Kersvers veldritbondscoach Angelo De Clercq plant contact met Wout van Aert
Interview Een positief examen op het Europees kampioenschap veldrijden in Pontevedra heeft tot de aanstelling van Angelo De Clercq bij Belgian Cycling geleid. De 32-jarige De Clercq is al jaren bezig met het coachen van jonge talenten en krijgt nu de kans om voor het eerst echt helemaal op de voorgrond te treden als bondscoach in het veldrijden en van de U19-renners op de weg.
Natuurlijk doet de naam De Clercq meteen een belletje rinkelen in veldritland. Angelo is dan ook de zoon van drievoudig wereldkampioen Mario De Clercq, die hem zijn eerste stapjes in de cross deed zetten. Bij de jeugd leverde dat geregeld goede resultaten op in de internationale wedstrijden, maar als profcrosser kon hij nooit echt doorbreken. Vandaar dat De Clercq zijn focus na de winter 2016-2017 plots naar het wegwielrennen verlegde, om in 2019 zijn carrière als renner definitief te staken.
“Een zevental jaar geleden ben ik ploegleider kunnen worden bij Pauwels Sauzen-Bingoal, waar ik de jeugdploeg mocht leiden”, legt De Clercq ons uit. “Na drie jaar in die rol ben ik beginnen werken bij Cycling Vlaanderen, zeg maar de regionale federatie vanuit Vlaanderen. Ook daar werkte ik al volledig met de jeugd. Sven heeft me drie jaar geleden gevraagd of ik datzelfde bij hem wilde doen in een ondersteunende rol in de cross. Op die manier is de bal aan het rollen gegaan.”
Rechterhand Vanthourenhout
Al had De Clercq toen nog geen leidende rol. “Als je met de federatie naar een kampioenschap gaat, dan zit je met een heel aantal renners. Vaak zo’n dertigtal. Dan is het niet mogelijk voor een hoofdcoach om overal bij te zijn. Ik focuste me in die situatie op de jeugdrenners, en die wisselwerking met Sven verliep altijd heel goed tijdens de drie jaar dat ik met hem meeliep. Alleen was het voor mij nooit een fulltime job. Als ik op bepaalde dagen voor de Belgische bond wilde werken, moest ik verlof nemen bij Cycling Vlaanderen.”
Toen Vanthourenhout in september besliste om Belgian Cycling te verlaten, durfde De Clercq niet meteen dromen van het bondscoachschap. “Ik mocht als interim-coach gewoon de zaken van Sven voortzetten, met het EK als hoofd- en einddoel. Alleen was dat EK een uitzonderlijk lastige opdracht. We kwamen pas laat toe, en op zondag had je alle categorieën. Toch is alles zowel sportief als organisatorisch goed verlopen. Dat is heel belangrijk geweest in het verdere verloop van de gesprekken met Belgian Cycling. De technisch directeur was mee en heeft gezien dat mijn werk goed was. Dat gaf de doorslag.”
Net als bij Pauwels, is hét stokpaardje van De Clercq zijn kennis van dat jeugdwielrennen. Niet voor niets mag hij naast zijn functie als veldritcoach dan ook Pauwels opvolgen als bondscoach van de junioren op de weg. Niet onlogisch als je weet dat renners op die leeftijd vaak nog verschillende disciplines combineren en op zoek zijn naar wat het beste bij hen past. “Alles begint bij de jeugd. Het is heel belangrijk om daarin als nationale ploeg te blijven inzetten”, vindt De Clercq. “Op de weg ga ik een goed team met Serge zijn. We willen zo voor een goede connectie en doorstroom naar de hoofdcategorie zorgen.”
“Bij de junioren kom je bovendien in categorie waarbij er in het traject van renners veel gebeurd is, maar waarin er nog veel moet beginnen. Het is wel leuk om in die gevallen mee aan het begin te staan van een carrière van een nieuwe Wout van Aert of Remco Evenepoel, en om hen te helpen om stappen te blijven zetten.”
Moeilijkheden?
Tot daar het gedeelte dat De Clercq wél al kent. Maar hij zal tijdens zijn nieuwe taak ook uit de schaduw moeten treden en zelf de lijnen uitzetten bij de grote jongens. “In grote lijnen ben ik dezelfde als Sven. Ik probeer een heel goede communicator te zijn naar de renners en naar de staf toe, een duidelijke planning te maken door goed op voorhand dingen in te plannen. Ik vind het heel belangrijk dat de renners echt naar iets toe kunnen werken. Zowel op de weg als in het veld. Dat is voor mij hoofdzaak nummer één.”
Daarnaast is het voor de selectieheer van België vooral in de cross geregeld een kwestie van kleine brandjes te blussen of akkefietjes te klasseren. “Dat moet me wel lukken”, denkt De Clercq. “We zitten met een jonge, nieuwe generatie, die snel volwassen is geworden. In die generatie gebeuren sowieso al minder van dat soort zaken. Maar als het nodig zal zijn, zal ik daar boven staan.”
De Clercq heeft dan ook het voordeel dat hij zelf nog relatief jong is en de meeste van de huidige generatie crossers al goed kent. Hij was zelfs ploegmaat van onder anderen Laurens Sweeck, Michael Vanthourenhout en Eli Iserbyt bij Pauwels Sauzen-Bingoal in een ver verleden. Maar hoe is zijn band met de crossende wegkampioen Wout van Aert? “Ik ben eerlijk gezegd niet superclose met Wout. Maar ik heb in die drie jaar ook al enkele kampioenschappen met Wout gedaan. Ik wilde eerst even duidelijkheid over mijn situatie, maar eerstdaags volgt uiteraard wel een contact met Wout.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.