravel, terwijl hij eerder aangaf dat het hoogst onzeker is wanneer we hem in de cross zien. “Dat moeten we ook niet overdrijven”, vindt Roodhooft. “Mathieu heeft zijn wegseizoen met zeven dagen verlengd. Het is niet dat hij er drie weken voor heeft moeten verder trainen. Ik denk, wat dat betreft, dat het WK slim gepositioneerd is op de kalender.”

Na dat WK durfde Van der Poel nog niet vooruitkijken naar zijn crosswinter. “We hebben een plan gemaakt tot en met het WK, en wat er daarna komt is vakantie”, bevestigt Roodhooft. “Daarna wordt er pas verder gekeken richting het voorjaar. Op basis van die plannen gaan we vervolgens terugrekenen naar wat eventueel de crosswinter voor hem kan betekenen. Aangezien er nog geen plan is, is het ook mogelijk dat hij niet gaat crossen. Onze andere kopvrouw, Puck Pieterse, zal zeker crossen, maar ook voor haar is er nog geen vast programma. Plannen maken is één ding, maar vakantie is ook nodig.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.